'Achteraf besefte ik hoe leuk en belangrijk die eerste avond was'
Wat heb je aan banden met universiteiten aan de andere kant van de wereld? ‘De studenten kunnen ontzettend veel en snel van elkaar leren’, vertelt docent Mieke Veerman. Van barrière werd corona, zo vertelt ze, juist een stimulans voor sterke (online) banden met Seoel en het wekelijkse contact is inmiddels niet meer weg te denken. Onlangs maakten studenten ook weer een fysieke studiereis. Voor Jurriën en Lena was dat een herkansing voor de eerdere wegens corona gecancelde trip.
Windesheim heeft samen met Fontys Hogeschool een onderwijsprogramma met Konkuk University in Seoel. De oorsprong van die inmiddels innige band ligt in de handelsmissie onder leiding van minister-president Rutte naar Zuid-Korea van september 2016. In het kielzog reisde destijds een delegatie mee om contacten te leggen met onderwijsinstellingen in het zich snel ontwikkelende land aan de andere kant van de wereld. Vanuit de opleiding Toegepaste Gerontologie werden al snel de eerste contacten gelegd met universiteiten in Seoel vanuit de wederzijdse belangstelling naar de vraag hoe de ander omgaat met ouderen en de maatschappelijke uitdagingen rond vergrijzing.
Paralellen
Onder de vlag Smart Aging werden Living Labs opgezet en daarmee was het startsein gegeven voor een intensief gezamenlijk onderwijsprogramma. Mieke Veerman: ‘Inhoudelijk was het direct interessant omdat de maatschappelijke consequenties van vergrijzing in Korea veel zichtbaarder zijn dan bij ons. Als ze zo doorgaan dan krimpt de bevolking in hoog tempo, want het geboortecijfer ligt onder de één. Er zijn verrassende paralellen tussen Nederland en Korea. We zijn beide kleine welvarende landen met een bevolking die steeds ouder wordt. De culturele verschillen zijn weliswaar groot, maar aan de andere kant versta je elkaar binnen een uur. Koreanen werken hard. In het eerste jaar kwamen we tot de slotsom dat er een andere leeromgeving nodig was. Toen we een jaar later opnieuw op bezoek waren, zagen we dat er een compleet nieuw gebouw was neergezet met ruimtes waar studenten kunnen werken en testen, precies zoals we het hadden bedacht. Dat is ongelooflijk.’
Intensieve samenwerking
Volgens Veerman is gebleken dat corona naast de bekende schaduwzijde ook een positieve kant heeft. Elkaar bezoeken als deel van de uitwisseling was logischerwijs niet meer mogelijk, maar de pandemie zorgde wel voor een intensieve online samenwerking. ‘We zien elkaar sinds de uitbraak van corona elke week online tijdens een half uur durende stand up. Als je elkaar beter wilt leren begrijpen en snel wil handelen, dan werkt dat als een tierelier. Het is voor iedereen heel normaal geworden. We hebben gemixte groepen, allerlei disciplines en nationaliteiten door elkaar, waarin studenten van drie instellingen in het hoger onderwijs aan een gemeenschappelijk programma werken. Dat gaat heus niet allemaal even gemakkelijk, maar de studenten leren er enorm veel van. Op die manier hebben we in zes jaar samen een rijke leeromgeving opgebouwd die zich nog steeds verder ontwikkelt en onderdeel is geworden van de curricula. Dat is binnen Nederland al een uitdaging, maar in een internationale context vind ik dat heel bijzonder.’
Een ander perspectief
Voor de studenten van Windesheim en Fontys Hogeschool is het contact met de Koreaanse studiegenoten heel waardevol vertelt Mieke. ‘Ze ervaren bijvoorbeeld hoe anders het perspectief is van Koreaanse studenten. De ouders stippelen daar het pad uit voor hun kinderen, als jongere zelf een keuze maken is nauwelijks mogelijk. De vrijheid om na te denken over wat je zelf wilt, is bij hen veel minder aan de orde. Dat klinkt als een heel starre samenleving, maar tegelijkertijd ervaren wij hoe prettig en gastvrij het land is als je er op bezoek bent. Op onze laatste reis vertelden studenten dat ze ervaren dat het leerproces veel sneller gaat. Een van hen zei dat zij in 24 uur meer had geleerd dan in de drie jaar daarvoor. Dat is misschien wat overdreven, maar het zegt wel iets over de manier waarop studenten de reis beleven. We gaan studenten daar nog apart in focusgroepen voor benaderen om dit te onderzoeken: wat gebeurt er eigenlijk echt en wat leer je dan.’
