‘Met onze toolbox zie je in één overzicht wat de goedkoopste vervoersoptie is’
Hoewel vervoer over water het goedkoopst is, kiest veevoerleverancier ForFarmers wegens lage waterstanden vaker voor wegvervoer. Maar wat is in het kader van kostenbesparing het beste moment om te kiezen voor de overstap naar vervoer over de weg? En welke opties zijn er? Een gesprek met Björn en Sander, studenten van de opleidingen Logistics Engineering en Technische Bedrijfskunde. Zij maakten samen met hun projectgroep een toolbox die kan helpen om bovenstaande vragen te beantwoorden.
Tegen de tijd dat Björn Dijkhuis en Sander Thiele afstuderen zien sommige aspecten van hun vakgebied er wellicht weer heel anders uit dan aan het begin van hun studie. Mede daarom is het inspelen op verandering en het bedenken van innovatieve oplossingen voor nieuwe vraagstukken een belangrijk bestanddeel van hun opleidingen. In de wereld van logistiek en vervoer zitten bedrijven vaak te springen om innovatieve oplossingen. De toolbox die Björn en Sander met hun projectgroep ontwikkelden voor ForFarmers is een mooi voorbeeld van een innovatief antwoord op een nieuw vraagstuk.
Hoe luidde de opdracht voor ForFarmers?
Björn: ‘Het project kregen wij van Port of Twente en van ForFarmers. ForFarmers is op zijn beurt aangesloten bij een consortium van bedrijven waar de vraag al een tijdje op tafel lag. Meer dan tachtig procent van het vervoer van veevoer gaat over water. In de droge jaren die steeds vaker voorkomen, zorgt dat voor een dilemma: op welk moment is het lucratiever om naar vervoer over de weg om te schakelen?
Sander: ‘Zodra het waterpeil van de IJssel onder een bepaald niveau daalt, kunnen deze bedrijven geen gebruik maken van de maximum laadcapaciteit van een schip. Op een bepaald moment is het lucratiever om vrachtwagens in te schakelen terwijl dat normaal gesproken duurder en tijdrovender is. De opdracht van het consortium was duidelijk: maak een toolbox waarmee we in één overzicht kunnen zien welke optie het goedkoopste is bij welke waterstand. Die toolbox hebben wij met drie andere studenten van de minor Supply Chain gerealiseerd.’
Waarom een toolbox?
Björn: ‘De opdrachtgevers waren heel duidelijk en specifiek in hun wensen. Ze wilden een resilience toolbox zodat ze veerkrachtiger kunnen omgaan met de gevolgen van de lage waterstanden. Aanvullend hebben wij daar nog een stukje extra onderzoek bij gedaan over hoe je ook op andere manieren transport kunt realiseren.’
Hoe hebben jullie het project aangepakt?
Sander: ‘We begonnen met een vooronderzoek en doken eerst vier á vijf weken in het onderwerp om te ontdekken wat er al bekend was en om ons project af te bakenen. Vervolgens kwam de planning en de planning per fase. We hadden met zijn vijven ook een goede taakverdeling en probeerden elkaars kwaliteiten zo veel mogelijk te gebruiken. Telkens als we individueel iets hadden gedaan, keken we er gezamenlijk met een kritische blik naar. Björn: Ik richtte me voornamelijk op transport en de kosten daarvan. Ik zoek graag dingen uit over allerlei praktische zaken zoals de beschikbare ruimte, de kaarten en de routes. Daar ligt mijn interesse. Ook de inhoud van vakken als Veranderkunde en Organisatiemanagement was handig. Sander: ‘Björn heeft veel praktische zaken uitgezocht. Hij heeft zelf ervaring met transport als vrachtwagenchauffeur. Wat mij zelf goed ligt is het projectmatig werken en het begeleiden van zo'n project. Ik vond het leuk om het ontwerp te creëren en de toolbox door te rekenen. Ik heb me vooral gefocust op het oplossingsgericht zoeken. We vulden elkaar met zijn vijven goed aan.’
Welke opties zijn er volgens jullie toolbox?
Björn: ‘Wij hebben vier opties uitgewerkt. De twee makkelijkste zijn volledig met schip of volledig met de vrachtwagen. De eerste tussenoplossing is: volledig geladen naar de hub varen en dan deels verder met de vrachtwagen. De tweede is naar de hub varen (een hub is een overstappunt, in dit geval Port of Zwolle), volledig aflossen en de lading verder vervoeren met de vrachtwagen. Ook de gegevens zoals de beschikbare schepen en vrachtwagens spelen een rol en wegen mee bij het bepalen van de beste oplossing.’
