Naar cookie instellingen Hoofdinhoud Hoofdnavigatie

  • Rapport
  • 1 januari 2010
  • Onderwijsinnovatie en ICT
Banner image

Standaardisatie in het hoger onderwijs

Op zoek naar ontwerpcriteria voor een standaardbeschrijving van hetonderwijsaanbod gericht op effectief multi-institutioneel studieloopbaanontwerp

Samenvatting

Het zijn boeiende tijden waarin we leven. De uitdagingen waar de maatschappij mee geconfronteerd wordt zijn van lokaal tot globaal niveau omvangrijk en vaak schier onoverzichtelijk. In het licht van klimaatverandering, grondstoffentekorten, (over)bevolking, voortbestaan van diersoorten en volksmigraties lijkt een onderzoek naar standaarden in het hoger onderwijs (of beter: ontwerpeisen voor standaarden van de beschrijving van onderwijsaanbod in het hoger onderwijs) tamelijk ridicuul. Is er niet een beter onderwerp waar energie in gestoken kan worden, een onderwerp met meer relevantie voor de toekomst van onze maatschappij? We hoeven maar naar het nabije verleden te kijken om te zien dat veel desastreuze ontwikkelingen voortkwamen uit onverdraagzaamheid, onbegrip en onkunde, gevoed door ongefundeerd superioriteitsgevoel, afgebakend door felbevochten landsgrenzen. Uiteindelijk is de Europese Unie in eerste instantie ontstaan om te voorkomen dat de grote Europese mogendheden in de toekomst weer met elkaar op de vuist gaan. Wanneer we kijken naar onderstaand figuur, dan kunnen we zien dat anno 2010 bijna alle gezworen vijanden uit het verleden (Spanje, Portugal, Italië, Duitsland, Frankrijk en uiteraard ook de handelsnatie Nederland) hun nationale munt, toch wel de trots van een natie, hebben ingewisseld voor de gezamenlijke Euro. En zichtbaar is ook dat in 2010 de Europese Unie is gegroeid van een beperkte niet-aanvals zone naar een uitgebreid vrijhandelsgebied. Sinds het laatste decennium van het vorig millennium is er in Europa tamelijk geruisloos een opmerkelijke ontwikkeling bijgekomen. De figuur toont ook het ontstaan van de EHEA: de European Higher Education Area. In 1999 is door de ministers van onderwijs van de Europese Unie de Bologna Verklaring ondertekend. Met de ondertekening van deze verklaring hebben de leden zich gecommitteerd aan het tot stand brengen van één open onderwijsruimte binnen Europa in 2010. Bij haar initiële ontstaan in 1999 was zij al omvangrijker dan het huidige grondgebied van de Europese Unie of zelfs "Schengen', en nu in 2010 omvat zij 46 participerende landen, waaronder zowel de kleinste als de grootste natie ter wereld. De European Higher Education Area heeft als doel studenten in het hoger onderwijs mobiliteit te bieden. Hiermee ontstaat een gebied waarbinnen studenten hun studieloopbaan kunnen plannen dat gekenmerkt wordt door pluriformiteit en veelkleurigheid. Dit kan worden gezien als een verrijking voor de individuele student, maar tegelijk ontstaat ook kennis van (en hopelijk waardering voor) andere culturen. Immers, kennis is misschien wel hét instrument tegen onverdraagzaamheid, onbegrip en onkunde, en daarmee de sleutel tot de oplossing van de mondiale problemen waar de mensheid nu mee worstelt. Maar hoe komt die studentenmigratie op gang? Om effectief mobiel studeren mogelijk te maken moet het hoger onderwijs een geschikte structuur bieden. Het proces dat de EHEA vormgeeft heeft hier instrumenten voor ontwikkeld, maar ook individuele universiteiten begrijpen dat de student uit Moskou of Londen niet naar Nederland afreist om één keuzevakje te volgen. Het onderwijsprogramma is daarom bij veel instellingen inmiddels ingericht in grote brokken (majoren en minoren), die een effectieve uitwisseling mogelijk maken. Daarmee is de kous echter niet af. Want hoe krijgt die student in Moskou en Londen door dat er in Nederland een interessant aanbod bestaat? Dat kan alleen door het aanbod aan onderwijs op zo'n manier te communiceren dat deze student het in Londen en Moskou ook kan begrijpen. Het zal duidelijk zijn dat dit eisen stelt aan het ontwerp van de presentatie van dat onderwijsaanbod. Daarbij komt dat de doelstellingen, die Europa zichzelf stelt op het gebied van studentenmobiliteit in het hoger onderwijs, het onderwijsmodel fundamenteel veranderen. Het model transformeert van aanbodgericht naar klantgericht. Voor de ondersteuning van een transparant onderwijsaanbod bestaan echter nog geen breed geaccepteerde( ICT-)voorzieningen, die de student de juiste informatie verschaffen. De student wordt daardoor gehinderd in zijn keuzeproces. Er bestaan wel diverse initiatieven, maar onduidelijk is vooralsnog met welke criteria deze initiatieven te beoordelen zijn. Waar moet de beschrijving van onderwijsaanbod aan voldoen, wil de student in staat zijn te kiezen? Deze vraag vormde voor mij de aanleiding om op (onder)zoek te gaan naar ontwerpeisen te stellen aan standaarden voor de beschrijving van onderwijsaanbod.

Auteurs van deze publicatie:

  • Frank Boterenbrood