Weten hoe we (nog) rijkere leeromgevingen kunnen maken?
Onze focus ligt op het ontwikkelen, implementeren en onderzoeken van rijke leeromgevingen in en met kinderopvang en scholen. Zulke leeromgevingen kunnen een bijdrage leveren aan de leerprocessen van kinderen en jongeren, professionals die met kinderen werken én de (school)leiders en bestuurders. Het lectoraat is betrokken bij diverse projecten, zoals RoboWijs, Taalaanpak in Stedelijke Context, Talentontwikkeling met Wetenschap en Technologie, en het schoolontwikkelingslab. Het lectoraat is gevestigd in Almere en richt zich vooral op de regio Flevoland en de Metropoolregio Amsterdam.
Wat onderzoeken wij in de praktijk?
Multidisciplinair, laagdrempelig en het liefst samen met de regio. Het is onze opdracht om praktijkgericht onderzoek dichterbij al onze partners en onze stakeholders te brengen. Of dat nu studenten, bedrijven of professionals zijn. Wij hebben veel expertise in het formuleren, het opzetten en het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek én een batterij aan kennis in huis. Hiervoor leunen wij op knowhow van lectoren, promovendi, docenten en studenten en vormen zo één community en (ook jouw) partner voor meer kennisontwikkeling. Zowel in onze regio als op (inter)nationaal niveau. Wil je meer weten over een project? Wij vertellen je er graag meer over en delen onze kennis met je.
-
-
Meer over dit onderzoeksthema
Een rijke leeromgeving binnen het onderwijs creëer je bij uitstek door verschijnselen vanuit de materiële wereld 'de klas in te krijgen'. Verschijnselen die de aandacht trekken, de nieuwsgierigheid opwekken van leerlingen, en die zo onderzoekend en ontwerpend leren stimuleren. Deze didactische benadering geeft een concreet kader aan leerprocessen. Een focus op materiële verschijnselen is belangrijk om meer jongeren enthousiast te maken voor wetenschap en techniek. Dit domein is voor elke burger van belang, hier liggen veel mogelijkheden op de arbeidsmarkt.
Techniek als motor voor belangrijke vaardigheden
Maar techniek is meer dan een doel. Het is ook een context voor het ontwikkelen van de nodige specifieke vaardigheden, zoals op het gebied van taal en rekenen, voor wereldkennis en kunstzinnige vorming, voor algemene vaardigheden zoals creativiteit, kritisch denken, zelfsturing en samenwerken, én voor het ontwikkelen van sociale vaardigheden en gedrag. Het lectoraat doet daarom onderzoek naar de invloed van didactische benaderingen, zoals ‘het leren van spel’ en ‘het onderzoekend en ontwerpend leren’, op leerprocessen van kinderen.
-
RoboWijs
In 2018 heeft het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) in de subsidieronde Langlopend praktijkgericht onderwijsonderzoek een onderzoeksvoorstel gehonoreerd vanuit het lectoraat met als titel: RoboWijs: Een onderzoek naar de mogelijkheden van sociale robotica in (speciaal) basisonderwijs voor de ontwikkeling van technische en sociale vaardigheden bij kinderen met een autisme-spectrumstoornis (ASS).
RoboWijs is een 3-jarig project met een budget van € 500.000. In het project werken we samen in een consortium met de onderzoeksgroep Educatie en Pedagogiek (prof. dr. Paul Leseman, Universiteit Utrecht) en met drie organisaties voor het speciaal basisonderwijs: Eduvier (Almere en Lelystad), Bosch en Duin (Houten en Bilthoven) en De Evenaar (Nieuwegein).
Beoordeling NRO
NRO heeft het voorstel gekwalificeerd als zeer goed en stelt: “Deze studie onderzoekt of en hoe het gebruik van robotica (specifiek sociale robots) in het primair onderwijs bijdraagt aan de ontwikkeling van technische en sociale vaardigheden van kinderen met een autismespectrumstoornis, en hoe robotica structureel en effectief kan worden geïntegreerd in curricula, inclusief de voorwaarden voor professionaliseren van leerkrachten."
De commissie geeft aan dat het een breed gedragen en opgezet onderzoek betreft, waarin duidelijk ieders expertise goed wordt benut. Zij ziet gebruik van robots in de klas als actueel onderwerp en noemt het voorstel innovatief. De commissie waardeert het verkennende karakter van de studie en vindt het probleem goed beschreven. De commissie is enthousiast over de kwaliteit van het consortium. De commissie constateert dat zowel praktische als wetenschappelijke expertise ruim aanwezig is en ziet dit consortium als ideaal team om het voorgestelde project uit te voeren.
- Status: afgerond project
- Partners: Universiteit Utrecht, Eduvier, Bosch en Duin, De Evenaar
Verder lezen
-
RIF-project Talentontwikkeling met Wetenschap en Technologie
Het lectoraat is partner in een RIF-project van het ROC van Amsterdam en Flevoland, gericht op talentontwikkeling met wetenschap en technologie (W&T).
