Naar cookie instellingen Hoofdinhoud Hoofdnavigatie

'Problemen laag taal- en rekenniveau los je niet op met meer toetsen'

  • 14 februari 2023
Banner image
Home(opent in nieuw tabblad) / Problemen laag taal en rekenniveau los je niet op met meer toetsen

Het taal- en rekenniveau van leerlingen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs is net als dat van pabostudenten, te laag. Die conclusie wordt regelmatig en vanuit verschillende perspectieven getrokken. De Onderwijsraad kwam onlangs met een advies om aankomende docenten vaker te toetsen op hun eigen reken- en taalvaardigheden. Niet alleen aan het begin, maar ook aan het eind van de opleiding. Is dat een reële optie? Een gesprek hierover met onderzoekers Erna van Koeven (taal) en Jarise Kaskens (rekenen).

Taal en rekenen zijn cruciale vakken in de schoolcarrières van kinderen. Waar taal wordt gezien als  de sleutel tot het verwerven van kennis, doet rekenen daar niet voor onder, gezien het probleemoplossende vermogen dat zich in het kielzog daarvan ontwikkelt. Het probleem van een dalend taal- en rekenniveau staat dus niet op zichzelf en heeft gevolgen voor het latere opleidingsniveau van kinderen. 

Erna van Koeven: ‘Lezen is direct verbonden aan het verwerven van kennis en gaat daarmee hand in hand, maar het stimuleert ook de fantasie en het denken. Het prikkelt het voorstellingsvermogen, bevordert de empathie en de sociale vaardigheden van kinderen. We weten uit onderzoek meer over de positieve invloed van lezen dan die van de onderwijsmethodes van uitgeverijen.’ Erna van Koeven en Jarise Kaskens in gesprek

Is toetsing een goed instrument om het taal- en rekenniveau op te krikken?

Jarise Kaskens: ‘Nee. Het advies gaat voorbij aan het feit dat er op de pabo wel degelijk wordt getoetst. Bij rekenen maken studenten de WisCAT-toets. Dat is een vaardigheidstoets die je moet halen, anders moet je stoppen met de opleiding. Daarnaast is er de kennisbasistoets – waar overigens veel discussie over is – met inhoud en didactiek. Ik vind het jammer dat de indruk wordt gewekt dat er niet getoetst wordt op de pabo. Dat klopt eenvoudigweg niet.’ 

Taal en rekenen kun je niet over één kam scheren, benadrukken Jarise en Erna, maar er zijn sterke  overeenkomsten als het gaat om de kritiek die er leeft op de verplichte kennisbasistoetsen. Erna: ‘Bij taal is er een toets op het gebied van eigen vaardigheden zoals spelling en grammatica. Daarbij kun je je afvragen hoeveel het over de taalvaardigheid van iemand zegt of hij uit het hoofd kan spellen. Het schrijven en begrijpen van teksten zijn veel belangrijker. Daarnaast is er een kennisbasistoets die in het derde jaar wordt afgenomen. De kennisbasis die daaraan ten grondslag ligt is verouderd. Daar is, terecht vind ik, veel discussie over. Studenten leren dingen uit het hoofd die niet meer actueel zijn en die te weinig relatie hebben met het adequaat uitvoeren van het vak in de onderwijspraktijk.
Het gevaar is dan wat we noemen ‘teaching to the test’. Kostbare onderwijstijd wordt gespendeerd aan het oefenen van toetsen en examens. Dat zie je trouwens ook op het vmbo, het mbo en de basisschool. Eigenlijk is het hele onderwijs er steeds meer op gericht dat leerlingen toetsen halen. Dát is naar mijn mening het grote probleem. Ik ben bang dat het benadrukken van toetsing als instrument tegen dalende reken- en taalniveaus, de zaak alleen maar zal verergeren. Het is wanhoopscontrole en leidt tot nog meer ‘teaching to the test’.'

Jarise: ‘Dat ben ik zeker met je eens. Recent onderzoek naar studielast en contacttijd voor rekenen-wiskunde in de lerarenopleiding basisonderwijs laat zien dat de aandacht voor het vak tanende lijkt. Opleiders geven aan dat er te weinig tijd binnen de opleiding beschikbaar is voor de nodige vakdidactische kennis en vaardigheden en rekenvaardigheden. Ik vraag me daarom vaak af of de vier jaar die een opleiding duurt, wel voldoende is voor de kwaliteit die we graag willen zien. Er wordt erg veel gevraagd van de leerkrachten in het basisonderwijs. De oplossing zoeken in het toetsen, is een onderschatting van het probleem. Het probleem is denk ik groter dan de oplossing die de Onderwijsraad suggereert.’ 

Is ‘teaching to the test’ het belangrijkste probleem?

Jarise: ‘Wat ik van veel scholen hoor is dat de krapte zo groot is dat ze nauwelijks nog kwaliteitseisen kunnen stellen. Dat is erg zorgwekkend. Scholen zijn blij dat er überhaupt iemand is om een klas te bemensen. Ik vind het knap dat schoolleiders nog studiedagen organiseren over taal en rekenen, terwijl ze continu kampen met vacatures en onderbezetting.’ 

