Naar cookie instellingen Hoofdinhoud Hoofdnavigatie

Leiderschap in transitie

Banner image

Hoe kun je als leider omgaan met nieuwe, complexe en dynamische vraagstukken waar veel organisaties tegenaan lopen? Allard Welmers, opleidingsmanager van de master Leadership in Transition legt het uit.

Het werkveld van toekomstige leiders is voortdurend aan fundamentele veranderingen onderhevig. Technologische en maatschappelijke ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op, denk aan digitalisering, globalisering (of toenemend protectionisme?) en flexibilisering. De effecten van deze veranderingen maken dat in toenemende mate van leiders wordt gevraagd met nieuwe, complexe en dynamische vraagstukken om te gaan.

Deze snelle en onzekere veranderingen leiden tot twee 'big questions' voor veel organisaties:

  • Hoe vinden we de balans tussen innoveren voor de korte en innoveren voor de lange termijn?
  • Welke capaciteiten ontwikkelen we zelf binnen onze organisatie en wat doen we samen met partners?

Ambidextrie

Ambidextrie is een kenmerk van succesvolle organisaties. Dit is het vermogen om een balans te vinden tussen exploratieve en exploitatieve innovatie. Bij exploratieve innovatie staat het ontwikkelen van nieuwe kennis en nieuwe producten voor nieuwe klanten of markten centraal. Exploitatieve innovatie draait om het voorbouwen op bestaande kennis, de uitbreiding en de verbetering van bestaande producten en diensten voor bestaande klanten en markten. Deze twee vormen van innovatie – en de mindset, vaardigheden en kennis die ervoor nodig zijn – zijn niet eenvoudig te verenigen in één organisatie. Maar het kan wel! Dit vraagt om krachtig leiderschap, flexibiliteit en een duidelijke visie en missie van de organisatie.

Zelf doen of samen doen?

Organisaties worden steeds sterker afhankelijk van samenwerkingen. Om te kunnen blijven concurreren, moeten organisaties samen met – en dankzij – hun omgeving veranderen. De belangrijkste vragen die succesvolle leiders in een samenleving in transitie zichzelf vragen zijn: hoe ontwerpen we een organisatie die continu kan veranderen met en inspelen op zijn context? Hoe voorkomen we dat we een speelbal zijn van onze complexe, dynamische omgeving? Hoe zorgen we dat een duidelijke visie hebben op wat onze kernkwaliteiten zijn (zelf doen!) en waar halen we specialistische en flexibele kennis en vaardigheden in huis (samen doen).
 

Een leiderschapsmodel voor een samenleving in transitie

Een wereld in transitie vraagt om nieuw leiderschap, waarin de twee hiervoor genoemde spanningsvelden zijn verwerkt, leiderschap in transitie. Een model met vier aandachtsgebieden voor leiders: presteren, verbinden, ontwikkelen en verbeelden plus substantiële aandacht voor persoonlijk leiderschap. Succesvolle leiders ontwikkelen zichzelf en hun organisatie op elk van deze vijf gebieden.

Presteren

Toekomstgericht leiderschap begint in het nu. Het inrichten van efficiënte en effectieve processen binnen organisaties zijn voorwaarden voor kwaliteit, flexibiliteit, responsiviteit en innovatie. De leider van de toekomst moet dus vandaag optimaal presteren om zijn klanten, hoger management en andere stakeholders het vertrouwen te geven dat de organisatie niet alleen in het hier-en-nu, maar ook in de toekomst succesvol zal zijn.

Verbinden

Grenzen tussen organisaties vervagen, net zoals die tussen sectoren. De wederzijdse afhankelijkheid tussen verschillende interne organisatieonderdelen en tussen interne en externen (leveranciers, klanten en concurrenten) neemt hierdoor sterk toe. Samenwerken met anderen gaat al lang niet meer om het inhuren van extra capaciteit tijdens piekmoment, maar om het actief zoeken van verbinding met expertise en toegang tot resources die van strategisch belang zijn voor de organisatie. De leider van de toekomst is in staat om effectief samen te werken aan co-creatie met klanten, leveranciers, overheden en concurrenten.

Ontwikkelen

Menselijk kapitaal is de belangrijkste resource voor organisaties. Het ontwikkelen van dit kapitaal vraagt om manieren van organiseren die mensen de ruimte geeft om te groeien en de organisatie te veranderen. Ontwikkelingsgerichte organisaties bestaan uit ontwikkelingsgerichte managers en verandervaardige medewerkers in een structuur en cultuur die ruimte geven aan ondernemend gedrag. Voor de leiders van morgen is het faciliteren en stimuleren van de ontwikkeling van hun medewerkers een cruciale vaardigheid.

Verbeelden

Leidinggeven en ondernemen in een samenleving in transitie vraagt om verbeeldings- en veranderkracht. Toekomstgerichte leiders geven hiermee richting aan hun organisatie. De belangrijkste vragen die leiders zich hierbij stellen zijn: Waar verdienen we in de toekomst ons geld mee? Wat vraagt de toekomstige samenleving van ons? Welke trends en ontwikkelingen bepalen het speelveld van de toekomst en hoe reageren we daar op? De leider zet een toekomstbestendige strategie in die de organisatie voorwaartsgerichte focus en energie geeft om te innoveren, te anticiperen en op het juiste moment kansen te benutten!

Focus op groei

In elk van de vier aandachtsgebieden staat het verder laten groeien van organisaties en medewerkers centraal. Leiders van morgen spelen een cruciale rol bij de groei van zichzelf, zijn organisatie en zijn medewerkers. Toekomstgerichte leiders stellen zichzelf en hun omgeving steeds de vragen: Wat vraagt de omgeving van ons? Waar is er ruimte voor verandering en verbetering? En hoe realiseren we deze verandering? Dit vraagt om lef en het vermogen om ambitieuze doelstellingen te formuleren, het vermogen om jezelf en anderen uit je “comfort zone” te halen en jezelf – en anderen – toe te rusten om deze veranderingen vorm te geven!