Studeren met een functiebeperking
Samen werken we aan succesvol studeren
Heb je dyslexie, AD(H)D of autisme (ASS)? Is er sprake van psychische omstandigheden, een chronische ziekte en/of een lichamelijke beperking? Windesheim ondersteunt jou om zo optimaal mogelijk en succesvol te kunnen studeren!
Hoe meld ik mijn functiebeperking?
- Meld je aan voor de opleiding in Studielink.
- Een week na aanmelding in Studielink ontvang je een mail over Studeren met een Functiebeperking. Wanneer je daar aangeeft dat je te maken hebt met een functiebeperking, ontvang je de benodigde informatie.
- Windesheim nodigt je, indien nodig, uit voor een intakegesprek. Dit gesprek van ongeveer een uur voer je met een studentendecaan en iemand van de opleiding. Je ouders, begeleiders van school en/of ambulant begeleiders zijn van harte welkom om hierbij aanwezig te zijn.
Heb je dyslexie en wil je in aanmerking komen voor alleen extra tentamentijd? Dan kun je volstaan met het terugsturen van de ingevulde vragenlijst ‘studeren met een functiebeperking’. Je wordt dan niet uitgenodigd voor een intakegesprek. Heb je meer nodig, dan is een intakegesprek wel nodig.
Heb je je functiebeperking niet eerder gemeld en wil je dat alsnog graag doen? Neem dan contact op met de studentendecaan van het Student Support Centrum.
Wel of niet melden?
Of je jouw beperking wel of niet wilt melden, is aan jou. Sommige studenten aarzelen omdat ze bang zijn voor vooroordelen of een label. Maar in de praktijk blijkt dat het veel meer voordelen dan nadelen heeft om je functiebeperking te melden: je wordt beter begrepen, je kwaliteiten worden meer gewaardeerd, en je krijgt de begeleiding die je nodig hebt.
Ook kun je gebruik maken van passende voorzieningen, zoals:
- Extra tentamentijd
- Gebruik van voorleessoftware
- Extra begeleiding aan het begin van de studie door een (student)coach
Voorzieningen
Er zijn veel verschillende beperkingen. Hieronder vind je de meest voorkomende belemmeringen en de oplossingen die we bieden.
Heb jij een andere beperking waarbij ondersteuning nodig is? Bespreek het met ons! We zijn al sinds 2016 de beste grote hogeschool in de begeleiding van studenten met een functiebeperking (bron: Expertisecentrum Inclusief Onderwijs).
-
-
AD(H)D
Studenten met AD(H)D kunnen last hebben van concentratieproblemen, impulsiviteit en hyperactiviteit. Doordat ze moeite hebben om prikkels uit hun omgeving buiten te sluiten, kunnen deze studenten zich moeilijk concentreren op één ding. Iemand met ADHD is snel afgeleid en bewegelijk. Iemand met ADD heeft juist geen last van hyperactiviteit, maar komt vaak dromerig over.
Belemmeringen
- Beperkte concentratie
- Beperkt energieniveau, vermoeidheid (moeite om in slaap te komen)
- Stemmingswisselingen
- Moeite met houden aan afspraken of regels
- Moeite met plannen en structureren
- Uitstelgedrag
Mogelijke extra belemmeringen
- Bewegelijk, luidruchtig, veel praten
- Impulscontrole is beperkt
- Chaotisch
Hulpmogelijkheden
- Extra studiebegeleiding
- Bij tentamens: extra tijd en rustige ruimte
- Extra tijd voor gehele studie
- Prikkelarme ruimte
Het regelen van voorzieningen verloopt altijd via de studentendecaan. Vraag de studentendecaan naar de voorwaarden en de mogelijkheden!
-
Angststoornis
Studenten met een angststoornis of paniekstoornis vallen van alle studenten met een functiebeperking het vaakst uit. De angst die zij hebben is buitensporig en niet realistisch, waardoor de student er in het dagelijks leven (ernstig) door belemmerd wordt.
