Naar cookie instellingen Hoofdinhoud Hoofdnavigatie

‘Juist nu is het vak geschiedenis belangrijk’

  • 9 december 2020
Banner image
Home(opent in nieuw tabblad) / Juist nu is het vak geschiedenis belangrijk

Vanwege haar Pabo-achtergrond en bevoegdheid Engels kreeg ze ooit de kans om geschiedenis te geven in het Engels. Onlangs kreeg Marianne de Soeten, zij-instromer en deeltijdstudent aan de lerarenopleiding geschiedenis, de prijs voor ‘Beste geschiedenisdocent van 2020’.

Toen ze jaren geleden werd gevraagd om meer te doen met Engels bij het vak geschiedenis zag ze van lwoo (leerwegondersteunend onderwijs, vmbo) tot vwo de mogelijkheden en greep deze kans met beide handen aan. Ze begon met het vertellen van geschiedenisverhalen aan de hand van knipsels en eigen verzameld materiaal. Vanuit haar motivatie om verhalen te willen vertellen, ontwikkelde ze een eigen manier van lesgeven en inmiddels geeft ze al geruime tijd les in het vak geschiedenis. Ze is in staat om de geschiedenis heel dichtbij de belevingswereld van haar leerlingen te brengen aan de onderbouw van het Van Lodenstein College in Barneveld. Die bijzondere vaardigheid trof ook de jury van de verkiezing Geschiedenisleraar van het jaar. Deze prees haar manier van lesgeven als volgt: ‘Er wordt op veel lagen, veel geleerd.’De prijsuitreiking

Hoe is het om deze prijs te winnen?

‘Het winnen van de prijs is echt een hele eer maar ik moest er wel behoorlijk aan wennen want ik ben niet iemand die graag in de picture staat. Toen ik in de race bleef en begon te twijfelen, ging ik vooral door omdat het initiatief voor mijn deelname vanuit de leerlingen zelf kwam. Dat mijn leerlingen uit 3-havo en -vwo vertelden dat ze door mijn lessen bagage meekrijgen voor de rest van hun leven, heeft me veel gedaan. Het is ook bijzonder om op deze manier je hardwerkende en enthousiaste collega’s geschiedenis uit heel Nederland te mogen vertegenwoordigen.’

Wat is de kern van jouw manier van lesgeven?
‘De jury had het over de variatie in werkvormen en de gelaagdheid van mijn lessen en dat klopt wel denk ik. Ik probeer mijn leerlingen steeds dieper in een onderwerp mee te nemen. De kern daarbij is dat ik een historische kwestie centraal stel, zoals de Russische Revolutie. Om dan ineens op de proppen te komen met Lenin vind ik niet goed. Want waar komt hij vandaan? Ik laat mijn leerlingen zoeken naar hedendaagse gebeurtenissen die raakvlakken hebben met de gebeurtenissen van toen. Dan komen ze bijvoorbeeld uit bij hedendaagse activisten in Hong Kong. Zo laat ik ze eerst zelf zoeken naar verschijnselen van vandaag en dan terugkeren naar het onderwerp. Het doel is om het historisch denken onder de knie te krijgen. Ze moeten geprikkeld en geactiveerd worden door kritische of interessante vragen. Mijn leerlingen stappen als het ware in een tijdmachine en gaan terug naar het verleden om antwoorden te vinden en hopelijk beleven ze hier ook plezier aan. Door het verzamelen van informatie komt de leerling er achter dat er naast overeenkomsten ook verschillen zijn in context van bepaalde verschijnselen. Langs die weg dringt het besef langzaam maar zeker door dat ons heden anders is dan het verleden en dat het ook juist daarom zo interessant is.’

Is dat aanleren van historisch denken niet moeilijk in deze tijd van allerlei maatschappelijke gevoeligheden?
‘Ik wil mijn leerlingen graag bijbrengen dat je allerlei zaken uit het verleden niet zomaar op het heden kunt plakken. Een genuanceerd beeld van het verleden kan ook voorkomen dat we doorslaan in hysterie over onderwerpen als Zwarte Piet. Ik laat zien dat de veel aangehaalde Black Pete uit de VS een andere historische oorsprong heeft dan onze Zwarte Piet. Maar ik laat ze zelf die conclusie trekken. Na de moord op de docent in Frankrijk heb ik wel even mijn twijfel uitgesproken in de klas: Hoe kan ik nog lesgeven met spotprenten?’ 

