Waarom je (niet) trots moet zijn op je familiebedrijf!

Trots. De één is het vol overgave. De ander voelt het niet, óf houdt het liever voor zich. Dat geldt ook voor het trots zijn op je familie of op het familiebedrijf. Lector Judith van Helvert woonde onlangs een sessie bij over ‘trots’ bij familiebedrijven en deed er een aantal verrassende nieuwe inzichten op. 

Judith: ‘Het verhaal van de spreker* was inspirerend. Hij zette de aanwezigen aan het denken over waarom je als familiebedrijf trots kunt zijn. Of zou moeten zijn. Wáár je dan eigenlijk precies trots op bent en welke gevolgen dat kan hebben.’

De interessante inzichten die Judith opdeed, zetten we hier voor je op een rij!

1. Waar ben je trots op?

Dat lijkt een open deur. Maar dat is het toch niet. Want als je nagaat waar je nu eigenlijk trots op bent, is dat meestal gelaagd. Zo kun je als ondernemer van een familiebedrijf trots zijn op successen uit het verleden. Prestaties van je (voor)ouders waar je je wél mee identificeert, maar waar je zelf niet persoonlijk bij betrokken was.
Of ben je juist trots op het nu? De successen die je in het heden zélf boekt met je bedrijf. Of ben je trots op beiden? Dat kan natuurlijk ook.

2. Wat doe je met die trots?

Ben je inderdaad trots op de prestaties van je ouders? Dan kun je twee kanten op. Je kunt het succesvolle gedrag van je ouders kopiëren. Of je kiest voor je eigen weg in het ondernemerschap. Dit heeft alles te maken met het individuatieproces: het proces waarin je je als ondernemer bewust wordt van wat jou uniek maakt ten opzichte van anderen. De learning uit de lezing was -heel kortgezegd- om hier een middenweg in te zoeken.

3. Is trots zijn goed?

Is het een goed idee om trots te zijn als next-gen-lid van het familiebedrijf? Het antwoord: het is maar net wie je het vraagt. Zo was er een experiment in Azië en Europa. Wat bleek? In Azië is men heel wat minder positief over ‘trots zijn’. Trots wordt daar vaker uitgelegd als arrogantie. Een mogelijke verklaring is dat Aziatische culturen over het algemeen meer collectivistisch zijn dan in Europa, waar het meer ‘done’ is om trots te zijn. Ook bleek er nog verschil te zijn in gender: als man is het oké om trots te zijn. Bij vrouwen werd het vaak negatiever geïnterpreteerd.

4. Wat is de schaduwzijde van trots?

De successen van je ouders kunnen barrière vormen voor jou als ‘next-gen’. Behaalden jouw (voor)ouders grote successen? Dan ligt de spreekwoordelijke lat wellicht erg hoog. De spreker had het over een wellicht herkenbare ‘vloek van de opvolger’: Het succes is nooit van jou, je mislukkingen zijn dat wel.

5. Wat levert trots zijn op voor het familiebedrijf?

Dan is er gelukkig ook een positieve uitwerking van trots. Want opvallend is ook dat mensen die trots zijn op prestaties uit het verleden, vaak veerkrachtiger en ondernemender zijn. Volgens Judith kun je wellicht interpreteren dat trots zijn samenhangt met zelfvertrouwen. Wat ook weer een katalysator is voor het ondernemerschap.

Dus, moeten we trots op ons familiebedrijf zijn?

Dan is er gelukkig ook een positieve uitwerking van trots. Want opvallend is ook dat mensen die trots zijn op prestaties uit het verleden, vaak veerkrachtiger en ondernemender zijn. Volgens Judith kun je wellicht interpreteren dat trots zijn samenhangt met zelfvertrouwen. Wat ook weer een katalysator is voor het ondernemerschap.

* Tijdens de conferentie van het Family Firm Institute(opent in nieuw tabblad) in Londen, woonde lector Judith van Helvert de presentatie bij van Fabian Bernhard & Andrew Keyt. Over het ontwikkelen van weerstandsvermogen (building resilience) op basis van het verleden – lessen voor next generation leiders. Dit zijn volgens Judith de meest opvallende learnings die ze er opdeed over ‘trots’.

Lees meer over het lectoraat Familiebedrijven