Weten hoe we alle kinderen gezond, veilig en kansrijk laten opgroeien?
Kinderen hebben recht op een optimale ontwikkeling, op goede zorg en op veiligheid. Naast ouders, dragen medeopvoeders, professionals binnen de jeugdsector en overheid verantwoordelijkheid voor hoe jeugdigen opgroeien. Het lectoraat Jeugd van hogeschool Windesheim werkt met praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek aan vragen die hierover leven bij verschillende organisaties en instellingen. Zo werken we als onderzoekers en hogeschool actief mee aan een veilige opvoedomgeving van kinderen.
Wat onderzoeken wij in de praktijk?
Multidisciplinair, laagdrempelig en het liefst samen met de regio. Het is onze opdracht om praktijkgericht onderzoek dichterbij al onze partners en onze stakeholders te brengen. Of dat nu studenten, bedrijven of professionals zijn. Wij hebben veel expertise in het formuleren, het opzetten en het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek én een batterij aan kennis in huis. Hiervoor leunen wij op knowhow van lectoren, promovendi, docenten en studenten en vormen zo één community en (ook jouw) partner voor meer kennisontwikkeling. Zowel in onze regio als op (inter)nationaal niveau. Wil je meer weten over een project? Wij vertellen je er graag meer over en delen onze kennis met je.
-
-
Meer over dit onderzoeksthema
Binnen de jeugdsector wordt nu veel sterker dan voorheen actief ingezet op het potentieel aan ondersteuning vanuit de sociaalpedagogische omgeving, de eigen inbreng van gezinnen en de professionaliteit van de (individuele) hulpverlener. Professionele inzet begint nu al bij preventieve ondersteuning van ouders en gezinnen in de dagelijkse opvoedingstaken en loopt door tot de inzet van complexe en gespecialiseerd zorg.
Samenwerken voor de meest kwetsbare kinderen
In de jeugdhulp gaat het om het garanderen van de belangen van de meest kwetsbare kinderen die recht hebben op de voor hen meest passende reguliere én gespecialiseerde zorg. En daar is durf voor nodig om anders samen te werken, oog te hebben voor de achtergrond en pedagogische context van gezinnen en kinderen en gericht op het (zo goed als mogelijk) herstel van het dagelijks leven. Immers, net als de leerkracht de belangrijkste factor vormt voor het onderwijs aan leerlingen, is de jeugdzorgprofessional bepalend voor het welslagen van zorg en ondersteuning in gezinnen.
Preventieve ondersteuning
Bij preventieve ondersteuning moeten alle professionals ook oog hebben voor hoe gezinnen omgaan met vragen rond de opvoeding en het opgroeien van kinderen. Vroegtijdige advisering en steun helpt opvoeders grotere problemen en zorgen te voorkomen. Om kunnen gaan met snelle technologische veranderingen in de samenleving hoort daarbij. Zowel ouders thuis, als het onderwijs, de kinderopvang, bibliotheek- en cultuurinstellingen, gezondheidsinstellingen en zorgverleners moeten zelf voldoende mediawijs zijn om kinderen optimaal te kunnen ondersteunen.
Pedagogische werkrelaties op drie niveaus
Professionals in de ondersteuning en in de jeugdhulp gaan een pedagogische werkrelatie aan op drie niveaus:
- Op het niveau van ouders en kinderen
- Op het niveau van professionals van andere disciplines in de wijkteams
- Op het niveau van het sociale netwerk rondom gezinnen
Het onderzoek van het lectoraat Jeugd richt zich binnen dit onderzoeksprogramma op deze drie niveaus.
-
Met elkaar uit elkaar
Bij een complexe scheiding gaat de aandacht van ouders meer dan eens uit naar andere dingen dan het belang van de kinderen. Juist in die situaties is het belangrijk dat betrokken hulpverleners en professionals goed samenwerken en de meest effectieve ondersteuningsmethodes gebruiken, zodat scheidende ouders hun rol als ouders weer echt oppakken en het belang van de kinderen bovenaan kunnen zetten. Dit project is erop gericht deze samenwerking te verbeteren.
Preventie en versterken
In de regio IJsselland gaan tien organisaties die in de volle breedte betrokken zijn bij (complexe) scheidingen, intensief samenwerken om ervoor te zorgen dat de ondersteuning van ouders verbeterd wordt. Welke ondersteuningsmethodes werken goed? Wat kan er verbeterd worden in de samenwerking? Worden mensen correct doorverwezen? Op basis van gesprekken met hulpverleners en gezinnen in scheiding, ouders én kinderen, worden verbeterpunten en methodieken in drie proefgebieden toegepast, waarna de uitkomsten breed uitgezet en opgepakt worden. De focus ligt hierbij op de preventie en het versterken van de eigen kracht van ouders rondom de zorg voor hun kinderen.
Onderzoeksopzet
Va een quick-scan en gericht onderzoek kijken we bij ouders, kinderen en professionals welke beproefde methodes en welke verbeterpunten in de samenwerking er zijn. Hierna zetten we ze in in drie pilotgebieden van verschillend karakter (grote stad, kleine stad/grote gemeente en plattelandsgebied). De ervaringen van de quick-scan, onderzoek en van de praktijk in de pilotgebieden worden dan uitgedragen in betrokken organisaties en bij sociale wijkteams/gebiedsteams.
- Status onderzoek: afgerond (2015 t/m 2019)
- Samenwerking: dit project is mede mogelijk dankzij een subsidie uit het programma Effectief werken in de jeugdsector van ZonMw.
