Naar cookie instellingen Hoofdinhoud Hoofdnavigatie

Meer over het lectoraat Sociale Innovatie

Banner image

Weten hoe je van verschillen een meerwaarde maakt?

Binnen het lectoraat Sociale Innovatie van hogeschool Windesheim richten wij ons op het optimaal benutten van de verschillen tussen alle medewerkers. We verdiepen ons met onze activiteiten in twee specifieke onderzoeksthema’s: Inclusief Werken en Interprofessioneel Samenwerken aan Wicked Vraagstukken.

Bij Sociale Innovatie gaan we uit van onderstaande definitie van het begrip sociale innovatie:

Sociale innovatie betreft de vernieuwing van de arbeidsorganisatie en maximale benutting van competenties, gericht op verbetering van de bedrijfsprestaties en ontplooiing van talent (Taskforce Sociale Innovatie, 2005).

Zoals uit de definitie blijkt, is sociale innovatie een breed begrip. Het centrale doel is duidelijk: zorgen voor betere bedrijfsprestatie en ontplooiing van talent. Hoe dat moet gebeuren staat open, dat kan op veel manieren. Omdat één onderzoeksgroep niet al deze manieren kan onderzoeken, hebben we gekozen voor een focus op het optimaal benutten van verschillen tussen medewerkers. Uit onderzoek blijkt dat de verschillen (diversiteit) in organisaties, zorgen voor betere prestaties en meer innovatie. Het goed managen van verschillen is wel een voorwaarde (zie bijv. Homan et al., 2008). Het lectoraat wil hiervoor dé kennis ontwikkelen. 

Het doel van het lectoraat is om bij te dragen aan het goed omgaan met verscheidenheid, om te komen tot inclusieve organisaties en samenwerkingsverbanden, waarin optimaal en duurzaam gebruik wordt gemaakt van het beschikbare menselijke kapitaal.

Waarbij we met het woord ‘organisatie’ zowel een bedrijf of instelling bedoelen, als een samenwerkingsverband met een andere vorm, bijvoorbeeld een team met mensen vanuit verschillende organisaties.

Binnen Sociale Innovatie hebben we de volgende twee thema’s:

  1. Inclusief Werken
  2. Interprofessioneel Samenwerken aan Wicked Vraagstukken

Thema Inclusief Werken

Voor de meeste bedrijven en instellingen zijn medewerkers hun grootste kapitaal. Zeker nu er sprake is van een krappe arbeidsmarkt is het voor hen van groot belang capabele mensen te vinden en optimaal in te zetten. Daarbij wordt het steeds belangrijker om ook de mogelijkheden te benutten van mensen die nog vaak buiten beeld blijven: mensen met een arbeidshandicap, met een migratie-achtergrond (waaronder statushouders), of meer algemeen, mensen met een ander profiel dan gebruikelijk in de branche of het beroep (denk aan vrouwen in mannenberoepen). 

Hoe zorg je als organisatie dat je aantrekkelijk bent voor hen en dat zij, eenmaal binnen, zich thuis voelen en de ruimte krijgen om zich te ontplooien? Kortom, hoe zorg je dat je een inclusieve organisatie bent die optimaal gebruikmaakt van haar ‘human capital’? Die vragen staan centraal bij dit thema. Waarbij er om echt inclusief te zijn niet alleen aandacht is voor de ‘unusual suspects’, de niet-traditionele medewerkers. We werken aan het creëren van werkomstandigheden die goed zijn voor álle medewerkers. 

We kijken wat er nodig is voor het inclusiever maken van organisaties en arbeidsmarkt en naar wat dat opbrengt. Het gaat hierbij zowel om het voorkomen dat mensen worden uitgesloten van werk op basis van kenmerken die in die context niet ter zake doen (bijvoorbeeld afkomst en sekse), maar ook om het zorgen dat alle medewerkers, met al hun verschillende talenten en behoeften, zich optimaal kunnen ontplooien, duurzaam inzetbaar blijven en naar vermogen kunnen bijdragen aan de organisatiedoelen. 

