Nederlandse Familiebedrijven internationaal steeds succesvoller
Familiebedrijven opereren de laatste 10 jaar steeds vaker met succes buiten de landsgrenzen. Dit blijkt uit een publicatie van Clifton Finance en het Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven van hogeschool Windesheim. Bedrijven met een omzet van ruim € 40 miljoen worden beloond met hogere winstmarges van gemiddeld 1,5 procentpunt als ze de stap naar het buitenland durven nemen.
Alhoewel de internationale handel nu deels stilligt en veel (familie)bedrijven het zwaar hebben, toont onderzoek van Clifton Finance en het Expertisecentrum aan dat het zich loont om over grenzen heen te kijken. De onderzoeksresultaten leveren interessante trends en inzichten op over 10 jaar internationaal ondernemen door grote familiebedrijven. Nu grenzen weer langzaam opengaan, geeft de publicatie bedrijven met internationale ambities inzicht in de kansen, mogelijkheden én valkuilen.
Interviews met persoonlijke ervaringen
Het onderzoek is aangevuld met interviews met diverse familieondernemingen uit verschillende sectoren die in het buitenland opereren. Ze vertellen uit eerste hand wat internationalisering bete¬kent voor hun onderneming, welke barrières ze tegenkomen en bovenal: wat het hun bedrijf oplevert. Het zijn persoonlijke verhalen als deze die verdieping geven aan de cijfers achter de internationale ambities van ondernemers.
Cijfers achter het onderzoek
In het onderzoek zijn de jaarverslagen van 2007-2017 van 228 familiebedrijven met een omzet van minimaal 40 miljoen euro in kaart gebracht. Deze dataset levert verrassende inzichten op. ‘De toename van de mate van internationalisering is opmerkelijk, ook al verschilt het per sector. Waar in het jaar 2007 42,4% van de omzet in het buitenland werd behaald, is dat 10 jaar later 50,1%’, zegt Maarten Vijverberg van Clifton Finance. Vooral de sector industrie springt eruit met een omzetpercentage uit het buitenland van 77,6% in 2017. Bedrijven in de dienstverlening zijn meer gericht op de binnenlandse markt en behaalden slechts 18,9% omzet uit het buitenland.
Voorbeeld van een sterke groeier is de Koninklijke Terberg Group. 150 jaar geleden begonnen als dorpssmederij in Benschop en nu actief op alle continenten in de wereld. In 11 jaar is het omzetpercentage uit het buitenland verdubbeld van 36,3% naar 72,7%.
Stapsgewijs internationaliseren
Familiebedrijven zijn terughoudender om te internationaliseren dan beursgenoteerde of andere middelgrote bedrijven. Ze investeren vaak met eigen vermogen en nemen minder risico met dit familiekapitaal. Ook zijn langetermijndoelen belangrijker dan een kortetermijnwinst. ‘Bedrijven die internationaliseren doen dat veelal stapsgewijs. De thuismarkt is dan te krap voor groei of omwille van de export aan internationale klanten. Logistiek is het dan efficiënter in een ander werelddeel nog een productie-eenheid te vestigen. Nu we zien dat het loont, zullen meer familiebedrijven met internationale ambities wellicht volgen’, zo concludeert Erik Veldhuizen van hogeschool Windesheim.
Internationale familiebedrijven presteren beter
Bedrijven die de stap naar het buitenland durven nemen worden beloond met hogere marges. Ze houden onder de streep gemiddeld 1,5 procentpunt meer winst over. Vijverberg: ‘Voorbeeld van zo’n sterke performer is Baggerbedrijf De Boer. Wereldwijd actief met projecten van de Noordelijke Oostzee tot de Nieuwe Maas. Dit – samen met de toename van de zandhandel – resulteerde in een winstmarge van 13,48% in 2017.’
Internationale familiebedrijven zijn ook groter dan familiebedrijven die zich alleen op de binnenlandse markt richten: met gemiddeld 2,5 keer zoveel omzet en 3 keer zoveel medewerkers. Hoewel ze in de periode 2007-2017 een iets lagere omzetgroei hadden, groeide de winst per medewerker juist ten opzichte van de niet-internationale bedrijven.
Economische vooruitgang
De hogere winstmarges van internationaal opererende familiebedrijven in 2007-2017 kunnen onder andere worden verklaard door het behalen van schaalvoordelen en door het aantrekken van de wereldeconomie. Ze hebben na de economische crisis vrij snel geprofiteerd van de sterkere groei in de omringende landen, zoals Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Maar buitenlandse resultaten zijn ook meer aan schommelingen onderhevig en fluctueren door de jaren heen. Internationalisatie gaat dus gepaard met meer risico’s, maar levert op de langere termijn wel een hogere winstmarge op.
Nederlandse bedrijven scoren hoog op het gebied van internationalisering. Nederland nam in 2018 dan ook de tweede plaats in op de KOF Globalisation Index met de 100 meest geglobaliseerde landen ter wereld. Nederland is als klein land met een bijbehorende thuismarkt voor expansie vooral afhankelijk van andere landen. Grotere landen laten over het algemeen een lagere internationaliseringsgraad zien.
Lees hier het onderzoeksrapport 'Internationale ambities'
Clifton Finance adviseert bij fusie- en overnameprocessen. En bij bedrijfsopvolging, governance-vraagstukken en conflictoplossing bij familiebedrijven. De expertise die in de afgelopen 30 jaar is opgebouwd zet Clifton Finance altijd innovatief en op maat in.
Het Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven van hogeschool Windesheim verricht praktijkgericht onderzoek naar de ondernemende kracht van familiebedrijven. Als onafhankelijke kennispartner neemt het actuele strategische vraagstukken van bedrijven als leidraad voor onderzoek.
Vragen?
Stel ze aan Freek Hofland
Woordvoering onderzoek