Naar cookie instellingen Hoofdinhoud Hoofdnavigatie

‘Zijn ze nu nog aan het spelen?’ Dan zeg ik: ‘Ja én aan het leren’

  • 23 juni 2022
Banner image
Home(opent in nieuw tabblad) / Zijn ze nu nog aan het spelen dan zeg ik ja en aan het leren

Elk jaar verschijnen er in de media wel enkele berichten dat de zwemvaardigheid van kinderen onvoldoende is. Even vaak worden er vraagtekens gezet bij de kwaliteit van de zwemlessen. Onderzoeker Mandy van der Weijden doet onderzoek naar de basisvraag bij het zwemonderwijs: wat werkt?

Mandy van der Weijden werkte in het verleden als zwemcoach op internationaal niveau met atleten bij EK’s, WK’s en de Olympische Spelen. Inmiddels werkt ze geruime tijd bij de Calo als hoofddocent bij de opleiding Sportkunde en de Ad Sport. Daarnaast doet ze onderzoek vanuit het door haar zelf opgerichte ZwemLab.

Ze startte met haar onderzoeksactiviteiten binnen de zwemleswereld vanuit de verwondering hoe traditioneel die wereld nog was. ‘Een wereld waarin wordt toegewerkt naar een ideaaltypisch beeld: het gat bevindt zich op 9 meter diepte, dat moeten we halen en daar gaan we eindeloos op oefenen, net zo lang tot het lukt. Maar er is niemand die kan uitleggen waarom het zo is en hoe het werkt.’

In de loop der jaren ontdekte ze dat de zwemleswereld niet alleen traditionele maar ook een hele commerciële wereld is waarin veel geld omgaat en waar vernieuwing maar mondjesmaat tot stand wordt gebracht. Inmiddels is haar ZwemLab uitgegroeid tot een ware broedplaats voor onderzoek en heeft het zwemonderzoek een eigen plek gekregen binnen het Lectoraat Bewegen, School en Sport. Voor studenten van de Calo biedt het Lab bovendien interessante leerwerkplekken.  

Wat is volgens jou het probleem rond de zwemles?

‘In slechts 26% van de gemeenten bestaat er nog zoiets als schoolzwemmen. Het lerenOnderzoeker Mandy van der Weijden van het zwemLab zwemmen is mede op aandringen vanuit de politiek de verantwoordelijkheid van de ouders geworden. Dat is best krom als je je bedenkt dat we tegenwoordig wel een doorlopende leerlijn verkeer hebben in groep een tot en met acht, gebaseerd op de gedachte dat Nederland een unieke verkeerscontext heeft. Wat mij betreft hebben we in Nederland ook een unieke watercontext, kijk alleen al naar de waterpartijen in nieuwe woonwijken. Het merendeel van de ouders is aangewezen op commerciële partijen die zwemlessen aanbieden. Dat is de reden dat kinderen op allerlei verschillende manieren zwemles krijgen. Intussen gaat de zwemvaardigheid van kinderen achteruit en heeft dat een mogelijke relatie met verdrinkingsoorzaken.

Als kinderen met een diploma B niet blijven oefenen, verleren ze hun zwemvaardigheden. De oplossing wordt logischerwijs gezocht in meer oefenen of blijven oefenen. Die focus op het herhalend oefenen richting eindtermen, is sowieso kenmerkend voor de traditionele opvatting over zwemles: blijven oefenen tot je het kunt. Maar eigenlijk kan niemand zeggen wat nu methodisch en didactisch gezien, de basis is van een zwemles. En dus ook geen antwoord geven op de vraag hoe het komt dat kinderen hun vaardigheden vervolgens weer verleren.’

Welke rol spelen de verschillende commerciële belangen in de zwemleswereld?

‘Er zijn veel verschillende belangen in deze wereld. De Nationale Raad Zwemveiligheid (NRZ) heeft een overheidsachtige status maar in werkelijkheid is de wereld van de zwemlessen een vrije markt. Iedereen kan zijn eigen zwemschool beginnen en een eigen certificaat met een kikkerlogo maken en zeggen: Gefeliciteerd, je hebt een A-diploma! Dat mag. Er zijn dan ook allerlei verschillende methoden en diploma’s: Envoz, Superspetters, Zwem-ABC, Swim Safe, noem maar op. Een uitzending van Radar(opent in nieuw tabblad) bracht dit prachtig in beeld.

Al heel snel gaan de tegengestelde belangen in discussies over kwaliteit en didactiek een rol spelen, want het is een commerciële markt. De overheid doet wel pogingen om een betere kwaliteitstandaard voor elkaar te krijgen, maar dat ligt moeilijk en komt nauwelijks van de grond door de complexe relatie tussen de verschillende partijen.’

