Gemis aan kindvriendelijke ruimtes in opvang voor kwetsbare gezinnen
Kinderen die tijdelijk verblijven in opvanglocaties voor dakloze gezinnen, slachtoffers van huiselijk geweld of vluchtelingen ervaren vaak een gebrek aan kindvriendelijke plekken. Dat blijkt uit onderzoek van het lectoraat Urban Care & Education naar de favoriete plekken van kinderen binnen Nederlandse opvanglocaties. De kinderen geven waardevolle inzichten voor verbeteringen, onder andere door foto’s te maken van hun favoriete plekken binnen opvanglocaties.
Opvanglocaties zijn bedoeld als tijdelijke noodoplossing, maar veel kinderen wonen er vele maanden of zelfs jaren. Toch is er bij de inrichting van deze plekken te weinig oog voor de ervaring en beleving van kinderen. Dit blijkt uit wetenschappelijk onderzoek(opent in nieuw tabblad) naar de favoriete plekken van kinderen in de opvang. Voor dit onderzoek maakten kinderen tussen de 4 en 12 jaar foto’s van hun favoriete plekken binnen vier Nederlandse opvanglocaties.
Gebrek aan kindvriendelijke plekken
De studie laat zien wat kinderen nodig hebben: ruimte om samen te spelen, een gevoel van veiligheid en een prettige sfeer. "Opvallend is bijvoorbeeld dat geen van de kinderen hun eigen gezinskamer als favoriete plek kiezen, maar juist gemeenschappelijke ruimtes zoals gangen, tuinen of trappenhuizen. Want daar kunnen ze met anderen spelen", vertelt hoofdonderzoeker Elise Peters, van het lectoraat Urban Care & Education van hogeschool Windesheim. Maar in die foto’s zit ook ongemak. Peters: “Dat kinderen nu een parkeerplaats of kale gang aanwijzen als favoriete plek, omdat daar nog enige speelvrijheid is, is ook schrijnend. Het is een stille noodkreet die laat zien hoe weinig kinderen zich écht welkom voelen in de opvang.”
De kinderen geven aan behoefte te hebben aan plekken die zowel open als geborgen zijn: een eigen plek, maar ook dicht bij hun ouders. Ruimte, maar ook duidelijke grenzen. Peters: “Dat lijken tegenstrijdigheden, maar deze kinderen hebben vaak veel meegemaakt. Het is logisch dat zij plekken zoeken waar zij kunnen ontdekken, maar wel binnen duidelijke kaders. Ze zoeken veiligheid, maar óók iets om mee te maken.” Uit de foto’s die de kinderen maakten, blijkt hoe dat eruit kan zien: ze fotograferen natuur, kleur, zachte materialen en gezellige hoekjes.
Tekst gaat verder onder de afbeeldingen
Niet opbergen, maar ontwikkelen
De foto’s van de kinderen maken duidelijk dat kindvriendelijke plekken momenteel vaak ontbreken binnen opvanglocaties. Maarten Hijink, directeur Valente, is geraakt door het onderzoek. Hijink: “Het onderzoek laat zien hoe belangrijk het is dat opvang niet alleen veilig is, maar ook de ontwikkeling van kinderen stimuleert in plaats van belemmert. Kinderen moeten kunnen spelen, leren en tot rust komen, juist wanneer hun wereld onzeker is.”
Mirjam Blaak, directeur van Defence for Children Nederland: “In de basis geldt: kinderen horen niet in een opvang, maar hebben recht op een thuis. Maar als opvang onvermijdelijk is, dan moet die plek ook werkelijk kindvriendelijk zijn. Dit schrijft ook het VN-Kinderrechtenverdrag voor: kinderen hebben recht op vrije tijd, recht op spelen en het recht op recreatieve bezigheden. Bovendien moet de overheid er volgens het VN-Kinderrechtenverdrag ervoor zorgen dat ieder kind hierin gelijke kansen heeft. Anders ontnemen we kinderen hun kindertijd”
Hoewel kindvriendelijke plekken vaak ontbreken, toont het onderzoek ook aan dat de kinderen zelf vindingrijk zijn. Ze claimen tóch gewoon hun ruimtes, ongeacht of de opvang daarop is ingericht.
Oproep aan beleid en praktijk
Valente en Defence for Children Nederland roepen beleidsmakers, ontwerpers en opvangorganisaties naar aanleiding van het onderzoek op om kinderen vanaf het begin serieus te nemen als actieve medegebruikers van de ruimte. Dat betekent: ontwerp met hen in gedachten, bied ruimte voor spel en zorg voor een warme, uitnodigende sfeer.
“Kinderen gebruiken deze ruimtes niet zijdelings; ze leven er, spelen er, verwerken er wat ze meemaken,” zegt Peters. “Als we willen dat opvang werkt voor kinderen, moeten we hen vanaf het eerste moment serieus nemen als gebruikers van deze leefomgeving.”
Het onderzoek is uitgevoerd door hogeschool Windesheim, in samenwerking met Hogeschool Leiden, ETH Zurich en Vrije Universiteit en gepubliceerd in Children’s Geographies(opent in nieuw tabblad)
Hoofdonderzoeker Elise Peters
Vragen over dit nieuwsbericht?
Stel ze aan de Newsroom via newsroom@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad)
Neem contact met ons op
-
Bereikbaarheid
Op werkdagen tussen 09.00 en 17.00 uur