- Mede-initiatiefnemers: Jeugdbescherming Overijssel, De Kern / Dimence, Gemeente Zwolle (namens de 11 gemeenten in de regio IJsselland), Kadera, MEE IJsseloevers, Raad voor de kinderbescherming, Trias, Vitree, William Schrikker Groep
Meer weten? Neem contact op met:
Anja Bunthof, onderzoeker jeugd
E-mail: JABM.Bunthof@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad) -
Alliantie in Beeld
De kwaliteit van de werkrelatie (alliantie) tussen hulpverlener en cliënt is een belangrijk uitgangspunt in de (intensieve) ambulante gezinshulpverlening. Toch is er tot nu toe nog weinig onderzoek beschikbaar dat inzicht geeft in de feitelijke bijdrage van de werkrelatie aan de uitkomsten van de hulpverlening bij ambulante gezinshulpverleningstrajecten.
Verbeteren werkrelatie
Hoe kunnen ambulante gezinshulpverleners hun werkrelatie met jeugdige en hun ouder(s) het beste vormgeven, zodat de hulpverlening meer kans van slagen heeft? Dat is de insteek van het onderzoek Alliantie in Beeld. Het beïnvloeden van de kwaliteit van de werkrelatie, is bij het werken met gezinnen met multi-problematiek vaak een complexe uitdaging. Van de gezinshulpverlener wordt verwacht dat hij of zij met meerdere gezinsleden tegelijkertijd een goede relatie opbouwt. Deze gezinsleden hebben onderling vaak andere (soms zelfs tegenstrijdige) behoeften, wensen en verwachtingen van de hulpverlener en ze beïnvloeden elkaar in hun werkrelatie met de hulpverlener.
Doel van het onderzoek
- De bijdrage van de kwaliteit van de werkrelatie tussen ambulant gezinshulpverlener en gezin aan de uitkomsten van de hulp binnen de (intensieve) ambulante gezinshulpverlening
- Welke feitelijke interacties tussen hulpverlener en gezin bijdragen aan de werkrelatie (en welke niet)
Belangrijkste uitkomst
In haar proefschrift pleit Marianne voor een meer systeemgerichte benadering van de werkrelatie wanneer het gaat om gezinsgerichte vormen van jeugdhulp. In onderzoek, opleiding en praktijk mogen we meer oog hebben voor de complexe vaardigheden die nodig zijn om te werken aan een sterke werkrelatie met het héle gezin. Concreet betekent dat bijvoorbeeld: meer aandacht voor de werkrelaties met verschillende gezinsleden, voor de ervaren veiligheid tijdens een gezinsgesprek, en voor de samenwerking tussen gezinsleden aan door iedereen gedeelde doelen.
- Type onderzoek: promotieonderzoek
- Status: Afgerond (t/m 2021)
- Partners: Universiteit van Amsterdam (afdeling orthopedagogiek), Vitree, Trias. Dit onderzoek werd uitgevoerd binnen het samenwerkingsverband Kennis en kracht voor jeugdzorg in IJsselland. Studenten van de opleidingen Social Work en Pedagogisch Management Kind en Educatie (Windesheim) en orthopedagogiek (UvA) leverden een bijdrage in de verzameling en analyse van de onderzoeksgegevens.
- De uitkomsten en methode van onderzoek hebben geleid tot praktisch bruikbare werkkaarten die op Windesheim worden gebruikt in de training 'Samenwerken met Gezinnen' in de minor GMCP van de opleiding Social Work en in een speciaal voor gezinsbehandelaren ontwikkelde training 'Alliantie in Beeld'.
Lees hier Marianne's volledige proefschrift(opent in nieuw tabblad)
Meer weten? Neem contact op met:
Marianne Welmers, onderzoeker jeugd
E-mail: jm.welmers-vande.poll@windesheim.nl.(opent in nieuw tabblad) -
Samen de Schouders eronder
Van alle pleegzorgplaatsingen wordt zo’n 30% tot 50% voortijdig beëindigd. Een goede start is voor succesvolle plaatsing cruciaal. Duidelijkheid over de positie van het kind, de ouders, pleegouders en hulpverleners en gelijkwaardigheid van alle betrokken partijen kunnen hieraan bijdragen. Het lectoraat wil een praktische en overdraagbare methode (handreiking) ontwikkelen die deze duidelijkheid kan verschaffen, voor de ondersteuning van een succesvolle plaatsing.
Onderzoeksopzet
Om tot de (digitale) handreiking te komen betrekt het lectoraat Jeugd al de betrokken partijen actief bij dit project, door zowel cliënten- en jongerenraden, alsook de pleegouderraden van de participerende pleegzorgaanbieders, NVP, LOPOR en bureaus jeugdzorg een plek te geven in een expertgroep. In deze expertgroep wordt het plan en de uitvoering van het project besproken en gevolgd. De raden worden niet alleen geïnformeerd, maar hebben ook een stem in het onderzoek, uitvoering, analyse en betekenis van de uitkomsten. En het ontwikkel van de handreiking.
Publicaties
Het onderzoek Samen de schouders eronder leverde vier producten op:
- Een visie op netwerkbegeleiding
- De rapportage van het onderzoek naar de gebruikte methodieken in Nederland
- Een handreiking om netwerkbegeleiding in te zetten
- Een bijbehorende toolkit
Belangrijkste uitkomst
Op 23 mei 2017 was de slotbijeenkomst van het onderzoek. Een van de belangrijkste resultaten van het onderzoek is om de regie, inspraak bij beslissingen, zo laag mogelijk neer te leggen: bij de jongere, de ouder, de pleegouder.