Doel en opzet
De publiek-private samenwerking (PPS) Talentontwikkeling met Wetenschap en Technologie (W&T) heeft als doel om de studenten van de ROC-opleidingen Pedagogisch Werk en Onderwijsassistent en onze studenten van de Associate degree Pedagogisch Educatief Professional van hogeschool Windesheim zo op te leiden dat zij kinderen in de kinderopvang en het basisonderwijs kunnen begeleiden in hun talentontwikkeling met behulp van W&T.
Studenten worden voorbereid om de nieuwsgierigheid van kinderen te prikkelen en te behouden door hen in verbinding te brengen met de materie om hen heen. En door inspiratie te bieden aan huidige leerkrachten en begeleiders. Het gaat om ‘Leren van spel’ via naspelen van technische beroepssituaties door jonge kinderen. Maar ook om ambachtelijk leren van oudere kinderen die, geïnspireerd door professionals uit de verschillende werelden van techniek, echte problemen leren oplossen en zo de wereld en hun eigen talenten verkennen. Denk aan huizen bouwen en installatietechniek, maar ook aan restaurants, de dierenarts, de supermarkt, de kapper en het mode-atelier.
Het lectoraat Leiderschap in Onderwijs en Opvoeding draagt bij aan de ontwikkeling van studiemateriaal en kijkwijzers om de ontwikkeling van kinderen op het gebied van taal, sociale vaardigheden, creativiteit en begrip van de wereld te kunnen volgen. Het lectoraat doet ook onderzoek naar de effectiviteit.
- Status: lopend project
- Looptijd: van juni 2019 t/m mei 2024
- Onze deskundige: dr. Martina Heinemann(opent in nieuw tabblad)
- Partners: ROC van Amsterdam en Flevoland (colleges Lelystad, Almere, Hilversum, Amstelveen en Amsterdam-Noord), Go! Kinderopvang, Partou/Small Steps, ASG, Prisma, SKO, STIP
-
Programmeren in het basisonderwijs
Veel onderwijsprofessionals pleiten voor een structureel onderwijsaanbod in ‘programmeren’ en computational thinking voor kinderen op de basisschool. Er is een groot aanbod ontstaan, maar het is nog niet duidelijk hoe het basisonderwijs zich zou moeten verhouden tot dit onderwerp. In het huidige onderzoeksproject worden de mogelijkheden verkend om programmeereducatie duurzaam te implementeren in het basisonderwijs.
Doelstellingen en aanpak
De nadruk ligt op het verkennen, inventariseren en duiden van wat er gebeurt op het gebied van programmeereducatie in het basisonderwijs. Om de doelstellingen te behalen zoeken we binnen het project 'Programmeren in het basisonderwijs' verbinding met organisaties en experts op het gebied van computational thinking, programmeren, programmeereducatie en vakintegratie. Daarnaast wordt verbinding gezocht met de praktijk, om werkwijzen en visies in het basisonderwijs te verzamelen en te analyseren. Hiervoor organiseren we verschillende bijeenkomsten.
Verwachte opbrengsten
De resultaten geven een eerste inzicht in de visies op programmeren in het basisonderwijs. Er lijken twee verschillende benaderingen te zijn: de ene benadrukt de uitdaging en sluit aan bij de motivatie van kinderen om gewoon te starten; de andere benadering wijst op overeenkomsten met het leren van een taal – wat veel oefening, geduld en herhaling vraagt. Het onderzoek wil handvatten ontwikkelen voor basisscholen om programmeeronderwijs duurzaam te implementeren.
- Status: lopend project
- Onze deskundige: Shirley de Wit(opent in nieuw tabblad)
- Partners: TechYourFuture(opent in nieuw tabblad), VHTO, Universiteit Leiden, Radboud Universiteit, Open Universiteit, diverse basisscholen en lerarenopleidingen
-
Onderwijs op het snijvlak van kunst, wetenschap en techniek
Diverse lectoren hebben met steun van Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA het Lectorenplatform Onderwijs op het Snijvlak van Kunst, Wetenschap en Techniek opgericht. Het lectoraat voert in dit kader diverse kleine projecten uit.
Verbeeldingskracht en creativiteit
Zo is met subsidie van SIA/KIEM een onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van verbeeldingskracht. Samen met vmbo-school Baken Stad in Almere is een ‘designathon’ uitgevoerd, waarin de vmbo-leerlingen zelfstandig een geluidssculptuur hebben ontworpen en gebouwd op basis van afvalmateriaal dat aangeleverd werd door het Upcycle centrum Almere. De leerlingen werden geïnspireerd door onderzoekers naar geluid en muziek en geholpen door hbo-studenten Engineering.
In de komende periode willen we de creativiteit en verbeeldingskracht in het onderwijs gaan versterken, vooral voor de zogenaamde 21st century skills. Ook zal het lectoraat bijdragen aan de ontwikkeling van een minor op het snijvlak van kunst, wetenschap en techniek.
- Status: lopend project
- Onze deskundige: Femke Wubbels-Beuting(opent in nieuw tabblad)
-
Meer over dit onderzoeksthema
-
-
Meer over dit onderzoeksthema
In de onderwijsketen neemt het jonge kind (0 tot 8 jaar) een belangrijke plaats in. Investeringen die we op jonge leeftijd doen betalen zich dubbel en dwars terug, terwijl achterstanden later maar moeilijk ingelopen worden.