Ervaringen van Lena en Jurriën
Lena en Jurriën zijn van een eerdere lichting Toegepaste Gerontologie en richtten in hun tweede jaar samen met de studenten in Seoel een Living Lab op rond Smart Aging en het thema ouderen. Omdat hun reis naar Seoel in hun tweede studiejaar (twee jaar geleden) werd gecanceld, kregen ze alsnog de kans om mee te gaan. Een welkome herkansing waarvoor ze zich aansloten bij het Living Lab van de huidige tweedejaarsstudenten dat nu draaide rond het thema jeugd: A Good Life for Youngsters.
Hoe was de reis voor jullie?
Jurriën: ‘Fantastisch. Ik weet nu al dat mijn groepje buiten school om een keer hier komt om de Nederlandse cultuur te leren kennen. We hebben in die paar dagen echt nieuwe vrienden gemaakt. Toen ik wist dat we daar naartoe zouden gaan, dacht ik niet dat je zo snel bevriend zou kunnen raken met jongeren uit een totaal andere cultuur. Op de eerste avond van het programma vroegen enkele Zuid-Koreaanse studenten waar we wilden gaan eten. En direct daarop kwam de vraag of ze mochten mee-eten. Dat was het startsein van een paar intensieve lessen over de Koreaanse cultuur. Ze hebben op die avond alles verteld wat ze konden bedenken. Hoe je eet, hoe je drinkt, hoe het allemaal heet wat je eet, hoe je op straat loopt, waar je wel mag staan, waar je niet mag staan, kortom alles wat je graag wil weten als je daar net bent. Achteraf besefte ik hoe leuk en belangrijk die eerste avond was. Aan het begin van de week zoiets doen heeft namelijk effect op de hele week. Het was gelijk gezellig en we hadden direct energie om aan de slag te gaan met het project.’
Lena: ‘Bij mijn groepje was dat iets minder het geval. Dat kwam denk ik ook door de samenstelling. Twee studenten spraken helemaal geen Engels en daarom was de taalbarrière erg lastig om te nemen. Op een gegeven moment kom je er niet meer uit met google translate. Ik was blij dat ik ’s avonds meekon met het groepje van Jurriën, maar eigenlijk zou zo’n soort introductie in elke groep moeten ontstaan.’
Jurriën: ‘De eerste avond gingen we onder een brug zitten waar altijd heel veel studenten komen. Bij een supermarkt hadden we wat biertjes gekocht en toen zijn we daar met zijn zessen gaan zitten. Daar hebben we het meest open gesprek gehad van de hele week. We hebben het over van alles en nog wat gehad, over persoonlijke dingen, studeren, over muziek.’
Wat viel jullie op in Zuid-Korea?
Jurriën: ‘Gastvrijheid en elkaar helpen is daar de standaard. Als buitenlanders werden wij daar op handen gedragen en konden we in principe niets fout doen bij hen. Tegelijkertijd zijn de generatieverschillen echt opvallend. De ouderen hebben het land opgebouwd na de oorlog en hebben het gevoel dat de jongeren er gebruik van maken en misschien ook wel misbruik van maken. Er is weliswaar veel respect maar de verwachtingen van ouderen richting jongeren zijn extreem hoog. Je best doen is niet goed genoeg. De jongeren voelen heel erg de druk, wij moeten het nóg beter doen.’
Lena: ‘Tijdens een maaltijd vroegen we een keer of ze het anders zouden willen zien. Dat lieten ze in het midden, maar ze verwachten het niet. Hoe ouder hoe belangrijker je bent. Een oudere professor heeft altijd gelijk. Hier in Nederland werkt iedereen van alle leeftijden samen, maar daar krijg je van een professor een opdracht die je uitwerkt. Het is heel hiërarchisch. Wat ik wel mooi vind is dat je in de bus en trein speciale plekken ziet voor ouderen waar je als jongere überhaupt niet gaat zitten. Dat zegt wel iets over het respect.’