- Status: afgerond (2015 t/m 2017)
- Samenwerking: uitgevoerd binnen het samenwerkingsverband Kennis en kracht voor jeugdzorg in IJsselland.
- Gefinancierd door: Stichting Kinderpostzegels Nederland
- Partners: Juvent (Zeeland) en Trias Jeugdhulp (Overijssel), Stichting Gereformeerde Jeugdzorg en de William Schrikker Groep, Pleegoudersupport Zeeland, de pleegouder-, cliënten- en jongerenraden van instellingen
Meer weten? Neem contact op met:
Dorien Graas, lector jeugd
E-mail: tam.graas@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad) -
Geweld in doven- en blindeninternaten
Op verzoek van de Commissie Onderzoek Geweld in de Jeugdzorg (De Winter) zijn een tweetal studies gedaan naar het voorkomen van geweld in residentiële instellingen voor dove en blinde kinderen in de periode 1945 tot heden. De Commissie heeft voor het vervolgonderzoek drie hoofdvragen als uitgangspunten geformuleerd:
- Wat is er gebeurd vanaf 1945 tot op heden?
- Hoe heeft geweld in de jeugdzorg in de jeugdzorg vanaf 1945 tot op heden kunnen plaatsvinden?
- Hoe is het geweld in de jeugdzorg van 1945 tot op heden ervaren door (ex-)pupillen?
Er zal een eindrapport worden opgesteld waarin dit onderzoek deel van zal uitmaken. Het eindrapport wordt aangeboden aan de ministers van Justitie en VWS en de Tweede Kamer.
Werkwijze
Op basis van het vooronderzoek dat door projectleider Dorien Graas gezamenlijk met Corrie Tijsseling en Paul van Trigt in 2016-2017 is gedaan, en waarin de haalbaarheid én wenselijkheid van verdiepend onderzoek over de periode 1945 tot heden beschreven wordt, is besloten dat het onderzoek over de doven- en blindeninternaten onderdeel is geworden van het hoofdonderzoek naar geweld in de Nederlandse jeugdzorg dat onlangs van start is gegaan.
In twee brieven van het kabinet aan de Tweede Kamer (d.d. 19 mei en 7 november 2016) worden de kaders beschreven en wordt ook expliciet de taakopdracht met betrekking tot de doven en blindeninternaten aangegeven:
- Het fysiek en psychisch geweld dat zich tussen 5 mei 1945 en heden heeft voorgedaan in een afgebakende groep internaten voor doven en blinden, waarover tijdens het vooronderzoek signalen zijn ontvangen, jegens de daar geplaatste minderjarigen
- De context waarbinnen het geweld (…) heeft plaatsgevonden en de mechanismen die bij dit geweld een rol speelden, alsook de mogelijkheden om melding te maken van het zich voordoen ervan
- De bekendheid bij de overheid van signalen over het zich voordoen van geweld (…) en de wijze waarop de overheid op deze signalen heeft gereageerd
- Het gewenste aanbod aan hulpverlening voor in de kinderjaren mishandelde en misbruikte volwassenen en of daaraan afgemeten het huidige aanbod adequaat is
Lees meer over dit onderzoek op de website van de rijksoverheid(opent in nieuw tabblad).
- Status: afgerond (2016 t/m 2019)
- Samenwerking: het onderzoek staat onder verantwoordelijkheid van de lector Jeugd en heeft met een aantal deskundigen van o.a. VU Amsterdam, Universiteit Leiden en Windesheim plaatsgevonden
Meer weten? Neem contact op met:
Dorien Graas, lector Jeugd
E-mail: tam.graas@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad) -
Onbekend maakt Onbemind
Neurobio-psychosociale kenmerken van crimineel en antisociaal gedrag bij jongeren. Hoe kunnen we de kennis hierover doorgeven in de professionele praktijk en in de hbo-opleidingen?
Doel van het onderzoek
Hersenontwikkeling en de invloed op het gedrag bij adolescenten met zeer problematisch antisociaal gedrag is een nog onderbelicht onderwerp binnen het dagelijks handelen van professionals en binnen opleidingen. Samenwerking tussen partners in bestaande consortia (NeuroLabNL en twee Academische Werkplaatsen Jeugd) maakt bundeling van kennis en de implementatie ervan in opleidingen en praktijk mogelijk. Door de ontwerpmethode Design Thinking is het mogelijk om samen inzichtelijk te maken wat er nodig is om die overdracht van kennis structureel in te passen. Het project richt zich op de bundeling van kennis zelf én op de attitude en perceptie, namelijk het leren omgaan met die kennis.
Waarom wij dit onderzoek doen?
Kennis over neurobiologisch onderzoek in relatie tot criminaliteit en antisociaal gedrag (zoals agressie) is sterk gegroeid. Daarnaast groeit de potentie voor toepassingen in meetinstrumenten, preventie en interventie. Het benutten hiervan staat of valt met de goede overdracht van kennis naar de praktijk. Die kennis is echter nog maar mondjesmaat naar de praktijk (JJI's, jeugdinrichtingen, reclassering etc.) doorgedrongen. Bovendien spelen misverstanden en mythes over biologische factoren een rol. Het kan dan gaan om een te negatieve visie op die biologische factoren, een onderschatting van de rol ervan, of juist om te hoge verwachtingen van wat ze kunnen opleveren. Onderzoekers schrijven het gebrek aan kennis mede toe aan het gebrek aan aandacht hiervoor in de opleiding.