Het lectoraat is nauw betrokken bij de ontwikkeling en doorontwikkeling van de 2-jarige Associate degree Pedagogisch Educatief Professional. Deze educatieve professionals leren onder meer hoe ze een rijke en betekenisvolle leeromgeving kunnen ontwerpen en inrichten voor het jonge kind van 0 tot 8 jaar. Na het afronden van de Associate degree hebben ze oog voor de betekenis van spelend leren. En zijn ze in staat om effectieve interactie te organiseren die zich richt op de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van jonge kinderen. Zo wordt er een bijdrage geleverd aan de vroeg- en voorschoolse Educatie (VVE) en het onderwijsachterstandenbeleid. Maar ook, op de langere termijn, aan de hele schoolloopbaan, de participatie in de maatschappij en succes op de arbeidsmarkt.
Jaarlijks wordt samen met de Ad de Dag van het Jonge Kind georganiseerd voor professionals die met jonge kinderen werken. We werken veel samen met organisaties in de kinderopvang en met het ROC van Amsterdam en Flevoland.
Zie ook
Associate degree Pedagogisch Educatief Professional
-
Speelwerkplaatsen
Voor jonge kinderen is spel de meest natuurlijke manier om zich te ontwikkelen en voor te bereiden op het ‘echte leven’. Kinderen spelen graag na wat ze grote mensen zien doen. Het project Speelwerkplaatsen sluit hierbij aan. Het onderzoek richt zich op het inrichten van ruimtes tot speelwerkplaatsen, waar kinderen in een rijke omgeving kunnen leren. En waar studenten van allerlei opleidingen, zoals de Ad maar ook de Pabo, Logopedie en Social Work, kunnen oefenen, observeren en studieopdrachten kunnen uitvoeren.
Een belangrijke onderzoeksvraag is gericht op de materialisering van spel. Welke dingen en verschijnselen stimuleren de ontwikkeling van kinderen? Hoe ‘echt’ moeten die zijn? Als je supermarkt speelt met plastic bananen, dan leer je weinig over de kwetsbaarheid van fruit. Woorden zoals houdbaarheidsdatum of rotting komen dan niet aan bod. Maar spel met echte materialen heeft natuurlijk ook allerlei nadelen: het kan duur, gevaarlijk of rommelig zijn.
Kinderen zijn vooral geïnteresseerd in de primaire behoeften en dagelijkse routines: eten en drinken, wonen, kleding, je verplaatsen, dingen maken, gezondheid. Zij leren veel door te luisteren en te kijken naar mensen die werken op deze gebieden. In dit project proberen we deze werelden voor kinderen te ontsluiten, te onderzoeken hoe kinderen leren van het nadoen van de grotemensenwereld, en hoe professionals die met kinderen werken hier sturing aan kunnen geven.
- Status: lopend project
- Onze deskundige: Mariska Venema(opent in nieuw tabblad)
-
Leren van spel
In het project Leren van spel ontwierpen we rijke spelsituaties samen met professionals in onderbouw en voorschoolse voorzieningen. Hierin worden jonge kinderen gestimuleerd hun zelfsturing en cognitieve vaardigheden te ontwikkelen. Via de methodiek van Lesson Studies kunnen deze evidence-based practices worden vertaald naar de praktijk.
Spel
Jonge kinderen ontwikkelen zich door vanuit nieuwsgierigheid hun omgeving te verkennen, handelingsmogelijkheden te achterhalen, betekenis te ontlenen aan de situatie, te imiteren en na te spelen. Veel leerkrachten en veel pedagogisch medewerkers weten nog niet goed hoe zij spel in rijke spelsituaties kunnen vormgeven en ondersteunen. Daarnaast wordt spel vaak onvoldoende aan leerdoelen gekoppeld.
Zelfsturing
Zelfsturing is belangrijk bij het ontwikkelen van kwalitatief hoogwaardig spel bij jonge kinderen. Zelfsturing kan worden gezien als een belangrijk voertuig voor verdere cognitieve ontwikkeling. Aan de basis van zelfsturing liggen executieve functies, vaardigheden waarmee je gedrag en denken kunt aansturen.
Resultaat
Ideeënboek Leren van Spel.(opent in nieuw tabblad) Dit inspiratieboek is uitgegeven naar aanleiding van het project.
- Status: afgerond project
- Onze deskundige: Mariska Venema (opent in nieuw tabblad)en dr. Sui Lin Goei(opent in nieuw tabblad)
- Partners: het lectoraat Gedrag- en Leerproblemen van Saxion (dr. Cathy van Tuijl), het lectoraat Early Childhood van Stenden (dr. Ineke Oenema), basisscholen in de regio’s rondom de hogescholen en enkele integrale kindcentra
- Financiering: SIA/RAAK-publiek.