Erna: ‘Daarnaast is er nog een veel breder maatschappelijk probleem. Zoals ik al zei, zijn studenten die binnenkomen, dat geldt voor het hele hbo, over het algemeen niet goed in leesbegrip. Ze kunnen niet goed lezen en begrijpen onvoldoende wát ze lezen. Én: ze hebben moeite met het schrijven van teksten. Dat zijn twee belangrijke punten. Dat ze niet graag lezen zeggen ze ook zelf, daar is allang geen taboe meer op. Daar moeten we iets mee, als opleiders, als maatschappij. Dat is de basis van veel problemen. Dat toetsing geen remedie is illustreren mbo-studenten die hun mbo-examens hebben gehaald en doorstromen naar de pabo. Zij kunnen zich vaak niet handhaven in het hbo. ’

‘Taal is een ontwikkelingsproces dat je niet kunt afdwingen door het opstellen van meer instructies en richtlijnen, om die vervolgens weer te gaan toetsen. Je kunt je verliezen in instructies met uitleg hoe je bepaalde woorden moet lezen of schrijven, maar dat is zinloos. Je moet lezen! Je moet schrijven! En als docenten moeten wij de voorwaarden scheppen waarin dat kan. Als je zoveel inzet op toetsing ben je in feite bezig met steeds meer instructie, en dat wil je niet.’

Wat is er volgens jullie nodig?

Jarise: ‘Bij rekenen spelen andere problemen omdat wij daar heel methodisch werken. Een methode zie ik vooral als een hulpmiddel. Pabostudenten vertellen me vaak dat ze zich op de scholen waar ze stage lopen, gedwongen voelen om hun lessen precies te geven zoals de lesmethode voorschrijft. Ze worden te weinig aangezet om zelfstandig te leren nadenken. Terwijl het juist zo belangrijk is dat aankomende docenten leren nadenken over de doelstellingen die ze met een les hebben en zich geen slaaf voelen van een methode. Dat studenten geen ruimte krijgen om zelf kritisch na te denken over de les die ze op een bepaald moment willen geven, vind ik een groot probleem. Ik zou het de studenten, maar ook het onderwijs als geheel gunnen dat er veel meer autonomie is. Autonomie, waardoor je meer beredeneerd onderwijs krijgt en waardoor studenten kunnen ervaren hoe dat voelt. Juist tijdens hun opleiding.’ Erna van Koeven en Jarise Kaskens 

Erna: ‘De kennisbasistoets in zijn huidige vorm moet wat mij betreft plaatsmaken voor een actuele variant. Dat is een betere stap dan het invoeren van extra toetsen. Daarnaast moeten we inzetten op taalontwikkeling, juist voor kinderen uit minder talige milieus. Er bestaat nu de neiging om taal te vereenvoudigen zodat die kinderen ook kunnen meekomen. We zouden in plaats van de taal uitkleden, deze juist moeten verrijken. Ervoor zorgen dat deze kinderen ook moeilijke teksten kunnen begrijpen. Om dat te kunnen doen heb je leerkrachten nodig die veel taal tot hun beschikking hebben. Deze problematiek heeft alles te maken met een stijgende kansenongelijkheid. Steeds meer kinderen uit de minder talige gezinnen, dreigen nu de boot te missen. Er zijn steeds meer ouders die hun kinderen niet de taal kunnen meegeven die ze nodig hebben. Als er niet meer aandacht komt voor de lees- en schrijfkwaliteiten van leerkrachten zelf, is het onmogelijk om te zorgen voor goed taalonderwijs. Dat is een van de kernpunten van het probleem.’

Is er nog hoop?

‘Er zijn gelukkig een hoop mooie ontwikkelingen gaande. Ook op het gebied van onderzoek. We zijn bijvoorbeeld bij rekenen bezig met een project waarin we onze studenten vragen wat ze nodig hebben. Voor studenten best een lastige vraag want ze zien dat het in de praktijk heel anders toegaat dan op de pabo. In ieder geval willen we hun perspectief veel beter in beeld krijgen en dat vertalen naar de lessen op de pabo. Wellicht zou het samen opleiden ook meer gericht kunnen zijn op inhouden met betrekking tot rekenen en taal, waarmee de verbinding tussen samen leren en samen opleiden versterkt kan worden. Wat we wel zien is dat er meer aandacht komt voor het belang van lezen op school.  Als kinderen niet meer lezen dan moeten we het inroosteren. Lezen is essentieel voor het verwerven van kennis.’

‘En laten we stoppen met badinerend spreken over de niet-lezende student en de niet-lezende leerkracht als oorzaak van de problemen. We moeten accepteren dat lezen een andere status heeft gekregen en proberen op een positieve toon de mensen te bereiken. Tijdens een leesproject op het mbo waren er docenten techniek die zelf niet graag lazen maar toch met hun studenten gingen lezen en konden vertellen waarom ze dat zo belangrijk vinden voor hun vak. Zij kunnen voor hun leerlingen een belangrijker rolmodel zijn dan de leraar of lerares Nederlands van wie je sowieso al verwacht dat ze lezen belangrijk vinden.’  

Erna van Koeven en Jarise Kaskens zijn beiden hoofddocent en onderzoeker op het gebied van taal en rekenen bij resp. het ‘lectoraat Onderwijsinnovatie en ICT’ en het ‘lectoraat Leraren en Lerarenopleiders in inclusieve leeromgevingen’.
 

Nieuwsbericht NOS over advies van de Onderwijsraad, nov. 2022(opent in nieuw tabblad)

Delen via:

Vragen over dit nieuwsbericht?

Stel ze aan de Newsroom via newsroom@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad)

Laatste nieuws

Teaser image

Meer impact met onderzoek door samenwerking

18 april 2024
Teaser image

Passiefhuis: met de energie van een waakvlammetje een heel huis verwarmen

17 april 2024
Teaser image

Alumni van Windesheim kijken tevreden terug op hun opleiding

8 april 2024
Teaser image

‘Metaalsector nog te onwetend over mogelijkheden Ad-opleidingen’

8 april 2024
Teaser image

Persoonsgerichte zorg ondanks oplopende druk bij zorgaanbieders

5 april 2024