- Status: afgerond (2019 t/m 2021)
- Samenwerking: de projectgroep komt voort uit het bestaande netwerk van NeurolabNL en twee Academische Werkplaatsen Jeugd waarin een sterke betrokkenheid en dialoog is gecreëerd tussen hogescholen, kennis- en praktijkinstellingen en wetenschappelijk en praktijkgerichte onderzoekers.
Het project valt onder het ZonMw-programma Kennis en de jeugdopleidingen. Lees hier meer over op hun website(opent in nieuw tabblad).
Meer weten? Neem contact op met:
Dorien Graas, lector Jeugd
E-mail: tam.graas@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad) -
Hoop een huis geven
Met een landelijk dekkend netwerk van gezinshuizen en overkoepelende (zorg)instellingen onderzoeken we voor welke kinderen (achtergrond, problematiek) gezinshuizen een geschikte hulpverleningsvorm zijn en wat dit betekent voor zowel de organisatie van de hulpverlening als deskundigheid van gezinshuisouders. Dit leidt tot implicaties voor het werkveld, maar ook voor het hbo-onderwijs. Er is ook aandacht voor wat gezinshuisouders nodig hebben om hun werk goed te doen en dit vol te houden. De opbrengsten zullen worden gebruikt om een beloftevol transformatiedoel te realiseren: overplaatsingen voorkomen en een stabiele en duurzame plek voor kinderen die niet meer thuis kunnen wonen.
Doel van dit onderzoek
Er zijn drie deelprojecten. Het eerste ervan richt zich op het beschrijven van de gezinshuiskinderen: welke eigenschappen hebben ze en hoe ervaren zij het leefklimaat, hun motivatie, de vervulling van hun basisbehoeften, de deelname aan de maatschappij en netwerkvorming? Het tweede deelproject richt zich op de vraag hoe gezinshuisouders hun gezinshuis zo vorm kunnen geven dat er een optimaal klimaat ontstaat voor een stabiele thuissituatie en een positief leefklimaat. Het derde deelproject betreft de implementatie van deelproject 1 en 2 en richt zich op de vertaalslag van opgedane kennis en informatie naar de praktijk en het onderwijs.
Waarom wij dit onderzoek doen?
De transitie en transformatie in de Jeugdhulp gaat samen met de wens van gemeenten en rijksoverheid om kinderen die niet meer thuis kunnen wonen niet meer in (gesloten) residentiele voorzieningen maar zo veel mogelijk in pleeggezinnen en gezinsgerichte voorzieningen op te vangen. Als gevolg hiervan, neemt het aantal jeugdigen met complexe zorgvragen toe in gezinshuizen (volgens de Factsheet Gezinshuizen in 2016 50% meer).
Onderzoek heeft de afgelopen jaren aangetoond dat in gezinshuizen een beter leefklimaat aanwezig is dan in residentiële voorzieningen en de gesloten jeugdhulp. Toch gaat de plaatsing niet altijd goed, vaak vanwege complexe problemen van deze kinderen. Dan moeten ze weer naar een andere plek. Volgens recent onderzoek hebben de kinderen in gezinshuizen gemiddeld al zo'n 3,6 plaatsingen achter de rug. Voor het kind en de hulpverlening is een overplaatsing een traumatische gebeurtenis, zoals in de aangrijpende documentaire ‘Alicia’ was te zien. Deze negatieve jeugdervaring komt bovenop eerdere negatieve jeugdervaringen in hun leven en heeft grote gevolgen voor hun latere ontwikkeling.
- Status: lopend (2019 t/m 2022)
- Samenwerking: het onderzoek wordt gefinancierd vanuit een Sia-Raak subsidie. Het consortium bestaat uit 5 organisaties die 400 van de 800 gezinshuizen vertegenwoordigen: Gezinshuis.com, Driestroom, Jeugdformaat, Spirit en de William Schrikker Groep en vijf hogescholen: Windesheim, Hogeschool Leiden (aanvrager van de subsidie), Christelijke Hogeschool Ede en Zuyd Hogeschool en Hogeschool Rotterdam
Meer weten? Neem contact op met:
Dorien Graas lecor Jeugd of Marjorie Beld, onderzoeker Jeugd
E-mail: tam.graas@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad) of mhm.beld@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad) -
Samen de handen ineen voor een multiprobleem
Het doel van dit onderzoek was om de laatste kennis rondom het werken in gezinnen, die zich kenmerken door problemen op meerdere levensdomeinen, beschikbaar te stellen aan professionals in het veld en aankomend professionals. We ontwierpen daarvoor nieuwe vormen van opleidingen (blended modules en serious games). De kennis is bij elkaar gebracht op basis van wetenschap en is getoetst in sessies met ervaringsdeskundige jongeren en ouders.
- Status: afgerond (2019 t/m 2021)
- Samenwerking: het betreft een samenwerkingsproject met verschillende hogescholen (Fontys, NHL/Stenden, HAN en Windesheim) en met Stichting Alexander.