Neem ook eens een kijkje op: lerenvanspel.nl.(opent in nieuw tabblad)
-
Social and Emotional Education and Development: upscaling awareness and skills in ECEC practice (SEED)
SEED is een Europees onderzoeksproject dat zich richtte op de vraag hoe professionals die met jonge kinderen werken het welbevinden van deze jonge doelgroep (beter) kunnen ondersteunen. Onderzoekers wilden met hun uitkomsten het thema welbevinden hoger op de Europese, nationale en lokale politieke agenda plaatsen. De Windesheimonderzoekers hebben onder andere de UPSI-5 afgenomen (een universele psychosociale indicator voor 5-jarige kinderen), leerkrachten geïnterviewd en de WANDA-intervisiemethode uitgevoerd.
Aanbevelingen
Bestuurders en leidinggevenden van scholen en opvangcentra kunnen de randvoorwaarden creëren die ervoor zorgen dat het personeel zich door reflectie ontwikkelt. Zodat zij hun pedagogische praktijk kunnen verbeteren en ontwikkelen, zich bewuster zijn van hun professionele rol tegenover kinderen en gezinnen en hun empathisch vermogen beter inzetten.
Partners
Penvoerder was International Child Development Initiatives. Er is samengewerkt met 5 partners:
- Vernieuwing in de Basisvoorzieningen voor Jonge Kinderen (VBJK) – België
- Open Academy Step by Step – Kroatië
- Partners for Democratic Change – Hongarije
- Queen Maud University College – Noorwegen
- Center for Education Initiatives - Letland
- Status: afgerond project
- Looptijd: van 1 november tot 31 december 2019
- Subsidie: Europese subsidie uit het Erasmus+ Key Action 2-programma
Meer weten?
Lees meer op de website van ICDI(opent in nieuw tabblad). Hier kun je ook de publicaties inzien die het project heeft opgeleverd.
-
Meer over dit onderzoeksthema
-
-
Meer over dit onderzoeksthema
Het lectoraat werkt in een sterk stedelijke context. Nieuwe steden als Almere en Lelystad kennen specifieke uitdagingen, zeker op het gebied van taal. De prestaties van basisschoolkinderen blijven achter bij landelijke gemiddelden. Ook het vervolgonderwijs, waaronder hogeschool Windesheim zelf, klaagt over het gebrekkige taalniveau van jongeren.
Hoe staat het met taal en taalonderwijs?
Veel kinderen zijn meertalig en niet iedereen groeit op met boeken en ander cultureel kapitaal. Het lectoraat is betrokken bij het programma Stedelijke Taalaanpak: Taal in de stad dat tot doel heeft de taalvaardigheid van kinderen te verbeteren. Daarnaast wordt op diverse scholen ondersteuning geboden bij de professionele ontwikkeling en de ontwikkeling van passend onderwijsmateriaal.
Van rijke leeromgevingen tot spelend leren
Het onderzoek richt zich op hoe rijke leeromgevingen, integratie met wereldoriëntatie en didactische aanpakken (zoals het spelend leren en onderzoekend en ontwerpend leren) kunnen bijdragen aan betere prestaties voor taal, zoals voor mondelinge taalvaardigheden en begrijpend lezen.
-
De Voorleesrobot
Voorlezen aan meertalige kinderen
Het hoofddoel van het project 'de Voorleesrobot' is het ontwerpen en evalueren van een voorleesrobot die meertalige kleuters in het basisonderwijs in hun thuistaal kan ondersteunen.
(opent in nieuw tabblad)Het gebruik van thuistalen in het onderwijs is belangrijk voor de (taal)ontwikkeling van meertalige kinderen, maar blijkt vaak lastig voor leerkrachten als zij deze talen niet spreken. Een robot kan geprogrammeerd worden om in allerlei talen voor te lezen, waardoor leerkrachten de robot kunnen inzetten om meertalige kinderen in hun thuistaal extra ondersteuning te bieden.
De robot kan samen met de leerkrachten verhalen voorlezen of als pre-teachingactiviteit ingezet worden. Het hoofddoel is om op die manier kinderen te helpen bij het leren en om inclusie van meertalige kinderen te bevorderen. Daarnaast is een extra doel van het project dat kinderen in de bovenbouw van de basisschool de robot leren programmeren, zodat ze basisvaardigheden in het programmeren onder de knie te krijgen. De robot kan zo op meerdere manieren ingezet worden in de school.
- Looptijd: 1 december 2021 tot en met 30 november 2023
- Subsidie: HBO-postdocbeurs van Regieorgaan SIA
- Onze deskundige: Rianne van den Berghe(opent in nieuw tabblad)
-
Stedelijke Taalaanpak 2: Taal in de stad
Om de taalvaardigheid en taalontwikkeling van kinderen en jongeren in Almere te verhogen is de stad met een unieke nieuwe aanpak gestart. Professionals uit de hele stad gaan gezamenlijk aan de slag om het taalniveau te verhogen.
De aanbevelingen uit de inventarisatiestudie Stedelijke Taalaanpak (2021) zijn het uitgangspunt voor de aanpak:
- Vergroot het taalbewustzijn
- Formuleer taalambities voor de stad
- Versterk de taalprofessionaliteit
- Versterk keten en netwerken
- Denk vanuit het kind
- Ontwikkel een ’Taalpaspoort’
- Versterk de rol van de ouders
Lerende netwerken
Overal in de stad worden 'lerende netwerken' gevormd. In zo'n netwerk ontwikkelen professionals samen hun taalondersteunende vaardigheden. Het doel is een duurzaam taalaanbod van hoog niveau te realiseren.