Waar ontbreekt het op dit moment aan?

‘Het ontbreekt wat mij betreft aan een goed basisonderzoek dat een fundament legt onder de vragen: Wat willen we de kinderen leren? Wat werkt wel, wat werkt niet? We hebben nog geen antwoord op de eenvoudige maar cruciale vraag: Wat moet de basis zijn? En dat is opmerkelijk als je een vergelijking maakt met taal en rekenen en de didactische ontwikkeling van die vakken in het basisonderwijs door de jaren heen. Mede door onderzoek zijn lesmethodes ontwikkeld die zijn verrijkt met méér dan alleen herhalen, maar die bijvoorbeeld ook het spelend leren als een belangrijke factor zien. Die meer creatieve houding en onderbouwing vanuit onderzoek, zou ik ook graag willen toepassen op de zwemles. Ik wil starten bij het fundament, onderzoeken wat werkt, kijken naar methoden en technieken waarbij vaardigheden niet verloren gaan en waarmee kinderen die in onverwachte situaties terechtkomen, zich kunnen redden. En daarbij is het belangrijk om oog te hebben voor het spelenderwijs leren en dat kinderen het leuk vinden om te doen.’

Welke nieuwe inzichten spelen nu al een rol?

‘Traditioneel wordt alles geredeneerd vanuit de ervaring en de ideaaltypische beweging: de schoolslag moet er zus en zo uitzien. Veel herhaling. Wat we de laatste jaren ontdekken, en dat wordt ondersteund door literatuur daarover, is dat gevarieerd iets leren, helpt bij het behouden van vaardigheden en de vaardigheid van kinderen om meer oplossingen te ontwikkelen. Simpel gezegd: hoe meer uitdagingen, hoe beter. De branche doet al flink zijn best om de bestaande methodes gevarieerder te maken, maar de zwemdocenten vinden het tegelijkertijd ook ingewikkeld om hun aanpak om te buigen naar spelenderwijs leren, omdat ze vaak al jarenlang op dezelfde manier lesgeven. Ouders die dergelijke ‘vernieuwende’ lessen zien en gewend zijn aan rijtjes en een gestructureerde aanpak, zeggen dan wel eens tegen me: ‘Zijn ze nu nog steeds aan het spelen?’ Dan zeg ik: ‘Ja én aan het leren.’

Hoe gaat jouw onderzoek bijdragen aan het beter zwemonderwijs?

‘De komende vijf jaar richtten we ons vanuit het ZwemLab op drie grote studies. De eerste is een onderzoek naar toetseisen, doelen en bijhorende kwalificaties die we kunnen gaan hanteren bij gevarieerde methoden. Daarbij moet je denken aan kwalificaties voor vernieuwende methodes die uitgaan van spelenderwijs leren en het aanbieden van gevarieerde contexten. Met behulp van experts uit de zwemwereld en het onderwijs kan ik vervolgens de verschillende methodes vergelijken. Er is op dat gebied al veel geprobeerd door de NRZ met allerlei experttafels en expertmeeting, maar het lastige is dat die commerciële belangen onderhuids altijd een rol spelen. In mijn eerste studie wil ik daarom de Delphi-methode gebruiken. Op die manier laat ik experts anoniem meedenken.

Een ander deel van het onderzoek richt zich op transfer. We weten al lang dat als je vaardigheden leert in een bepaalde context, dat het niet betekent dat je die in een andere context ook kan. Er staat op sommige diploma’s dat een kind slootvaardig is terwijl hij of zij geen meter in een sloot heeft gezwommen. Voor ouders is dat heel verwarrend. Ik ga een transfertest ontwikkelen om te kijken wat we wel op zo’n diploma kunnen neerzetten. Zodat we ouders goed kunnen uitleggen wat hun kind wel en niet kan. Vergelijk het met leren fietsen: een kind dat zich op het pad bij huis kan redden met een fietsje stuur je als ouder ook niet zelfstandig op de openbare weg naar school.’

Naar aanleiding van bovenstaand interview is Mandy ook geinterviewd voor de redactie van Eva Jinek. Lees het interview hier.(opent in nieuw tabblad)

Delen via:

Vragen over dit nieuwsbericht?

Stel ze aan de Newsroom via newsroom@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad)

Laatste nieuws

Teaser image

Flevoland Monitor 2024: krapte vraagt om keuzes in de regio

25 april 2024
Teaser image

‘Sterk aan het Werk’ wint Bridge of Fame Award

25 april 2024
Teaser image

14 miljard aan potentie voor mkb beschikbaar

23 april 2024
Teaser image

Ad-opleiding hielp Deborah bij switch van toerisme naar zorg

19 april 2024
Teaser image

Meer impact met onderzoek door samenwerking

18 april 2024