- Lees hier meer over de onderwijsmaterialen en hoe ze worden gebruikt binnen het onderwijs.(opent in nieuw tabblad)
Meer weten? Neem contact op met:
Bert Wienen, associate lector Jeugd
E-mail: b.wienen@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad) -
Inbedding kennis binnen hoger onderwijs
Het doel van dit project is het in kaart brengen van belemmerende en bevorderende factoren in het bundelen, vertalen en implementeren van kennis binnen de sociale opleidingen van het hbo. Waar lopen we tegenaan wanneer we actuele ervarings-, praktijk- en wetenschappelijke kennis willen integreren binnen curricula? En welke vormen van (blended) onderwijs zijn dan veel belovend? ZonMw ziet de huidige projecten die zijn uitgevoerd binnen het programma ‘’Kennis en jeugdopleidingen verbinden’’ als voorlopers en wil de kennis en ervaringen uit deze drie projecten ook inzichtelijk maken voor (toekomstige) projecten die zich gaan bezighouden met de bundeling en vertaling van kennis naar vormen van (blended) onderwijs binnen het hbo en voor hbo professionals.
- Status: lopend (2021 t/m 2022)
- Samenwerking: Hogeschool Windesheim, Hogeschool InHolland, Hogeschool Utrecht, NHL-Stenden, HAN, Nederlands Jeugdinstituut en Verwey Jonker Instituut.
Meer weten? Neem contact op met:
Bert Wienen, associate lector Jeugd
E-mail: b.wienen@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad)
-
-
-
Meer over dit onderzoeksthema
We leven in een steeds complexer wordende samenleving. Het beroep op professionele opvoed- en opgroei-ondersteuning neemt al jaren toe. De achterliggende vraag is of een samenleving waarin zoveel jongeren professionele vormen van jeugdhulp krijgen, zelf wel ‘normaal’ is. Zij hebben er recht op om zich te ontwikkelen op een manier die bij hen past, zonder dat zij meteen buiten de gewone kaders worden geplaatst voor speciale hulp of begeleiding, thuis of op school.
Vanuit diverse projecten doen we hier onderzoek naar en werken we samen met kinderen, jongeren, ouders/verzorgers, het onderwijs, jeugdhulp instellingen, kennisinstellingen, gemeenten en overheden.
-
Academische Werkplaats Transformatie Jeugd Samen op School
Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdhulp. Zij kunnen de zorg het dichtst bij kinderen en opvoeders organiseren, en sterker inzetten op de preventie en het versterken van de eigen kracht en het netwerk van gezinnen. Het programma Academische Werkplaatsen Transformatie Jeugd (AWTJ) ondersteunt deze transformatie van de jeugdhulp.
Werkplaats Transformatie Jeugd Samen op School
Op 1 december 2015 is in de regio's IJsselland en Flevoland een Werkplaats gestart. In de Academische Werkplaats Transformatie Jeugd Samen op School (AWTJ SoS) staat de samenwerking tussen gezin, school en hulpverlening centraal. De werkplaats zet in op een ononderbroken schoolloopbaan, het voorkomen van (zwaardere) vormen van ondersteuning en het bieden van effectievere hulpverlening waar deze toch nodig is. Ook wordt onderzocht welke organisatorische en bestuurlijke voorwaarden (bijvoorbeeld wijze van financiering en afspraken tussen gemeenten, onderwijs en jeugdhulp) nodig zijn. Er zijn twee promovendi aan verbonden: Jantien Gerdes en Sharon Stellaard.
- Status: afgerond (2015 t/m 2019)
- Samenwerking: we werken samen met onder andere de VU Amsterdam, GGD IJsselland, Vitree, De Kern, Gemeenten Zwolle, Lelystad en Almere
- De Werkplaats krijgt op 1 september 2020 een 4-jarig vervolg in de Regionale Kenniswerkplaats Jeugd IJsselland Samen Normaliseren
Lees meer over dit onderzoek op de website van Samen op School(opent in nieuw tabblad).
Meer weten? Neem contact op met:
Dorien Graas, lector Jeugd
E-mail: tam.graas@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad) -
De invloed van schoolfactoren op de ontwikkeling van Angst en Depressiviteit van jongeren in het Voortgezet Onderwijs
In dit project werken we aan meer kennis over de ontwikkeling van angst en depressiviteit bij jongeren op het voortgezet onderwijs. Waarom ontwikkelt de ene jongere wel deze klachten en de andere jongere niet en welke door school beïnvloedbare factoren zijn daarop van invloed? We werken nauw samen met leerlingen en leraren om dit helder te krijgen, onder meer door het inzetten van apps met dagboekstudies.
- Status onderzoek: lopend (2019 t/m 2023)
- Samenwerking: in dit project werken we samen met het Greijdanus College, Zone College, Landstede en Openbaar Onderwijs Zwolle, GGD IJsselland, Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Leiden en de gemeente Zwolle.
Meer weten? Neem contact op met:
Bert Wienen, associate lector Jeugd
E-mail: b.wienen@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad) -
RKJ IJsselland – samen normaliseren
In een Regionale Kenniswerkplaats Jeugd (RKJ) komen de werelden van praktijk, het beleid, onderzoek, opleidingen en jongeren en ouders samen. Door samen te werken, leren en verbeteren, dragen ze bij aan het gezond, veilig en kansrijk opgroeien van de jeugd. ZonMw heeft subsidie toegekend aan 14 Regionale Kenniswerkplaatsen Jeugd, waaronder de RKJ IJsselland Samen Normaliseren.