Een lerend netwerk bestaat uit professionals die dagelijks aan taalvaardigheid werken (bijvoorbeeld basisschoolleerkrachten), een procesbegeleider die verantwoordelijk is voor de organisatie en een expert die regelmatig kennis over het thema van het netwerk kan inbrengen.
Elk lerend netwerk formuleert een eigen meetbaar (of in ieder geval merkbaar) doel, ontwikkelt een aanpak, doet ervaring op en ontsluit de opgedane kennis, bijvoorbeeld via workshops, lesbrieven, bijdragen aan een jaarlijks taalsymposium en modules voor scholing.
Voorbeelden van thema's waar een lerend netwerk zich op kan richten zijn 'informatieve teksten leren schrijven', 'lezen, voorlezen en de leesmotivatie vergroten' en 'begrijpend lezen verbinden met wereldoriëntatie'.
Studenten van educatieve opleidingen zoals de AD PEP, Bachelor Pabo of Onderwijskunde kunnen bij de lerende netwerken aan de slag in het kader van een comakership of afstudeerwerkstuk. Lees meer over lerende netwerken.
Klankbordgroep
Een klankbordgroep met vertegenwoordigers uit het onderwijs (van basisschool tot hbo), de kinderopvang, de bibliotheek, het taalcentrum, welzijnswerk en de gemeente stelt de lerend netwerkgroepen in en ondersteunt ze.
- Status: lopend project
- Onze deskundige: Mariska Venema(opent in nieuw tabblad)
- Partners: gemeente Almere, Taalcentrum, passend onderwijs, schoolbesturen, De nieuwe bibliotheek en kinderopvangorganisaties.
-
Taalgericht W&T-onderwijs – een cognitieve analyse
Wetenschap- en technologie-onderwijs (W&T) biedt veel mogelijkheden voor integratie met andere vakken, zoals taal. Toch wordt W&T op de basisschool vaak nog gezien als een apart vak of onderwerp. Veel leerkrachten hebben moeite om er vorm en inhoud aan te geven. Door taal en W&T met elkaar te verbinden, kunnen leerkrachten W&T-onderwijs gemakkelijker een plek geven in het curriculum, en de leeropbrengsten in beide domeinen vergroten. In dit onderzoek brengen we in kaart welke vaardigheden en kennis leerkrachten nodig hebben voor taalgericht W&T-onderwijs.
Doelgroep
Het onderzoek richt zich op leerkrachten in het primair onderwijs.
Aanpak
In een cognitieve taakanalyse brengen we in kaart welke kennis en vaardigheden gevraagd worden van de leerkrachten wanneer zij taalgericht W&T-onderwijs geven. Daarvoor voeren we lesobservaties, interviews en expertmeetings uit. Dit alles leidt onder andere tot een vaardighedenhiërarchie waaruit is af te lezen welke vaardigheden en kennis nodig zijn om de complexe taak ‘taalgericht W&T onderwijzen’ uit te voeren.
Beoogde opbrengsten
De resultaten worden verspreid door rapportage in een vak- en wetenschappelijke publicatie. Daarnaast worden over de resultaten presentaties gegeven op wetenschappelijke en praktijkgeoriënteerde conferenties. De resultaten worden ook gebruikt in een vervolgproject om een professionaliseringstraject voor leerkrachten te ontwikkelen.
- Status: lopend project
- Partners: TechYourFuture(opent in nieuw tabblad), Universiteit Twente, Hogeschool Saxion
-
Stedelijke Taalaanpak
In steden met veel nieuwkomers, zoals Almere, is de taalontwikkeling een belangrijk aandachtspunt. Kinderen hebben een goede beheersing van de Nederlandse taal nodig voor een succesvolle schoolloopbaan en om volop mee te doen in de samenleving. Maar niet iedereen spreekt thuis altijd Nederlands, en ook komen niet alle kinderen in aanraking met de woordenschat en de redeneer- en signaalwoorden die je nodig hebt om de wereld om je heen te begrijpen en moeilijker teksten te kunnen lezen en schrijven.
In het kader van het Onderwijsachterstandenbeleid en de Lokale Educatieve Agenda ontwikkelt de gemeente Almere een Stedelijke Taalaanpak. Daarbinnen werken de kinderopvang, scholen, Windesheim en deskundigen van het Taalcentrum en Welzijnswerk samen en helpen zij elkaar om de taalontwikkeling te stimuleren. Het lectoraat ondersteunt ook diverse basisschoolteams in Almere en Lelystad in hun eigen aanpak gericht op taalontwikkeling.