Belemmeringen
- Afwezigheid bij onderwijsactiviteiten (niet durven komen)
- Concentratieproblemen
- Beperkte belastbaarheid
- Angstgevende situaties worden gemeden
- Onbegrip wegens onzichtbaarheid en onbekendheid stoornis
Hulpmogelijkheden
- Bij tentamens: extra tijd en rustige ruimte
- Ander type opdrachten (bijvoorbeeld thuisopdrachten) na overleg en advies deskundige
- Extra ondersteuning bij presentaties
- Presentaties voor een kleine groep, laten voorlezen
- Individueel traject of training bij de studentenpsycholoog
Het regelen van voorzieningen verloopt altijd via de studentendecaan. Vraag de studentendecaan naar de voorwaarden en de mogelijkheden!
-
Auditieve beperkingen
Er zijn verschillende auditieve beperkingen, zoals doofheid en verschillende soorten slechthorendheid. Ook oorsuizen (tinnitus) en overgevoeligheid voor geluid (hyperacusis) zijn auditieve beperkingen. Niet (goed) kunnen horen is het meest bekende gevolg van een auditieve beperking. Maar ook een mindere beheersing van de Nederlandse taal en beperkte sociale vaardigheden zijn mogelijk. Belangrijk om te weten is dat liplezen, een gehoorapparaat en/of een CI (cochleair implantaat) er níet voor zorgen dat de student geen communicatieve beperkingen meer heeft.
Belemmeringen
- Beheersing Nederlands beperkt
- Beperkte sociale vaardigheden, achterdocht
- Bij studenten die doof zijn: cultuurkloof (dovengemeenschap is veilige omgeving)
- Beperkte belastbaarheid tijdens luisteren
- Aantekeningen maken kan niet tegelijk met liplezen/vertolking bekijken
- Bij vroegdoofheid: in veel gevallen slecht verstaanbaar, presentaties en discussies zijn lastig
- Moeite met communicatie in grote groepen
- Video zonder ondertiteling wordt niet begrepen en/of kost veel energie
Hulpmogelijkheden
- Alternatieve presentatie, via video, in kleine groep of met ondersteuning via beeld
- Ringleiding: elektronisch systeem in grote zalen waarop gehoorapparaat afgestemd kan worden
- Soloapparatuur: microfoon die geluid via gehoorapparaat versterkt
- Opnameapparatuur in combinatie met spraakherkenningssoftware
- Gebarentolk
- Schrijftolk
- Extra taalondersteuning (analoog aan ondersteuning voor studenten met NT2-problemen)
Het regelen van voorzieningen verloopt altijd via de studentendecaan. Vraag de studentendecaan naar de voorwaarden en de mogelijkheden!
-
Autisme Spectrum Stoornis (ASS)
Autisme is een ontwikkelingsstoornis, waarbij het prikkel- en informatieverwerkingsgebied in de hersenen is verstoord. Studenten met een autistische stoornis hebben hierdoor beperkingen in hun sociale vaardigheden, hebben moeite met niet-letterlijk taalgebruik en een beperkt voorstellingsvermogen. In veel gevallen hebben studenten met ASS slechts een beperkt aantal onderwerpen die zij interessant vinden. ASS is een verzamelnaam voor verschillende stoornissen in het autistisch spectrum. In het hoger onderwijs zijn het syndroom van Asperger en PDD-NOS de meest voorkomende autisme spectrum stoornissen.
Belemmeringen
- Moeite met herkennen niet-letterlijk taalgebruik, ironie en grapjes
- Groepswerk, vooral bij wisselende groepen
- Scheiden van hoofd- en bijzaken
- Studieplanning
- Teveel prikkels en indrukken: zorgen voor stress en vermoeidheid
- Gebrekkige sociale en communicatieve vaardigheden
- Flexibiliteit: onverwachte veranderingen
Hulpmogelijkheden
- Studiemaatje (begeleiding door ouderejaarsstudent)
- Samenwerken met vaste partner / groep
- Extra studiebegeleiding op het gebied van planning en communicatie
- Ondersteuning bij het vinden van een stageplek
- Extra tijd en rustige ruimte bij toetsen
Het regelen van voorzieningen verloopt altijd via de studentendecaan. Vraag de studentendecaan naar de voorwaarden en de mogelijkheden!