Jurriën: ‘Wat me ook opviel is dat studenten niet weten wat ze na hun studie gaan doen. Het hoogst haalbare dat je als ouder aan je kind kunt geven is de universiteit. Nog mooier is het als je kind gaat studeren in Amerika. Dan heb je het als ouder helemaal gemaakt. De studenten die wij spraken doen een opleiding en weten niet wat ze daarna gaan doen. Dat wordt hen niet verteld. Lena: ‘Het idee om te denken over wat je later wilt worden, speelt daar niet. Er is weinig vrije keuze. Een studieswitch is al helemaal ondenkbaar. Kinderen zijn zich heel bewust van het offer dat hun ouders in financiële zin maken, door hen te laten studeren.’
Heb je een idee hoe ze naar jullie kijken?
Jurriën: ‘De belangstelling is er zeker, voor ons zijn veel zaken vanzelfsprekend. Maar ze staan open voor de manier waarop wij het doen. Hier kan alles en daar moet alles passen in een stappenplan of een hokje. De gescheiden werelden tussen generaties spelen ook voortdurend een rol. Ze vinden het bijvoorbeeld heel interessant om te horen dat wij de prototypes van de ontwikkelde apps testen door er met de ouderen over te praten. Of ze vinden het interessant om te horen hoe wij met onze docenten omgaan. Dat vinden ze heel vernieuwend en interessant. Ook de enkele docent die we te spreken kregen, vond het heel apart om over persoonlijke dingen te praten. Dat was hij niet gewend om te doen met zijn eigen studenten. Er is altijd veel afstand.’
Hoe gaat de samenwerking online?
Jurriën: ‘Online was het af en toe wel lastig vanwege het tijdsverschil. Als we ’s morgens inloggen is voor hen de dag voorbij. Dan zitten wij nog vol energie en merken we dat bij hen de pijp leeg was. Maar op zich is het wel echt een uitvinding. Voor corona hadden we nog nooit iets online gedaan, laat staan met studenten aan de andere kant van de wereld.’
Lena: ‘Tijdens ons Living Lab waren we gericht op ouderen. Onze Koreaanse medestudenten creëerden een app voor ons en daarover hadden we heel vaak contact. Die app was bedoeld om het contact tussen ouderen en jongeren te verbeteren, generationeel te verbinden. Dus we werkten vooral samen met studenten Engineering. Ze zijn daar ontzettend technisch. Binnen twee weken maakten ze een werkend prototype van een app. Wij leverden dus telkens de input en zij zorgden voor de technische realisatie. Dat is eigenlijk de kern van de samenwerking. Vervolgens testen wij zo’n product hier en koppelen de resultaten weer terug naar hen.’
Wat was voor jullie de kern van het contact tijdens de studieweek?
Jurriën en Lena: ‘In één woord? Ontdekken. Ontdekken van een stad, van een cultuur, van de andere kant van een westerse cultuur, het ontdekken van hoe goed wij het in Nederland hebben. Ontdekken hoe de generaties daar met elkaar omgaan. Ontdekken hoe egoïstisch wij soms kunnen zijn, hoe gastvrij zij zijn. En door al dat ontdekken maak je pas op de plaats en denk je na over je eigen situatie. Ik realiseer me dat je het ook echt heel anders kunt treffen. Nog een woord dan: inspirerend! We willen allebei graag terug om dan het hele land te gaan ontdekken.’
Onderzoek focusgroep
In het Living Lab zoals hierboven beschreven, werken studenten aan complexe vraagstukken in een internationale setting. De vraag wat nu precies de leeropbrengsten zijn van deze manier van internationale samenwerking en van een studiereis zoals die naar Seoel, vormen het onderwerp van een onderzoek in een zogeheten focusgroep. De resultaten daarvan zullen aan de orde komen in een publicatie.
Wil je meer informatie over het Living Lab en de resultaten van het onderzoek van de focusgroep? Stuur dan een e-mail naar Mieke Veerman via Mieke.Veerman@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad)
Vragen over dit nieuwsbericht?
Stel ze aan de Newsroom via newsroom@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad)
Neem contact met ons op
-
Bereikbaarheid
Op werkdagen tussen 09.00 en 17.00 uur