Opbrengst
De inventarisatiestudie Taal in Almere heeft tot zeven aanbevelingen geleid, die in het vervolgproject Stedelijke Taalaanpak 2 verder worden uitgewerkt. De aanbevelingen zijn:
- Vergroot het taalbewustzijn
- Formuleer taalambities voor de stad
- Versterk de taalprofessionaliteit
- Versterk keten en netwerken
- Denk vanuit het kind
- Ontwikkel een ’Taalpaspoort’
- Versterk de rol van de ouders
- Status: afgerond project
- Onze deskundige: Conny Boendermaker(opent in nieuw tabblad)
- Partners: gemeente Almere; Taalcentrum; Passend Onderwijs; Schoolbesturen en Kinderopvangorganisaties; Universiteit Utrecht
-
Vliegwielen voor begrijpend lezen
In dit project is met subsidie van NRO onderzoek gedaan samen met vier basisscholen in Lelystad, van het schoolbestuur SCPO Lelystad. Twee scholen waren controlescholen en op twee scholen, Mozaïek en Ichthus, werden onderwijsexperimenten uitgevoerd.
Onderwijsexperimenten
In plaats van de gebruikelijke lessen in begrijpend lezen, werden lessen onderzoekend en ontwerpend leren gegeven. In deze lessen onderzochten de leerlingen bijvoorbeeld het stroomgedrag van rivieren in een voor dit doel gemaakte zand-watertafel. Dit leidde tot veel mondeling taalgebruik, zoals gesprekken over waarnemingen en verklaringen, dat door de leerkracht in goede banen werd geleid. Leerlingen werden gestimuleerd om te lezen en boeken uit de schoolbibliotheek mee naar huis te nemen. Onderzocht is wat deze interventie deed met prestaties op toetsen begrijpend lezen.
Onderzoeksresultaten
Het bleek dat de leerlingen in de experimentele conditie niet significant anders (niet beter, maar ook niet slechter) bleven presteren dan de leerlingen die begrijpend-lezen lessen hadden gekregen. Wel vonden de kinderen het nieuwe onderwijs veel leuker, en nam hun leesmotivatie toe. Dat is bemoedigend. Daar staat tegenover dat dit onderwijs wel hoge eisen stelt aan de leerkrachten. Ze moeten zich anders voorbereiden, en vooral veel energie stoppen in het begeleiden van de leerlingen. Het project heeft ons veel geleerd over hoe taal en techniek met elkaar verbonden kunnen worden, en hoe scholen en leerkrachten hierbij ondersteund kunnen worden.
- Status: afgerond project
- Onze deskundige: Conny Boendermaker(opent in nieuw tabblad)
-
Meer over dit onderzoeksthema
-
-
Schoolontwikkelingslab
In het schoolontwikkelingslab werken schoolleiders, Ib'ers, stafmedewerkers en een schoolbestuur PO (Prisma) met het lectoraat samen in een kennisgemeenschap met vakdidactische experts. Gedurende 4 jaar ontwikkelen zij samen een op leren, samenwerking en onderzoek gerichte cultuur. Schoolleiders ontwikkelen twee clusters van leiderschapspraktijken: leidinggeven aan onderwijskwaliteit, en leidinggeven aan ontwikkeling van een professionele leer- en onderzoekscultuur. We gaan na op welke wijze opleidingspraktijken en leeractiviteiten bijdragen aan de professionele groei van schoolleiders en de ontwikkeling van leiderschapspraktijken.
Opbrengst
Van Wessum, L. , & Pruijs, R. (2021). Beter onderwijs door praktijkonderzoek. Een praktische gids om met plezier onderzoek op te zetten in de eigen school. Antwerpen/’s Hertogenbosch: Gompel & Svacina.
Bakker, B., & Van Wessum, L. (2022). Een duidelijke koers naar succesvol en zelfverzekerd lesgeven. Basisschoolmanagement, 1, 24-27.
Van Kuijk, P. Pruis, R., & Van Wessum, L., & (2021). Schoolontwikkeling vraagt om leren op alle niveaus. Zone, 2, 6-10.
Theoretische relevantie: "We weten vrij aardig wat succesvolle schoolleiders doen, maar nog erg weinig over de wijze waarop schoolleiders dat leren." (Leithwood, 2019; Daniëls, Hondeghema, & Dochy, 2019)
Praktische relevantie: schoolleiders binnen Prisma ontwikkelen hun (evidenced-based) leiderschapspraktijken en werken aan een op onderzoek, samenwerking en leren gerichte cultuur.
De resultaten van het onderzoek worden verspreid door een rapportage in een vak- en wetenschappelijke publicatie. Daarnaast worden over de resultaten presentaties gegeven op wetenschappelijke en praktijkgeoriënteerde conferenties.
- Status: lopend project
- Onze deskundige: Conny Boendermaker(opent in nieuw tabblad)
- Partners: Prisma, Stichting voor christelijk basisonderwijs in Almere
-
Toekomstbehendig opleiden
De Werkgroep Toekomstbehendig Opleiden zoekt naar verhalen van lerarenopleiders die werken aan toekomstbehendig opleiden. Omdat de toekomst onbekend is, spreken we van toekomstbehendig onderwijs. Hieruit spreekt een grotere mate van continue adaptiviteit dan bij toekomstbestendig onderwijs. We verstaan onder toekomstbehendig opleiden: de transitie naar het centraal stellen van het leerproces van de student in relatie tot het beroep en de context van de school.
Opbrengst
Al de resultaten van het onderzoek worden verspreid door een rapportage in een vak- en wetenschappelijke publicatie. Daarnaast worden over de resultaten presentaties gegeven op wetenschappelijke en praktijkgeoriënteerde conferenties, onder andere op het Velon Congres 2019 en Velon Congres 2020.
