‘Het geeft voldoening om te zien dat meer mensen een kans krijgen een diploma te halen’
Henk Hagoort wordt voor een tweede termijn herbenoemd als voorzitter van het College van Bestuur van Windesheim. Een interview met een terug- en een vooruitblik.
Henk weet je nog welk beeld je had van Windesheim toen je in 2016 begon?
‘Ja dat weet ik nog. Dat beeld werd in eerste instantie vooral bepaald door de sollicitatieprocedure. Ik was namelijk verbaasd over de hoeveelheid mensen waar ik mee in gesprek moest gaan, soms met wel acht of negen mensen tegelijk. Het meepraten, de medezeggenschap, merkte ik toen, speelde een grotere rol in vergelijking met die in de omroepwereld. Dit is wat anders, dacht ik, dan waar ik vandaan kom.’
Wat maakt een onderwijsinstelling als Windesheim voor jou aantrekkelijk?
‘Bij de omroep had ik als bestuurder te maken met veel belangentegenstellingen en was ik voortdurend tussen de omroepen aan het onderhandelen om iets voor elkaar te krijgen. Een hogeschool is in dat opzicht een veel bestuurbaarder geheel en dat vind ik prettig. Er zijn ook overeenkomsten. De innovatieagenda’s bijvoorbeeld, je probeert je als organisatie de reis van de student, respectievelijk de reis van de klant, zo goed mogelijk vorm te geven. Bij de omroep veranderde die situatie heel acuut en op een ingrijpende wijze omdat we vanuit een soort monopolypositie ineens in een situatie van snelle veranderingen en moordende concurrentie kwamen door de opkomst van commerciële zenders en later van Youtube en Netflix. Aanpassen was toen heel urgent.’
Wat voor soort school trof je vier jaar geleden aan?
‘Windesheim stond goed bekend. Het was een school waar de basis op orde was, zonder lijken in de kast en met gemotiveerde medewerkers. Ik voerde in de beginfase veel gesprekken en merkte toen dat veel mensen een gezamenlijke missie of gezamenlijke strategie misten. Prioriteiten stellen en een duidelijke richting kiezen, werd gewaardeerd. Met dat geluid in het achterhoofd gingen we aan de slag met ideeën over onderwijsvernieuwing en dat resulteerde in de strategische koers die in 2017 het licht zag. Die strategisch koers is weliswaar nog volop in uitvoering, maar ik merk dat de mensen uit de organisatie de visie dragen en graag ondersteunen. En de manier waarop we de Instellingstoets Kwaliteitszorg (ITK) onlangs haalden, met een heel positief oordeel op kwaliteit en onderwijsvisie, bevestigt dat beeld.’
Noem eens een paar hoogtepunten en evt. dieptepunten uit de afgelopen vier jaar
‘De sluiting van het X-gebouw was natuurlijk een dramatisch gebeuren. Ik weet nog dat het herfstvakantie was en ik werd gebeld. Direct naar Windesheim en daar stonden we bij het gebouw mee te kijken met de mannen die de proefboringen verrichtten. Er was maar één conclusie mogelijk: het gebouw moest dicht. Vreselijk, in één klap 20% van je oppervlakte inleveren. Maar als ik terugkijk zie ik ook de positieve kant: de samenhorigheid die het opleverde. Wat ook goed uitpakte was dat ik een kamer moest delen met Inge Grimm, die kort tevoren begonnen was. We hebben toen een goede basis voor onze samenwerking gelegd. Hoogtepunten? Het eerste dat nu spontaan bij me opkomt, is een herinnering aan een sessie in Almere met studenten van meerdere Ad-opleidingen in een zaal. Dat beeld van al die jonge mensen in een zaal die mede door verbeteringen van ons onderwijsaanbod een kans krijgen om een diploma te halen, vind ik mooi. Het is ook een symbolisch beeld dat voor mij een belangrijk punt uit onze koers concretiseert: zorgen voor een betere doorstroom van het mbo naar het hbo. We hebben nu in Zwolle 585 aanmeldingen voor onze Ad-opleidingen, in 2016 waren dat er 64. Dat zijn hoogtepunten en daar word ik heel blij van.’
Wat vond je moeilijk in de afgelopen vier jaar als bestuursvoorzitter?
‘Waar ik aan moest wennen was de intensiviteit van de medezeggenschap. Op alle niveaus moet je als bestuurder alert zijn of je op tijd hebt geïnformeerd, goed hebt uitgelegd of goed genoeg hebt afgestemd. Dat vond ik in het begin best lastig maar inmiddels staat het lampje bij mij altijd aan. Ik ben overigens heel blij met de samenwerking en heb het gevoel dat we samen tot een beter beleid komen. Maar soms is het lastig zoals in het geval van de BSA-norm waarover we fundamentele discussies voerden. Het goede van al die niveaus van medezeggenschap is dat je met elkaar steeds een stapje verder komt door elkaar te overtuigen. Elkaar overtuigen is de basis.’
Hoe moet Windesheim er over pakweg vier jaar uitzien?
‘Ik maak er liever een concrete datum van: 1 september 2023, iets eerder dus. Dat is de streefdatum waarop het onderwijs bij al onze opleidingen willen hebben ontwikkeld op basis van leeruitkomsten. Dat maakt het mogelijk dat studenten een eigen leerroute kunnen kiezen. Het is de datum waarop we onze doelstellingen van het huidige instellingsplan gerealiseerd willen hebben. En dat alles gecombineerd met een hele nieuwe digitale omgeving: de Digitale Campus. Dat is een online omgeving in aanbouw waarin elke student zijn flexibele leerroute kan vormgeven en keuzes kan maken. Dat is een heel complex gebeuren waarbij het standaardiseren van allerlei logistieke onderwijsprocessen nog een behoorlijke uitdaging zal zijn. Maar goed, als alles lukt dan is de kans groot dat we op 1 september 2023 het glas heffen.’
Waarom een tweede termijn?
‘Ik werk graag samen met de mensen in mijn team en daarbij heb ik ook een doel: het volbrengen van de strategische koers die we samen hebben ingezet. Werkplezier is voor mij, voor jou, vooral afhankelijk van de mensen waarmee je samenwerkt. Ik ervaar veel verbondenheid met de mensen met wie ik werk. Corona heeft laten zien dat onze basis goed is. Vorige week heb ik voor het eerst weer iedereen van het Directieteam gezien en dat was heel fijn. Ik heb veel plezier in mijn werk en als corona er niet was zou ik zeggen: Ik ga dagelijks fluitend naar mijn werk. Hopelijk kan dat in de nabije toekomst weer.’