Werk toekomstbestendig maken: geen robot zonder rugdekking
De arbeidsmarkt in Regio Zwolle staat onder druk. Vergrijzing, ontgroening en een krimpende beroepsbevolking zorgen voor personeelstekorten in onder andere de techniek, zorg en logistiek. ‘Werknemers bij andere sectoren wegkapen werkt niet meer. Dan verschuif je het probleem alleen," zegt Menno Vos, lector Leven Lang Ontwikkelen. Inzet van technologie is een deel van de oplossing, maar vereist ook vakmensen die ermee kunnen én willen werken.
Technologie kan helpen om processen efficiënter te maken, maar ook om het werk te verlichten. Denk bijvoorbeeld aan de inzet van collaboratieve robots (cobots) die zelfstandig producten naar medewerkers brengen, in plaats van dat medewerkers lange afstanden moeten lopen. Maar zogenaamde ‘technologisering’ van werk alleen is geen oplossing. Sterker nog: als technologie ondoordacht wordt ingezet, dan blijft eentonig werk over; of het overgebleven werk wordt zodanig complex zodat het niet meer past bij de kennis en vaardigheden van medewerkers. Technologie werkt pas echt goed als mensen ermee kunnen en willen werken. Als je alleen inzet op technologie en niet op training, betrokkenheid en draagvlak, dan kunnen innovaties mislukken. Of erger nog, dan vertrekken mensen juist.
Werk moet daarom niet alleen efficiënt zijn, maar ook zinvol. ‘En dat kan!’ zegt Menno. ‘Een voorbeeld hiervan is de heftruckchauffeur die pallets verplaatst in een groot logistiek bedrijf waar we onlangs een bedrijfsbezoek hadden: waar dit werk vroeger vooral heel eentonig en weinig efficiënt was vanwege de lange afstanden, werken heftruckchauffeurs nu samen met zelfrijdende robots. Het werk is verrijkt omdat het de chauffeur uitdaagt om na te denken over “hoe geef ik iets aan op en op welk moment?” Bovendien werden zij ook actief betrokken om op slimmere manieren de samenwerking tussen mens en technologie in te richten. Mensen zijn het werk leuker gaan vinden.’
Deze verandering van werk vraagt om nieuwe vaardigheden én om goed nadenken over hoe technologie in te zetten is. ‘Het lectoraat ontwikkelt hiervoor praktische handvatten voor bedrijven. Denk aan stappenplannen, scans en serious games waarmee medewerkers en bedrijven leren omgaan met digitalisering en technologisering en gemotiveerd blijven.’
Leren buiten de schoolbanken
Scholing is dus essentieel om de arbeidsproductiviteit hoog te houden in een wereld waar technologie steeds sneller ontwikkelt, maar het wordt vaak als onnodig gezien. ‘Zo’n 80% van de medewerkers denkt dat ze hun werk al goed genoeg doen. En van de 20% die wél wil leren, haakt een kwart alsnog af omdat scholing niet van de grond komt,’ aldus Menno.
Vooral praktisch opgeleiden hebben weerstand tegen klassikaal leren. ‘Daarom onderzoeken we hoe leren aantrekkelijker kan, bijvoorbeeld door informeel leren op de werkvloer beter te benutten. Denk aan leren van collega’s, korte video’s of experimenten. Dit gebeurt al veel – zo’n 85% van het leren – maar is ook lastig te grijpen of wordt nauwelijks erkend. Er zijn bijvoorbeeld geen certificaten voor, terwijl de benodigde vaardigheden wel degelijk worden ontwikkelt. Dat is zonde.’
Duurzame inzetbaarheid vraagt om cultuurverandering
Hoe motiveer je medewerkers om te blijven ontwikkelen? ‘In de praktijk is er veel nadruk op het faciliteren van ontwikkeling: de tijd en het geld vrijmaken. Maar zonder andere factoren leidt dit niet tot actie omdat werknemers niet mee worden genomen in de ontwikkelingen van een bedrijf en daarom het nut niet in zien, omdat er geen ruimte is om fouten te maken of omdat ze simpelweg niet weten hoe ze scholing moeten aanpakken. In ons onderzoek hebben we een aantal cruciale bouwstenen voor leercultuur ontdekt die bijdragen aan de professionele ontwikkeling van vakmensen’
Dat varieert van taken die leerrijk genoeg zijn (uitdaging, variatie), de ruimte krijgen om te experimenteren met nieuwe aanpakken, actief met collega’s kennis en ervaring delen tot aan ondersteunend leiderschap en mogelijkheden (tijd, middelen) om ontwikkeling van medewerkers continu te prikkelen.
Als bedrijf is er daarom vaak een cultuurverandering nodig om op niveau te blijven presteren. ‘Daarom hebben we een leercultuurscan ontwikkeld. Deze kijkt waar je op dit moment staat als organisatie en waar je nog kan groeien.’ Het begint bij de zes bouwstenen. Wil je hier meer over weten? Kijk dan naar de Leercultuurscan.
Mensen verder ontwikkelen, mét de technologie
Door vergrijzing en arbeidstekorten is het ook in de maakindustrie steeds lastiger om de wereldmarkt bij te benen. De Learning Community AMELIA van het lectoraat Digital Business & Society speelt hierop in door medewerkers vertrouwd te maken met AI-oplossingen o.a voor kwaliteitscontrole en procesoptimalisatie. Hierbij wordt cruciale kennis van ervaren medewerkers die met pensioen gaan vastgelegd in slimme systemen. En biedt AI ondersteuning aan nieuwe, minder ervaren medewerkers.
Denk aan AI-modellen die fouten in producten automatisch herkennen, classificeren en herleiden tot oorzaken in het productieproces, zoals slijtage aan machines. Waar voorheen hele producten werden weggegooid vanwege één fout onderdeel, wil dit project zorgen voor meer precisie en minder verspilling. Zo ontwikkelde een studententeam al een prototype dat bij fouten gericht bijstuurt. ‘De duurzame fabriek van de toekomst draait om samenwerking tussen mens en machine – met technologie die meedenkt, leert en voorspelt,’ aldus associate lector Aart Schoonderbeek.
Vragen over dit nieuwsbericht?
Stel ze aan de Newsroom via newsroom@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad)
Neem contact met ons op
-
Bereikbaarheid
Op werkdagen tussen 09.00 en 17.00 uur