Hoe ziet de tool eruit?
Björn: ‘We hebben een Excel-bestand gemaakt. Dat klinkt een beetje simpel maar het werkt goed. Je vult in het bestand de waterstanden in, die je natuurlijk ook weer kunt aanpassen, de tonnages aan goederen en de specifieke maten van de schepen. Bij elke waterstand zie je dan wat de goedkoopste optie is voor vervoer.’
Sander: ‘De kosten voor een schip zijn gebaseerd op de prijs per ton. Hoe lager de waterstand hoe minder ton je kunt vervoeren. Je kunt boven een waterdiepte van 1.40 meter boven NAP wel varen maar je kunt dan niet altijd de volledige capaciteit benutten. Het gaat hier om schepen die tussen de 500 en 2000 ton kunnen vervoeren. Ter vergelijking: je hebt dertig á vijvendertig vrachtwagens nodig om duizend ton te vervoeren. Maar kun je als bedrijf in anderhalve dag dertig vrachtwagens regelen? Zo niet dan is een schip alsnog sneller.’
De toolbox klinkt als een welkom instrument. Hoe waren de reacties?
Sander: ‘Wij hebben ons project voor het consortium mogen presenteren. Het was natuurlijk superleuk en leerzaam om onze resultaten voor zo’n grote groep te presenteren. De reacties waren heel enthousiast, dat was leuk om te horen. We weten dat ze binnen het consortium ook bezig zijn om een toolbox te ontwikkelen die voorspellingen kan doen voor de waterstanden van het Twentekanaal. Daarin willen ze onze toolbox verwerken. Het doel van onze toolbox is om adequaat te kunnen reageren en de 'voorspelling-toolbox' heeft ook een operationeel doeleinde, voor het creëren van meer veerkracht. Er komt sowieso een vervolg.’
En nu?
Björn: ‘Ik zit in mijn derde jaar en heb nog geen echte plannen voor na mijn afstuderen. Ik weet wel waar mijn interesse ligt: bij verbeterprocessen rondom vervoer. Naast mijn studie ben ik ook vrachtwagenchauffeur dus ik zie ook hoe het in de praktijk toegaat. Ik kijk altijd met belangstelling naar het laden en lossen van trailers op een depot, en het sorteren daarvan. Wat ik wel weet is dat ik ooit een eigen bedrijf wil in de logistiek.’
Sander: ‘Ik ben in juni klaar en ga dan solliciteren. Mijn opleiding is nog vrij breed en daarom lijkt het me goed om eerst een leuke werkplek te vinden om te ervaren wat ik leuk vind en om me daarna wellicht te verdiepen in een specifiek gebied. Mogelijk is een rol als (proces)engineer of projectleider wel iets voor mij.’
Naschrift: een vervolg in september
Anne-Ruth van de Port of Twente bevestigt de fijne samenwerking met de studenten van Windesheim. Zij legt uit dat de toolbox in zijn huidige vorm nog grofmazig is en in de toekomst om verfijning vraagt met een vijfde optie: namelijk het overladen in kleinere schepen. In september gaat een nieuwe groep studenten van Hogeschool Windesheim hiermee aan de slag.
Dan zal de vraag niet zozeer zijn de inzet van binnenvaart of vervoer over de weg, legt Anne-Ruth uit. ‘De toolbox heeft vooral aangetoond dat het lonend kan zijn om met een vaste hub te gaan werken waar grote schepen hun lading kunnen lossen en waar kleinere schepen en/of vrachtwagens de lading overnemen. De vervolgvraag zal zich vooral richten op de vraag wat er nodig is om een dergelijke permanente hub te bouwen en welke kosten daaraan zijn verbonden. De toolbox van Sander, Björn en hun medestudenten heeft overtuigend aangetoond dat het mogelijk is om meer veerkracht te creëren in de logistieke keten van het vervoer over water naar de Twentekanalen.’
Björn Dijkhuis en Sander Thiele ontwikkelden de toolbox samen met medestudenten Anna Orschlid, James Cornez en Rens Rekko. Ze kregen daarbij begeleiding vanuit de opdrachtgevers Port of Twente en ForFarmers.
Vragen over dit nieuwsbericht?
Stel ze aan de Newsroom via newsroom@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad)
Neem contact met ons op
-
Bereikbaarheid
Op werkdagen tussen 09.00 en 17.00 uur