-
Borderline
Borderline is een persoonlijkheidsstoornis. De term is ontstaan als naam voor een grensgebied tussen neuroses en psychoses. Het kernwoord is crisis. Mensen met borderline zijn instabiel en impulsief. Ze hebben last van extreme en snel wisselende stemmingen en van zwart-wit denken. Men kan woede op zichzelf afreageren door zelfbeschadiging. Dreiging met zelfmoord of zeer riskant gedrag kan voorkomen. Borderliners proberen krampachtig te voorkomen in de steek gelaten te worden door claimend gedrag te vertonen. Ze hebben veel wisselende relaties en vriendschappen en kunnen moeilijk alleen zijn.
Kenmerken
- Sterke stemmingswisselingen
- Impulsief gedrag
- Identiteitsproblemen: velen weten niet goed wat te doen met hun leven
- In uitersten denken
- Hoog oplopende spanningen, wat kan leiden tot zelfmutilatie of gedachten aan zelfmoord
- Psychotische verschijnselen: korte periodes van achterdocht, verwardheid of het horen van stemmen
Mogelijke belemmeringen
- Inzet en motivatie fluctueren vanwege de extreme stemmingswisselingen
- Minder aanwezig of vreemd patroon van aanwezigheid
- Minder aanwezig of vreemd patroon van aanwezigheid
- Snel in paniek raken bij kritiek, geen vertrouwen in zichzelf
- Slechte studieprestaties
- Stoppen met de studie of studie veelvuldig (voor langere tijd) onderbreken
Hulpmogelijkheden
- Zorg voor structuur in je dagindeling. Plan je huiswerk, vrije tijd en ook rustmomenten.
- Leer je gevoelens en stemmingen herkennen, houd bijvoorbeeld een dagboek bij. Ga na welke omstandigheden op school je boos, somber of verdrietig hebben gemaakt, en wanneer je (negatieve) gedachten had. Zo krijg je meer grip op je emoties en stemmingen.
- Sta regelmatig stil bij je gedachten en probeer nuances aan te brengen.
- Trek op tijd aan de bel als het dreigt mis te gaan, bijvoorbeeld bij jouw studieloopbaanbegeleider of studentendecaan.
- Leer factoren binnen de studie die een crisis uitlokken herkennen en maak deze bespreekbaar.
- Zorg dat betrokkenen (bijvoorbeeld medestudenten) op de hoogte zijn van jouw situatie.
Het regelen van voorzieningen verloopt altijd via de studentendecaan. Vraag de studentendecaan naar de voorwaarden en de mogelijkheden!
-
Chronische ziekten
De groep chronische ziekten is heel groot en heel divers. Vaak zijn ze niet zichtbaar. Bekende voorbeelden zijn: diabetes, rugklachten, luchtwegaandoeningen (bijvoorbeeld astma), nierproblemen, kanker, darmziektes (bijvoorbeeld ziekte van Crohn), hartproblemen, cystic fibrosis (taaislijmziekte) en het chronisch vermoeidheidsyndroom (CVS). De klachten zijn wisselend. Vermoeidheid, ziekenhuisbezoek en medicijngebruik kunnen de studieresultaten beïnvloeden. Doordat de studie vaak langzamer gaat dan bij andere studenten, moet de student zich steeds weer aanpassen aan een nieuwe groep medestudenten.
Belemmeringen
- Afwezigheid door klachten, ziekenhuisopname of medicijngebruik
- Energieproblemen en concentratieproblemen door pijn en vermoeidheid
- Verminderde belastbaarheid
- Onbegrip voor studieproblemen omdat de ziekte vaak onzichtbaar is
- Geen besef dat lagere studieprestaties veroorzaakt worden door chronische ziekte, en niet door beperkte inzet of motivatie
Hulpmogelijkheden
- Creëren van een rustruimte
- Roosteraanpassingen, colleges volgen met een andere groep
- Extra tijd voor studieprogramma (spreiding)
- Tijdens tentamens: extra tijd, rustige ruimte of aparte ruimte
Het regelen van voorzieningen verloopt altijd via de studentendecaan. Vraag de studentendecaan naar de voorwaarden en de mogelijkheden!