- Satus: afgerond project
- Partners: Velon Themagroep Toekomstbehendig Opleiden: Quinta Kools, Fontys Lerarenopleiding Tilburg; Loes van Wessum, Windesheim; Frank Crasborn, Fontys Lerarenopleiding Sittard; Dubravka Knezic, Hogeschool van Amsterdam; Annet Meinen, Fontys Lerarenopleiding Tilburg; Wilma van Harten, Windesheim
-
SRVO Monitor
De VO-raad, de VO-academie en het schoolleidersregister VO zetten stevig in op professionalisering van schoolleiders en van bestuurders. Om hun beleid adquaat te kunnen ondersteunen laten ze meerjaarlijks een monitoronderzoek uitvoeren naar de professionaliseringsactiviteiten en professionaliseringsopbrengsten die schoolleiders en bestuurders hebben ondernomen. In 2020 is de 2-jaarlijkse monitor afgenomen.
Opbrengst
Literatuur: Schenke, W., Heemskerk, I., Weijers, D., Van Stigt, A., Van Wessum, L, & Ros, A. (2020). Monitor Professionele ontwikkeling schoolleiders en bestuurders VO 2018-2019.(opent in nieuw tabblad) Resultaten uit vragenlijstonderzoek. Amsterdam: Kohnstamm.
De meeste schoolleiders en bestuurders volgden in 2019 een of meerdere professionaliseringsactiviteiten. Zo kunnen ze hun leidinggevende functie beter uitoefenen. Wel maken ze nog te weinig afspraken over hun prestaties, te behalen doelen en loopbaanontwikkeling. Dat zijn een aantal belangrijke uitkomsten van het monitoronderzoek dat het Kohnstamm Instituut eind 2019 uitvoerde, in opdracht van SRVO en de VO-academie.
- Status: afgerond project
- Partners/uitvoerder: Dr. Wouter Schenke (Kohnstamm Instituut) en dr. Anje Ros (lector Leren en Innoveren, Fontys)
-
Schoolportretten Ontwikkeling van een lerende cultuur
De portretten zijn gemaakt in opdracht van het Schoolleidersregister Voortgezet Onderwijs (SRVO), in aanvulling op het jaarlijkse kwantitatieve monitoronderzoek naar professionaliseringsactiviteiten en professionaliseringsopbrengsten van schoolleiders en bestuurders. Uit onderzoek en gesprekken met schoolleiders sprak de behoefte aan inzicht in de wijze waarop schoolleiders een lerende en onderzoekende cultuur realiseren in hun school. Steeds meer schoolleiders geven het belang aan van het versterken van de professionaliteit van docenten, door samen te leren en te onderzoeken. Maar daarnaast geven zij aan dat ze het moeilijk vinden om dit te realiseren.
Schoolportretten voor inspiratie en reflectie
Om een beeld te krijgen van de wijze waarop schoolleiders werken aan de ontwikkeling van een lerende cultuur, schreven we een aantal portretten. We interviewden op vijf VO-scholen de bestuurder, de rector en de vertegenwoordigers van het middenmanagement. Schoolleiders en bestuurders kunnen de schoolportretten gebruiken als inspiratie- en reflectiebron. Het gezamenlijk bespreken ervan kan helpen bij de reflectie op hun eigen leiderschapspraktijken en bijdragen aan het maken van de goede keuzes. In het rapport staan suggesties voor het samen bespreken van de portretten.
Opbrengst
Ros, A., Van Wessum, L., & Schenke, W. (2020). Ontwikkeling van een lerende cultuur. Schoolportretten over de rol van schoolleiders. In opdracht van Schoolleidersregister VO, in het kader van een kwalitatief vooronderzoek ten behoeve van de Monitor Professionele ontwikkeling van schoolleiders 2018-2019. Dit wordt gepubliceerd op de website van SRVO(opent in nieuw tabblad).
- Status: afgerond project
- Partners: dr. Anje Ros (lector Leren en innoveren, Fontys) en dr. Wouter Schenke (Kohnstamm Instituut)
- Opdrachtgever: SVRO
-
Beroepsprofiel schoolleider Voortgezet Onderwijs
De schoolleider doet ertoe. Schoolleiders kunnen de schoolorganisatie zo inrichten dat deze bijdraagt aan de kwaliteit van onderwijzen en leren (Leithwood, Harris & Hopkins, 2019). Om schoolleiders te ondersteunen in hun dagelijks werk en om deze beroepsgroep te versterken is in 2013 een beroepsstandaard voor de schoolleider Voortgezet Onderwijs opgesteld. In 2019 hebben we in opdracht van SRVO het bestaande profiel geëvalueerd, om ervoor te zorgen dat het beroepsprofiel actueel blijft. Omdat een profiel als zodanig nog niet bijdraagt aan de ontwikkeling van de beroepsgroep in zijn totaliteit, of die van individuele of groepen schoolleiders, zijn we ook nagegaan op welke wijze het beroepsprofiel voor schoolleiders VO in de praktijk kan worden ingezet voor hun professionele ontwikkeling.
