Leuk om jonge gasten te motiveren voor het vak
De combinatie toeval en corona bracht Ferdinand Harts op het spoor van de hybride professional. Hij is zzp'er, maar werkt nu ook een dag in de week als praktijkcoach Techniek metaalbewerking aan een ROC in Nieuwegein en in Arnhem.
Als je met Ferdinand spreekt, krijg je de indruk dat hij alles tegelijk wil en doet: draaien, frezen, fotograferen, lesgeven, een fietsenwerkplaats runnen met zijn zoon en om het af te maken: lichtreclame verzorgen voor biermerken. Het lesgeven kwam min of meer toevallig op zijn pad en hij geniet ervan om leerlingen op het mbo de basisbeginselen van metaalbewerking bij te brengen. Hij is zelf opgeleid als allround fijn metaalbewerker. Naar eigen zeggen heeft hij er gevoel voor om kennis over te dragen op jongeren.
Wat is jouw achtergrond?
‘Ik ben opgeleid aan de Philips Bedrijfsschool, dat was vroeger een school in technisch onderwijs die hoog stond aangeschreven. Al heel jong, toen ik dertien jaar was, stond ik al zelf achter een draaibankje en op mijn zestiende kon ik al een beetje draaien, frezen en mijn eigen beitels slijpen. Ik heb toen 23 jaar bij een metaalbedrijf gewerkt in Bunnik en daarnaast begon ik te fotograferen. Geleidelijk aan ben ik toen geswitcht en heb me helemaal toegelegd op maritiem gerelateerd fotowerk in de scheepsbouw en onderhoudsbedrijven. Veel projecten die ik fotografeer of film spreken tot de verbeelding als je van techniek houdt. Voor mijn klanten is mijn technische achtergrond een enorme meerwaarde want om een goede vertaling naar beeld te maken moet je begrijpen hoe dingen werken.’
Vanwaar een carrière in de techniek op een ROC?
‘Door corona had ik als fotograaf te maken met forse terugloop in mijn werk. Toevallig kwam ik op een ROC, waar ik samen met mijn zoon bij een opleiding ging kijken, een docent tegen die net als ik de Philipsschool had gedaan. Hij vertelde mij dat er een behoorlijk tekort is aan docenten in de techniek. Dat was een leuk gesprek en ik vond het geweldig om de bekende geur weer op te snuiven van de snijolie en de machines. Ik heb meegedraaid en dat beviel enorm goed en die ervaring stimuleerde me om er werk van te maken. Via Manon Biemans van Windesheim ben ik toen voorgedragen bij Rijn IJssel in Arnhem en daarnaast ben ik oproepbaar bij een school in Nieuwegein.’
Hoe ging dat in zijn werk?
‘Bij Rijn IJssel zeiden ze: Trek maar een stofjas en veiligheidsschoenen aan en ga het maar proberen. Dat heb ik gedaan en toen dacht ik: dit smaakt naar meer. Ik hou wel van zo’n aanpak. Het inzetten van een praktijkcoach was voor beide kanten nieuw en ik begrijp heel goed dat je dan eerst wilt aankijken wat voor vlees je in de kuip hebt. Dat ik nu op beide scholen mag deel uitmaken van een professioneel team, daar ben ik trots op. Ik heb echt waardering voor het werk dat docenten doen.’
Hoe wist je dat je kon lesgeven?
‘Op de eerste dag zag ik twee jongens die de band van een bandschuurmachine moesten vervangen. Ik liet ze met aanwijzingen zelf tot het inzicht komen hoe ze dat veilig konden doen. Het wijst zichzelf meestal wel uit. En dan beginnen we gewoon. Het is eigenlijk heel eenvoudig: er is een tekening en er is materiaal. Ik stel wat vragen en leg de basale dingen uit: je hebt een draaibank en een freesbank. Bij allebei draait er iets rond maar met de een maak je cilindrische vormen en met de ander vierkante. Dit is de drieklauw en als je dat fout doet dan grijpt dat ding je bij je mouw en maakt een wokkel van jouw lijf. Dus blijf met je mouw bij die drieklauw vandaan! Veiligheid is erg belangrijk en daar besteed ik veel aandacht aan. En vervolgens maken we samen een opdracht. We gaan iets maken met verschillende beitels. Even de voorkant vlakken, een halve mm eraf. En nu jij. En zo maken we samen dat ding. Het is net zo leuk als een kind leren fietsen, je houdt ze een tijdje vast en laat ze dan los.’
Hoe motiveer jij de leerlingen?
‘In het begin merkte ik wel dat ze veel met hun telefoon bezig waren. Dat maakt het extra uitdagend om de aandacht van leerlingen vast te houden, maar daar heb ik mijn weg wel in gevonden. Door het overdragen van vakkennis en te putten uit mijn werkervaring, hoop ik de leerlingen te motiveren en hen een perspectief voor te houden. Ik vertel hen dat met een vakdiploma en een paar jaar werkervaring als draaier en materiaalkennis, de wereld voor hen open ligt. Of het gaat om landbouwmachines, automotoren, de petrochemische industrie, scheepsbouw, jachtbouw: je kunt aan de bak. Ik vind het ook leuk om wat verhalen over mijn eigen ervaringen te vertellen zoals over een sollicitatie in Saoedi-Arabië waar ik een week lang werd rondgeleid omdat ze me graag wilden hebben. Of over mijn tripje naar Lagos in Nigeria waar ik een machine ging repareren en daar ter plekke monteurs moest inwerken. Daarnaast probeer ik ze vooral te stimuleren om veel te doen en uit te proberen.’
Hoe ziet jouw toekomst als praktijkcoach eruit?
‘Het werk in de fotografie trekt weer aan, maar er is altijd tijd om een dag voor de klas te staan. Ik vind het leuk om met die jonge gasten te werken en te ervaren hoe ze denken, maar vooral hen te motiveren voor het vak. Er zijn zoveel keuzemogelijkheden en de industrie staat om jonge mensen te springen. En ik kan het lesgeven/coachen zeker ook aanbevelen. Ik sprak laatst een wat oudere timmerman die het ook interessant vond en ik zei: doen! Het onderwijs schreeuwt om vakmensen die vanuit de praktijk technische kennis en vakmanschap kunnen overdragen.’