-
Depressie
Een dip wordt pas als depressie gediagnosticeerd als iemands leven minstens 2 weken lang beheerst wordt door gevoelens van ernstige somberheid. Daarbij kunnen lusteloosheid, verlies van interesse en plezier, vermoeidheid, lichamelijke pijn, concentratieproblemen, een negatief beeld van zichzelf en de omgeving, slaapproblemen en suïcidale gedachten voorkomen. 7% van de jongeren tussen de 18 en 24 jaar is depressief. Ook komt het voor dat studenten (nog) niet voldoen aan de criteria van een depressie, maar hun depressieve klachten wel dezelfde belemmeringen opleveren als hieronder zijn beschreven.
Belemmeringen
- Afwezigheid bij onderwijsactiviteiten
- Weinig inzet en motivatie
- (Tijdelijk) stoppen met studie
- Verminderde belastbaarheid en vermoeidheid
Hulpmogelijkheden
- Aanpassingen in studieprogramma (extra tijd, pauze)
- Individueel traject bij de studentenpsycholoog
- Extra tijd bij tentamens
- Extra tijd voor opdrachten
- Studiemaatje voor het houden van contact
Het regelen van voorzieningen verloopt altijd via de studentendecaan. Vraag de studentendecaan naar de voorwaarden en de mogelijkheden!
-
Dyslexie
Studenten met dyslexie hebben een hardnekkig probleem met lezen en/of spellen. Daarnaast kunnen ze moeite hebben met het schrijven van teksten of het scheiden van hoofd- en bijzaken tijdens het leren. De belemmeringen verschillen van student tot student.
Belemmeringen
- Moeite met lezen
- Veel tijd nodig voor het lezen en bestuderen van vakliteratuur
- Lees- en spellingvaardigheden zijn niet geautomatiseerd
- Veel tijd nodig voor opdrachten en toetsen (lezen en schrijven)
- Slechte schriftelijke prestaties (spelling, structuur, zinsverbanden)
- Onthouden van losse feiten, zoals namen en vakterminologie
- Verminderd zelfvertrouwen en faalangst
Mogelijke voorzieningen
- Extra tijd bij tentamens
- Inzet van hulpmiddelen, zoals voorleessoftware (bij tentamens)
- In overleg met de dyslexiespecialist wordt per student bekeken welke voorzieningen nog meer passend zijn
- Als een specifieke voorziening nodig is voor een student, brengt de dyslexiespecialist advies uit aan de examencommissie. Het is aan de examencommissie om te bepalen of de voorziening toegekend kan worden.
Mogelijkheden voor hulp en begeleiding
- Kortdurende individuele hulp en advies van een dyslexiespecialist: voor de ene student kan dat ondersteuning bij het lezen van teksten of het leren voor tentamens zijn, terwijl de ander meer geholpen is met het gezamenlijk ontwikkelen van een passende schrijfstrategie.
- Hulp in kleine groepjes, bijvoorbeeld uitleg en oefening in werkwoordspelling
- De begeleiding start altijd met een uitgebreid intakegesprek.
Windesheim is één van de weinige hogescholen die een dyslexiespecialist heeft voor de begeleiding van studenten.
Bij het regelen van voorzieningen bij tentamens is ook de studentendecaan betrokken. Vraag de studentendecaan naar de voorwaarden en de mogelijkheden!
-
Motorische beperkingen
Onder motorische beperkingen vallen handicaps en ziektes die de student belemmeren in zijn bewegingen. Een motorische beperking kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden door spierdystrofie, reuma, multiple sclerose (MS), amputaties, een dwarslaesie of spasmes.
Belemmeringen
- Belemmeringen bij computergebruik (belastbaarheid, bediening)
- Schrijfwerk: aantekeningen, toetsen en opdrachten
- Verminderde aanwezigheid door beperkte belastbaarheid en/of pijn
- Beperkte energie
- Concentratieniveau verschilt sterk
Hulpmogelijkheden
- Aanpassingen in het gebouw: liften, automatische deuren, aangepast toilet, lage knoppen en kapstokken, aangepast meubilair
- Rustruimte
- Aanpassingen in rooster (in verband met beperkte belastbaarheid)
- Gebruik laptop tijdens tentamen
- Extra tijd tijdens tentamen
- Inzet schrijfhulp (bij aantekeningen, opdrachten en tentamens)
Het regelen van voorzieningen verloopt altijd via de studentendecaan. Vraag de studentendecaan naar de voorwaarden en de mogelijkheden!