Wat is er nodig om gevoelige zaken te behandelen in de klas?
‘Zeker een vierde van de geschiedenisdocenten zegt dat ze te maken hebben met extreme gevoeligheden in de klas en daardoor bepaalde lesstof niet normaal kunnen behandelen. Dat vind ik zorgelijk. Op mijn school is dat minder aan de orde en dat heeft ook te maken met de regio en de populatie van mijn school. Hier kunnen andere kwesties gevoelig liggen, zoals de denkbeelden van Farmers Defence. Ik hoorde dat een Rotterdamse collega de Holocaust in de ene klas wel behandelde en in de andere niet. Dit had te maken met zijn gevoel van veiligheid in die klas of juist het ontbreken daarvan. Een andere docent gaf aan dat er randvoorwaarden nodig zijn om bepaalde onderwerpen te kunnen behandelen: veiligheid, een goede relatie met je leerlingen en het geven vanMarianne de Soeten voor de klas ruimte. Daar ben ik het helemaal mee eens. Ik benadruk altijd dat ik geen gedachten wil opleggen. Ik probeer ruimte te creëren met de vraag: Wat vinden jullie ervan? Vervolgens heb ik het over geschiedenis als een reconstructie van feiten waar onderzoek naar is gedaan en waar we het over eens kunnen zijn. De boodschap is: Je hoeft het niet met me eens te zijn, maar verdiep je wel in de feiten, en vorm op basis daarvan én van redelijke argumenten, jouw eigen mening. Het is belangrijk dat we juist nu investeren in het historisch bewustzijn van leerlingen. Het vak geschiedenis kan zo bijdragen aan verdraagzaamheid en het besef dat je als samenleving een gemeenschappelijke basis nodig hebt. Zonder verdraagzaamheid zijn we nergens en ik vind het jammer dat het in Nederland vaak zo hard tegen hard gaat in discussies. Samen leven moeten we met elkaar doen, niet tegen elkaar.’

Hoe breng je geschiedenis dichtbij je leerlingen?
‘Ik ga heel bewust op onderzoek uit. Onlangs ging ik tijdens een vakantieperiode naar de heide bij Ede en kwam in aanraking met de overblijfselen van het enorme kamp dat daar heeft gestaan om Belgische vluchtelingen op te vangen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Leerlingen vinden dergelijke tastbare overblijfselen uit de geschiedenis heel interessant. Mij bieden die overblijfselen een kapstok om het verhaal te vertellen van de opvang van vluchtelingen door de eeuwen heen: van de Joodse vluchtelingen uit Portugal in de 16e eeuw, via de Franse hugenoten en Belgische vluchtelingen tot de hedendaagse vluchtelingen uit Syrië aan toe.’

Wat kan een geschiedenisleraar van het jaar, leren aan de deeltijdopleiding van Windesheim?
‘Het is heel leuk hoe dat ging. Ik zei altijd: als die opleiding nou niet vier jaar was, dan zou ik het wel willen doen. Twee jaar geleden zat ik met vrienden en toen vertelde iemand dat hij een tweejarig traject als zij-instromer ging volgen voor het vak scheikunde. De volgende dag stuurde ik een mail naar Windesheim en werd prompt teruggebeld: Wat interessant, we hebben het nog niet maar we willen het wel graag aanbieden. De zaak kwam in een stroomversnelling en zo werd ik dus de eerste zij-instroomstudent geschiedenis aan de lerarenopleiding bij Windesheim. Ik beleef veel plezier aan de opleiding: vakspecifiek is mijn basis breder geworden. Vooral het historisch denken en historisch redeneren zoals dat wordt gebruikt binnen het vak, heeft me heel enthousiast gemaakt. Kernprincipe is: onze tijden zijn anders dan voorbije tijden. De vaardigheden die ik leer heeft mijn gereedschapskist enorm aangevuld. Ik ben flexibeler geworden in de opdrachten die ik bedenk en kan daar veel bewuster een keuze in maken.’

Hoe ziet je toekomst als geschiedenisleraar eruit?
‘Door corona en de omslag naar het online lesgeven heb ik een achterstand opgelopen maar ik hoop in de zomer van 2021 klaar te zijn met mijn opleiding. Ik wil doorgaan zoals ik nu doe, lesgeven aan leerlingen van de onderbouw want ik werk op een leuke school met fijne collega’s in een open sfeer.’

Heb je nog een tip voor de manier waarop we in Nederland omgaan met geschiedenis? 
‘Het valt me op dat heel veel mensen zeggen dat ze begaan zijn met geschiedenis en het zo interessant vinden. Maar als ik om me heen kijk zie ik dat ons cultureel erfgoed vaak in een hele slechte staat is en kleinschalige musea weinig of geen subsidie krijgen. Dan denk ik, we mogen wel wat leren van bijvoorbeeld Engeland. Daar kom ik heel vaak en als ik kijk wat voor musea daar zijn, hoe dat netwerk enorm wordt ondersteund door vrijwilligers, de aansprekende educatieve programma’s die daar worden aangeboden, dan is er bij ons nog wel wat te verbeteren. Als wij geschiedenis zo belangrijk vinden dan mogen we er ook wel wat meer voor doen. Wie weet kan ik daar een steentje aan bijdragen.’

Meer informatie over Lerarenopleiding via vakgerichte zij-instroom

 

Delen via:

Vragen over dit nieuwsbericht?

Stel ze aan de Newsroom via newsroom@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad)

Laatste nieuws

Teaser image

14 miljard aan potentie voor mkb beschikbaar

23 april 2024
Teaser image

Ad-opleiding hielp Deborah bij switch van toerisme naar zorg

19 april 2024
Teaser image

Meer impact met onderzoek door samenwerking

18 april 2024
Teaser image

Passiefhuis: met de energie van een waakvlammetje een heel huis verwarmen

17 april 2024
Teaser image

Alumni van Windesheim kijken tevreden terug op hun opleiding

8 april 2024