Met dit onderzoek dragen we eraan bij dat meer mensen op een duurzame manier kunnen werken en dat organisaties beschikken over een grotere pool aan (potentiële) medewerkers. Om dit te bereiken werken we aan drie speerpunten:

  1. Inclusief werken: hoe maak je een organisatie inclusief en zorg je ervoor dat medewerkers zich er welkom voelen en goed kunnen functioneren?
  2. Overstappen: veel uitval van mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie, zoals mensen met een arbeidsbeperking of bij (recente) migranten, vindt plaats bij overstappen, zoals de overstap van school naar werk of van werk naar (ander) werk. Hoe kan die uitval worden voorkomen?
  3. Ontwikkelen: mensen gebruiken vaak slechts een deel van hun talenten in hun werk. Beter herkennen van talenten en meer creativiteit bij het benutten ervan bieden mogelijkheden voor individu en organisatie. Maar hoe doe je dat?

Thema Interprofessioneel Samenwerken aan Wicked Vraagstukken

Organisaties krijgen vaker te maken met vraagstukken die ze niet in de eigen organisatie kunnen oplossen. Dit geldt met name voor maatschappelijk vraagstukken waar veel belanghebbenden met vaak tegengestelde belangen bij betrokken zijn. Denk aan: omgaan met verandering van het klimaat, vervanging van het gebruik van fossiele brandstof als energiebron en de participatie van burgers in relatie tot een terugtrekkende overheid. Zulke complexe vraagstukken noemen we ‘wicked’ als ze geen blauwdrukmatige aanpak kennen, er geen éénduidige oplossing is, en als oplossingen leiden tot nieuwe problemen die je niet van tevoren kon bedenken.

Het werken aan zulke wicked vraagstukken vereist een organisatie- en disciplineoverschrijdende samenwerking tussen partners met uiteenlopende belangen. De aanpak ervan vraagt een duurzame samenwerking tussen partijen, waarbij ieders kennis wordt benut en hun belangen worden behartigd. Uitkomst van de samenwerking is echter, gezien het complexe karakter van de problematiek, niet vooraf vast te stellen. Dit alles maakt dat een ‘klassieke’ projectmatige manier van werken bij deze vraagstukken niet mogelijk is.  

Er is een behoefte aan kennis over hoe je omgaat met zulke ´wicked´ vraagstukken, die complex en weerbarstig zijn en onoplosbaar lijken. In ons onderzoek werken we aan kennis over de aard ervan en welke wijze van sturing en besluitvorming (governance) hierbij passend zijn. Wat is nodig om te komen tot echte samenwerking en het optimaal benutten van de kennis van álle betrokken partijen, zodat sprake is van een inclusieve manier van werken? Hoe kunnen voortgang en succes worden bewaakt en gedefinieerd? 

Gezien de urgentie en het belang van klimaatadaptatie en energietransitie richt dit onderzoeksthema zich met name op twee grote, en met elkaar samenhangende, maatschappelijke opgaven, die ook in Oost-Nederland veel aandacht krijgen. Een aanpak van deze opgaven vraagt om nieuwe vormen van samenwerken, governance en leiderschap. Onze speciale aandacht gaat daarbij uit naar het behartigen van de belangen van alle partijen die niet vanzelfsprekend gehoord worden en het zorgen dat ook hun kennis en ervaring wordt benut. Hiermee sluiten we aan bij de Windesheimspeerpunten inclusie en duurzaamheid. 

We onderzoeken wat nodig is om te komen tot een inclusieve samenwerking en het optimaal benutten van de kennis en ervaring van álle betrokken partijen. Hoe zorgen we ervoor dat al die partijen aan tafel zitten, gehoord worden en dat hun belangen meegewogen worden in besluitvorming? Ook die partijen die niet altijd worden betrokken of waarbij dat niet altijd gemakkelijk lukt, zoals (een deel van) de burgers of kleinere bedrijven. Doel van het onderzoek is het ontwikkelen van praktisch toepasbare kennis en instrumenten die een inclusieve samenwerking en passende governance en leiderschap rondom wicked vraagstukken ondersteunen.