-
Niet-aangeboren hersenletsel (NAH)
Als er in de loop van je leven schade aan je hersenen ontstaat, dan heet dat niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Deze schade kan bijvoorbeeld ontstaan door een verkeersongeluk, sportincident, hersenbloeding, hersentumor, hersenvliesontsteking of een ziekte als MS. De gevolgen van hersenletsel kunnen voor de buitenwereld goed zichtbaar zijn, bijvoorbeeld in de manier waarop iemand zich beweegt of spreekt. Maar de gevolgen kunnen ook (min of meer) onzichtbaar zijn, omdat het gaat om veranderingen in het denken en onthouden, de emoties, de gevoelens en het gedrag. Ondanks de grote variatie is er bij de meeste studenten met hersenletsel sprake van concentratieproblemen, overprikkeling en een beperkte belastbaarheid.
Mogelijke belemmeringen
- Afwezigheid bij studieactiviteiten door klachten of vanwege behandeling/revalidatie.
- Beperkte concentratie
- Moeite met onthouden van lesstof of besproken zaken
- Moeite met scheiden van hoofd- en bijzaken
- Door beperkingen meer tijd nodig
- Snel overprikkeld (geluid, licht of drukte)
- Moeite met plannen en structureren
- Communicatieproblemen
- Verminderd zelfvertrouwen en faalangst
- Onbegrip wegens onzichtbaarheid en onbekendheid stoornis
Mogelijke extra belemmeringen
- Problemen met stemming of emotieregulatie
- Impulscontrole is beperkt
- Motorische beperkingen
Hulpmogelijkheden
- Bij tentamens: extra tijd en rustige ruimte
- Bij opdrachten: extra tijd voor opdrachten en eventueel ander type opdrachten (bijvoorbeeld thuisopdrachten)
- Roosteraanpassingen, colleges volgen met een andere groep
- Extra tijd voor studieprogramma (spreiding)
- Prikkelarme ruimte
- Extra studiebegeleiding
- Studentcoach (begeleiding door ouderejaarsstudent)
- Individueel traject bij de studentpsycholoog
- Extra begeleiding op het gebied van studievaardigheden zoals planning
- Ondersteuning bij het vinden van een stageplek
- Aanpassingen in het gebouw: liften, automatische deuren, aangepast toilet, lage knoppen en kapstokken, aangepast meubilair
Het regelen van voorzieningen verloopt altijd via de studentendecaan. Vraag de studentendecaan naar de voorwaarden en de mogelijkheden.
-
Visuele beperkingen
Studenten met een visuele beperking zien minder of helemaal niets. Er zijn veel verschillende visuele beperkingen, bijvoorbeeld met betrekking tot scherpte, het gezichtsveld, de lichtsterkte en de kleurwaarneming. Kijken kan heel vermoeiend zijn en voor hoofdpijn of andere klachten zorgen.
Belemmeringen
- Teksten op bord of scherm zijn moeilijk of niet leesbaar
- Geen visueel overzicht van omgeving
- Schrijven is lastig of onmogelijk
- Non-verbale informatie wordt gemist
- Internet, intranet en digitale leeromgeving zijn niet altijd toegankelijk
- Beperkte energie (alles kost meer energie)
- Verdwalen (geen inzicht in indeling gebouw)
Hulpmogelijkheden
- Gesproken boeken
- Digitale syllabi of boeken
- Aangepaste verlichting
- Loep, loepbril, beeldschermloep, screenreader
- Mondelinge of digitale tentamens
- Vergroot tentamen
- In gebouw: felgekleurde markeringen (bijvoorbeeld traptreden en looplijnen)
Het regelen van voorzieningen verloopt altijd via de studentendecaan. Vraag de studentendecaan naar de voorwaarden en de mogelijkheden!
-
AD(H)D
Student Support Centrum Almere
- ssc-almere@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad)
- 088 - 46 96 650(opent in nieuw tabblad), telefonisch spreekuur: dagelijks van 14.30 - 15.00 uur
Student Support Centrum Zwolle
Sterk aan het Werk
Sterk aan het Werk is een project voor bijna afgestudeerden die wat extra ondersteuning kunnen gebruiken bij het vinden van een passende baan. We helpen je bij een goede overstap van studie naar werk.