Het RKJ-programma(opent in nieuw tabblad) is een vervolg op de Academische Werkplaats Jeugd Samen op school die in 2015 van start is gegaan en eind 2019 is afgerond.
Werkwijze en waarom we dit onderzoek doen
Ontzorgen, normaliseren en de-medicaliseren zijn belangrijke doelen van de jeugdwet. Maar hoe doe je dit in de praktijk van het onderwijs, de jeugdgezondheidszorg en de jeugdhulp? En hoe kijken jongeren, ouders en professionals hiertegen aan? Binnen de Regionale Kenniswerkplaats Jeugd (RKJ) in IJsselland onderzoeken we dit. Hier werken jongeren, ouders en professionals samen in projecten, in onderzoek, beleid en praktijk. En samen met 11 gemeenten in de jeugdzorgregio, de jeugdgezondheidszorg, Windesheim en partners in de wijk en het onderwijs.
In een aantal projecten wordt kennis gedeeld over normaliseren en vakmanschap van professionals; samenwerking en preventie met en in de leefwereld van jongeren; lokale en regionale vraagstukken. Zo willen we de beleidsdoelstellingen dichter bij de praktijk brengen om ervoor te zorgen dat meer kinderen gezond, veilig en kansrijk opgroeien.
- Status: lopend (2020 t/m 2024)
- Samenwerking: naast de 11 gemeenten in de regio IJsselland verenigd in het Regionaal Serviceteam IJsselland(opent in nieuw tabblad) zijn de belangrijkste partners de GGD IJsselland en partners uit de jeugdhulp en het onderwijs. Ook het Nederlands Jeugdinstituut (NJI), de Werkplaats Sociaal Domein Zwolle, Stichting Kinderperspectief en het ondersteuningsteam Zorg voor Jeugd zijn deelnemer in de RKJ IJsselland.
Meer weten? Neem contact op met:
Dorien Graas, lector Jeugd of Bert Wienen, associate lector
E-mail: tam.graas@windesheim.nl (opent in nieuw tabblad)of b.wienen@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad) -
Ontwikkeling minor – Nieuwe perspectieven voor jeugd
Samen met een vijftal opleidingen uit het sociaal pedagogisch domein van Windesheim ontwikkelen we een nieuwe minor waarin de samenwerking tussen onderwijs, jeugdgezondheidszorg en jeugdhulp centraal staat. Dit vanuit het perspectief van de doelstelling van de jeugdwet om te normaliseren en demedicaliseren.
De minor heet: Nieuwe perspectieven voor jeugd(opent in nieuw tabblad)
- Status: afgerond, we zijn in 2019 met de ontwikkeling gestart, de minor wordt vanaf september 2021 aangeboden.
- Samenwerking: het lectoraat Jeugd is initiatiefnemer en adviseerde het ontwikkelteam inhoudelijk gedurende het ontwikkeltraject. Een docent van de opleiding Leven Lang Leren adviseerde het ontwikkelteam over de didactische kant van de minor-ontwikkeling.
- Deelnemende opleidingen: het ontwikkelteam bestond uit docenten van de opleiding Lerarenopleiding beroepsonderwijs, Logopedie, Pedagogisch Management Kind en Educatie, Social Work, Leven Lang Leren en Verpleegkunde.
- Werkveld: het werkveld is in juni 2020 gevraagd input te geven op de eerste versie van de leeruitkomsten.
- Voor wie? Voor elke student binnen of buiten Windesheim op zoek naar een minor op bachelor niveau waarin je leert anders te denken en te handelen en echt leert bijdragen aan een betere pedagogische omgeving van een kind/ jongere!
Meer weten? Neem contact op met:
Inge Boksebeld, docent, via e-mail: i.m.boksebeld@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad)
-
Canon speciaal onderwijs
De Vereniging Canon sociaal werk wil de geschiedenis levend houden. Daarin speelt de geschiedenis van het speciaal onderwijs en passend onderwijs een belangrijke rol. Aan de hand van een aantal vensters wordt de geschiedenis van het speciaal onderwijs in kaart gebracht
- Status: lopend
- Samenwerking: het initiatief is van de Canon sociaal werk(opent in nieuw tabblad).
Meer weten? Neem contact op met:
Dorien Graas, lector Jeugd
E-mail: tam.graas@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad)
-
-
-
Werkbaar in de klas
In de Nederlandse context is veel aandacht voor de samenwerking tussen jeugdhulp en onderwijs, jeugdhulpverleners en leraren. Uit een kleine literatuuranalyse blijkt dat er nog niet veel onderzoek is uitgevoerd naar deze samenwerking. In dit onderzoeksproject hebben we een explorerend onderzoek uitgevoerd naar de samenwerking tussen het onderwijs en de jeugdhulp. Daarvoor hebben we de ouders, de leraren en de hulpverleners die samenwerkten rondom een kind uitgebreid geïnterviewd. En zijn we op zoek gegaan naar factoren die deze samenwerking positief beïnvloeden.
- Status: afgerond (2018 t/m 2019)
- Samenwerking: het project is mogelijk gemaakt door het Nederlands Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO).