Opbrengst
Wessum, L. van, Ros, A., & Andersen, I. (2020). Herziening beroepsprofiel schoolleider VO. Verantwoordingsrapportage. In opdracht van Schoolleidersregister VO.
Het rapport en het beroepsprofiel worden te zijner tijd gepubliceerd op de website van SRVO.
- Status: afgerond project
- Partners: dr. Anje Ros (lector Leren en innoveren, Fontys) en dr. Inge Andersen (lector Waardegericht Leiderschap, Marnix Academie) en schoolleiders-onderzoekers van het Schoolleiders Register Voortgezet Onderwijs (SRVO)
-
Sturen op kwaliteit
Drie schoolbesturen voor primair onderwijs in Almere sloegen de handen ineen om tegenvallende leerlingresultaten te verbeteren. Al snel besloten zij dat ze de veranderingscapaciteiten van scholen wilden versterken. In een 2-jarig project met negen scholen is gewerkt met het model van de leerturbine.
Succesvolle teams en scholen
In samenwerking met de besturen ASG, SKO en Prisma, de gemeente Almere en het lectoraat Leiderschap in Onderwijs en Opvoeding werd gezocht naar een manier om de professionalisering van leraren en de schoolleiding op elkaar af te stemmen. Succesvolle teams en scholen zijn in staat om samen onderzoek te doen naar waar de leerlingen staan, waar ze de leerlingen willen brengen en wat daarvoor nodig is. Bestuurders kunnen hierin een belangrijke faciliterende en stimulerende rol spelen. Zij kunnen leidinggeven aan leren op alle niveaus in de organisatie.
Opbrengst
Van Wessum, L. (2019). Een integraal model voor continue professionele ontwikkeling van leraren en schoolleiders. Schoolmanagement Totaal, februari 2019, 28-32.
Van Wessum, L. (2018). The Learning Turbine. An aligned model for continuous development of teachers and school leaders. ESHA (European School Heads Association), October 2018, pp 60-68.- Status: afgerond project
- Partners: 9 scholen in Almere (van ASG, PRISMA en SKO)
- Financiering: de gemeente Almere verleende subsidie
-
PLEION
De studenten die ervaringen opdoen op de vernieuwingsscholen van PLEION (het Platform Eigentijds Onderwijs) worden geconfronteerd met een onderwijsomgeving en onderwijsconcept die een beroep doen op vaardigheden die zij soms nog maar beperkt hebben kunnen ontwikkelen. Voorbeelden zijn team-teaching, vakoverstijgend werken en coaching op het domein of in het leerhuis. Daarom heeft een aantal PLEION-scholen de samenwerking gezocht met lerarenopleidingen. In een door de VO-raad gefaciliteerd project is, onder begeleiding van lectoren, gewerkt aan producten die studenten moeten helpen om (nog) beter voorbereid te worden op het werken op een vernieuwingsschool.
Opbrengst
Zie de website van het Platform Samen Opleiden & Professionaliseren(opent in nieuw tabblad)
Presentatie op Velon Studiedag november 2019 en Velon Congres 2020- Status: afgerond project
- Partners: PLEION-scholen onder begeleiding van dr. ir Quinta Kools (lector Wendbare Onderwijsprofessionals, Fontys), lerarenopleidingen en VO-raad
Rubrics en workshops
Startende leraren die aan de slag gaan op een vernieuwende school zoals PLEION, moeten vaak erg wennen. Om ze beter voor te bereiden, maakten PLEION-scholen, lerarenopleidingen, Platform Samen Opleiden & Professionaliseren en Schoolinfo samen rubrics en workshops(opent in nieuw tabblad). Onze associate lector Loes van Wessum was vanuit een meelezende en adviserende rol hierbij betrokken.
-
Schoolontwikkelingslab
Wij delen graag kennis: lees al onze publicaties
Onze lector en de onderzoekers van het lectoraat Urban Care & Education publiceren met regelmaat over hun onderzoek. Hun publicaties zijn van grote waarde voor de maatschappelijke, economische ontwikkeling van Nederland. Publicaties worden met regelmaat gepubliceerd op basis van open access. Zo garanderen wij vrije toegang tot alle resultaten van en handvatten uit ons praktijkgericht onderzoek, zodat ook jij die informatie kunt (her)gebruiken.
Teachers’ Experiences of Presence in Their Daily Educational Practice
Secondary school students’ experiences of presence in daily classroom practice
Inventarisatiestudie Taal in Almere
Contributing to reading comprehension through Science and Technology education
'En wat heb je geleerd?' : een model om in gesprek te gaan over professionalisering
Meer weten?
Wat kunnen onze onderzoekers voor jou betekenen? Onderzoek dit samen met ons! Neem contact op met Chiel van der Veen, lector Urban Care & Education.
Neem ook een kijkje op onze LinkedIn pagina(opent in nieuw tabblad)
Het kenniscentrum Maatschappelijke Innovaties Flevoland wil door middel van de juiste kennis en knowhow een actieve bijdrage leveren aan de sociaal, ecologisch en economisch duurzame toekomst van een ‘New Town’ als Almere en de provincie Flevoland.