Publicatie
Lees hier de publicatie ‘Werkbaar in de klas’ op de HBO Kennisbank(opent in nieuw tabblad)
Meer weten? Neem contact op met:
Dorien Graas, lector Jeugd of Bert Wienen, associate lector Jeugd
E-mail: tam.graas@windesheim.nl (opent in nieuw tabblad)of b.wienen@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad) -
Neurolab
Hoe kunnen we via een groter begrip van onze hersenen tot nieuwe toepassingen komen in het onderwijs? Hoe komt het dat sommige kinderen zich sneller ontwikkelen dan andere? Kan de wetenschap ooit ‘slechte’ mensen ‘goed’ maken en is dat wenselijk? Hoe kunnen kinderen en adolescenten veilig opgroeien? Hoe kunnen we zelfredzaamheid en participatie stimuleren? Een greep uit de ruim vierhonderd brein-gerelateerde vragen uit de Nationale Wetenschapsagenda (NWA).
Met dit NWA Startimpuls-programma NeurolabNL: De optimale conditie voor leren en veiligheid van jongeren gaan we vanuit de neurowetenschap op zoek naar de antwoorden op deze en andere vragen over optimale condities voor leren (cognitief en sociaal), veiligheid en veerkracht van adolescenten.
Werkwijze
Dit programma maakt gebruik van kennis over gedrag en hersenen om beter te begrijpen hoe jongeren nieuwe informatie leren, omgaan met uitdagingen in de maatschappij en hoe ze zich optimaal zouden kunnen ontwikkelen. Hersenmetingen geven ons een beter inzicht in wanneer en hoe jongeren precies van elkaar verschillen en wat er nodig is voor een veilige en stimulerende samenleving. De inzet is ook om beschikbare en nieuwe kennis naar praktische innovaties om te zetten. Vier programmalijnen definiëren kennisopbrengsten en opbrengsten voor de praktijk.
We zijn betrokken bij lijn 3: Ontwikkeling hersenen en gedrag bij adolescenten met problematisch antisociaal gedrag.
- Status: afgerond (2018 t/m 2020)
- Samenwerking: het betreft een NWA Startimpuls Onderzoeksprogramma, met een landelijk consortium van universiteiten en hogescholen, met Universiteit Leiden als penvoerder.
Lees meer op de website van het Neurolab(opent in nieuw tabblad).
Meer weten? Neem contact op met:
Dorien Graas, lector Jeugd
E-mail: tam.graas@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad) -
Leerklimaat onderzoek
Het proefschrift Still learning van Marjorie Beld richt zich op het klasklimaat in het voortgezet speciaal onderwijs. De ontwikkeling en validering van een tweetal instrumenten voor klasklimaat maakt het mogelijk dat klasklimaat in het voortgezet speciaal onderwijs binnen en buiten de residentiële instellingen beter gemeten kan worden. Daarnaast is klasklimaat in het voortgezet speciaal onderwijs gerelateerd aan twee aspecten die direct in verband staan met het toekomstperspectief van leerlingen in het speciaal onderwijs.
- In het eerste onderzoek (hoofdstuk 2) wordt de construct en concurrente validiteit en betrouwbaarheid beschreven van de vragenlijst ‘Classroom Climate Inventory for Special Education’ (SECCI).
- In het onderzoek zoals beschreven in hoofdstuk 3 is onderzocht of een positief klasklimaat, identificatie met school en algemene zelfwaardering het academische zelfconcept van leerlingen die speciaal onderwijs volgen in residentiële jeugdzorginstellingen kan verbeteren.
- In hoofdstuk 4 zijn de construct en de concurrente validiteit en betrouwbaarheid van de vragenlijst ‘Classroom Climate Inventory for Special Education Revised’ (SECCI-R) onderzocht.
- In hoofdstuk 5 is de relatie tussen klasklimaat in scholen voor voortgezet speciaal onderwijs en de sociale uitsluiting zoals ervaren door studenten onderzocht. Hoofdstuk 6 bevat de samenvatting en conclusies van dit proefschrift.
Hoofdstukken 2, 3 en 5 zijn gepubliceerd in internationale tijdschriften. Hoofdstuk 4 is ter publicatie aangeboden.
- Het volledige proefschrift is hier te lezen(opent in nieuw tabblad)
- De openbare verdediging is hier terug te kijken(opent in nieuw tabblad)
Meer weten? Neem contact op met:
Marjorie Beld, onderzoeker Jeugd
E-mail: mhm.beld@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad) -
Zorgregio MIJOV
Om meer recht te doen aan de transformatiedoelen van de jeugdhulp heeft de Zorgregio Midden IJssel / Oost Veluwe de volgende vraag gesteld: Hoe kan het aantal uithuisplaatsingen in de regio omlaag gebracht worden?
Actieplan voor transformatie in de jeugdhulp
De regio Midden IJssel/Oost Veluwe heeft een regionaal actieplan opgesteld om de transformatie binnen de jeugdhulp te versnellen. Het actieplan kent een looptijd van 3 jaar en richt zich op een breed pallet aan maatregelen en interventies. De regio wil (een deel van) het actieplan ondersteunen met wetenschappelijke kennis en onderzoek en heeft het lectoraat Jeugd van Windesheim gevraagd een verkennend onderzoek te doen.
Het werken aan transformatie binnen het sociaal domein blijkt complex en levert niet direct resultaat op. Ondanks alle inspanningen van de afgelopen jaren lopen steeds meer gemeenten tegen tekorten aan. En naarmate de financiële druk toeneemt neemt de ruimte voor extra investeringen in transformatie af. De acties die voortvloeien uit het regionale actieplan moeten de basis vormen voor de transformatie in de regio Midden IJssel / Oost Veluwe.
Hoofddoel
Het hoofddoel is om het aantal uithuisplaatsingen in de regio omlaag te brengen, vanuit de basisgedachte dat kinderen het recht hebben op te groeien in een zo ‘thuis mogelijke’ omgeving. Een uithuisplaatsing is vanuit dat perspectief een hele zware ingreep. Bij elke (dreigende) uithuisplaatsing is de vraag hoe deze voorkomen zou/had kunnen worden. Dit geldt niet alleen voor nieuwe plaatsingen, maar ook voor jongeren die al residentieel geplaatst zijn. Juist van deze doelgroep kunnen we ontzettend veel leren. Daarom wil de regio ook onderzoek doen naar een aantal lopende residentiele trajecten, met als initiële vraag of de jongere daadwerkelijk de meest passende hulp ontvangt.
Onderzoek
Het onderzoek is opgezet volgens de principes van participatief actieonderzoek (PAR). Deelvragen zijn:
- Hoe kunnen jeugdigen uit MIJ/OV zo snel en zo goed mogelijk uit de residentiële instelling terug naar huis of naar een gezinsgerichte woonvorm?
- Welke factoren zijn bepalend bij de beslissing om al of niet over te gaan tot een uithuisplaatsing?
- Is het aanbod ambulante interventies kwalitatief en kwantitatief voldoende om uithuisplaatsingen te voorkomen?
- Status: afgerond (2019 t/m 2020)
- Samenwerking: we werken samen met de Zorgregio Midden IJssel / Oost Veluwe.
Meer weten? Neem contact op met:
Dorien Graas, lector Jeugd
E-mail: tam.graas@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad) -
Pedagogische civil society
Als je niet wilt medicaliseren, wat is dan je antwoord op vragen van ouders, leraren en kinderen als het niet goed gaat. Een antwoord is een sterke pedagogische civil society. Juist dat is wat we in dit nog opstartende project verkennen.
Waarom we dit onderzoek doen
Ondanks wetenschappelijke bewijs voor de waarde van de pedagogische basis (of ‘pedagogische civil society’) lijkt die er in de huidige vernieuwing van de zorg voor jeugd bekaaid van af te komen. Net zoals bij eerdere hervormingen vraagt de (re)organisatie van de jeugdhulp, het ‘zorglandschap’, zoveel tijd en aandacht dat de ontwikkeling van de pedagogische basis, het ‘ontzorglandschap’, achterblijft. Het is niet dat er binnen het ontzorglandschap niets gebeurt. Sterker nog, het gonst er van de activiteiten en projecten, maar door het ontbreken van een duidelijke visie is het geen samenhangend geheel en is de verbinding met de gewenste vernieuwingen én de jeugdhulp niet altijd duidelijk.
Vernieuwingen zijn essentieel om tot betere jeugdzorg te komen, maar zijn niet het enige antwoord. Ondanks stappen in de (samenwerking tussen) basis- en specialistische hulp blijkt uit onderzoek dat de vraag naar specialistische jeugdhulp en speciaal onderwijs blijft groeien, net als het aantal jeugdigen met een diagnose. Die trend is opvallend aangezien die niet gelijk opgaat met een toename in prevalentie van opvoed-, ontwikkelings- en gedragsproblemen. Bovendien wilde onze overheid, door verschillende wetswijzigingen in de vorm van de Jeugdwet en Wet op Passend Onderwijs, juist het tegenovergestelde: minder medicaliseren en meer ondersteuning in de directe leefomgeving van jeugdigen en ouders.
- Status: lopend
- Samenwerking: onderzoeksvoorstel samen met de Universiteit Utrecht, Hogeschool Utrecht en gemeenten.
Meer weten? Neem contact op met:
Dorien Graas, lector Jeugd of Bert Wienen, associate lector Jeugd
E-mail: tam.graas@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad) of b.wienen@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad)
-
Ons lectoraat in beeld
Naast residentiële jeugdinstellingen en pleegzorg is er een nieuwe vorm van jeugdopvang ontstaan voor kinderen en jongeren die uit huis zijn geplaatst: de gezinshuizen. Gezinshuisouders combineren er een liefdevolle zorg met professionele ervaring en scholing in het jeugdwelzijnswerk of onderwijs. Onze lector Dorien Graas doet onderzoek naar dit soort opvang. Ze gaat langs bij een van de gezinshuizen die ze in het onderzoek op de voet volgt.
Wij delen graag kennis: lees al onze publicaties
Onze lector en de onderzoekers van het lectoraat Jeugd publiceren met regelmaat over hun onderzoek. Hun publicaties zijn van grote waarde voor de maatschappelijke, economische ontwikkeling van Nederland. Publicaties worden met regelmaat gepubliceerd op basis van open access. Zo garanderen wij vrije toegang tot alle resultaten van en handvatten uit ons praktijkgericht onderzoek, zodat ook jij die informatie kunt (her)gebruiken.
Wie maakt de dienst uit in opvoeding en onderwijs? Over de kracht van de pedagogische relatie in gezin, onderwijs en jeugdhulp.
Wie maakt de dienst uit in opvoeding en onderwijs?
Een alternatief voor antipestprogramma's op vso-scholen
Werken in trajecten bij jeugdhulp
De hardnekkige mythe dat straffen helpt bij opvoeding in de gesloten jeugdzorg
Meer weten?
Wat kunnen onze onderzoekers voor jou betekenen? Onderzoek dit samen met ons! Neem contact op met Ilse Schuurman.
- 088-469 9914
- im.schuurman@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad)