Naar cookie instellingen Hoofdinhoud Hoofdnavigatie

Interview Rapper Phreako Rico

Banner image

Rapper Phreako Rico ziet een toekomst van verbinding en cultuur; “Iedereen heeft er baat bij om verbonden te worden” 

‘De muziek is niet voor ieders wat wils. Je hoort, ruikt, voelt, proeft en ziet het verschil.’ Wanneer er aan Opgezwolle wordt gedacht zal deze zin van hun nummer ‘Hoedenplank’ al snel door het hoofd schieten. Opgezwolle mag dan meer dan vijftien jaar geleden uit elkaar zijn gegaan, de nummers waarmee de rapgroep de stad verbonden blijft altijd een onderdeel van de cultuur. “Muziek helpt zeker bij het verbinden van mensen.” 

Rapper Phreako Rico was jarenlang onderdeel van Opgezwolle. “Ik kwam hier wonen toen ik 18 of 19 was om te gaan studeren. Een paar jaar later leerde ik Sticks en Delle (dj-producer Delic red.) kennen en zijn we samen het groepje Opgezwolle gestart.” Met hun muziek wisten ze mensen te verbinden. “Het leuke was dat tijdens het toeren door Nederland, het publiek keihard meeschreeuwde. Het was mooi om iets voor de stad betekent te kunnen hebben.” 

Hoewel zijn jaren in de groep van Opgezwolle nu achter hem liggen, zorgt hij nog steeds voor verbinding. “We zijn hier in de faculteit, een ontmoetingsruimte voor jongeren waar ze met rapmuziek bezig kunnen. Het is geen jongerencentrum waar jongeren aan het tafelvoetballen zijn, ze zijn hier actief aan het maken. We bespreken met zijn allen thema’s waar ze tekst op schrijven. Tussen negen en half tien treden ze hier, in de faculteit, dan op. Dat moment draait helemaal om verbinden.” 

Rico ziet dat de verbindende rol van de faculteit de Nederlandse rap al veel heeft gebracht. “Er zijn nu wat bekendere namen, ‘Ness en Guan’ en ‘Zwarte water’. Die kenden elkaar eerst niet. Ze kwamen hier bij de faculteit erachter dat hun stijlen goed bij elkaar pasten.” De faculteit draait daarbij om het bieden van een veilige haven voor alle mensen die met rapmuziek bezig willen. “Ook de jongeren die kwalitatief misschien iets minder goed zijn komen hier, omdat ze een plek nodig hebben. Ze voelen zich eenzaam thuis, soms wat depressief. Die jongeren komen na twee maanden naar me toe en zeggen dan: ‘Ik zie het licht weer’. Ik zeg niet dat dat door de faculteit komt, maar we hebben met onze indirecte verbinding er wel aan bijgedragen. Dat vind ik mooi.” 

‘Ik laat mijn sporen achter, schrijf mijn eigen geschiedenis.’ (Sporen, Opgezwolle) 

Voordat de faculteit elf jaar geleden was opgericht, wist Rico al dat hij iets met jongeren en muziek wilde doen. “Ik heb eerst twee jaar een opleiding gevolgd op Windesheim, die een beetje die richting op ging. Alleen toen kon ik met Opgezwolle de muziek in, dus ben ik gestopt.” Toch was de drang om jongeren te helpen bij Rico nog niet helemaal verdwenen. “Elf jaar geleden kwam de toenmalige directeur van Hedon, Anne Riemersma, naar me toe of ik iets met jongeren en muziek wilde oprichten. Ik had tegen die tijd al best wel veel ervaring opgedaan in de muziekwereld en had daarom het gevoel dat ik echt wel wat met de jongeren kon delen.” 

Die drang om jongeren te helpen en ondersteunen is niet helemaal uit de lucht gegrepen. “Ze zijn de toekomst, van de stad en van het leven. Op een gegeven moment leeft deze generatie niet meer en dan zullen de jongeren het toch van ons over moeten nemen. Het is een soort estafette.” Een plek waar Rico deze estafette ook terugziet is de muziek. “Er was een tijd dat Opgezwolle een beetje weg was uit de muziekwereld. Want de doelgroep, of fanbase, van onze muziek werd ook ouder. Maar nu deze mensen weer kinderen krijgen, merk ik dat zij Opgezwolle wel weer kennen. Die leren het dan van hun ouders. Dat vind ik heel bijzonder en tof.” 

Dat Opgezwolle, Rico, Sticks en Delic nog steeds in de harten van de Zwollenaren leeft, werd duidelijk toen vorig jaar Sparky de albums van Opgezwolle opnieuw uitbracht. “We wisten dat er mensen zouden komen, maar dat het zo druk zou zijn! Dat had ik echt nooit verwacht.” De rij was op zijn hoogste punt wel drie uur lang, iets waar Rico nog steeds niet met zijn hoofd bij kan. “Heb je de beelden gezien? De rij stond tot aan de Febo, voor een T-shirt en een LP. Echt een lange, lange rij. Bizar.” Toch was de onverwachte opkomst niet het enige wat Rico aan die dag zou onthouden. “Het was voor de eerste keer in tien, vijftien jaar dat we weer eens met zijn drieën dicht naast elkaar stonden. Het was een mooie dag.”  

‘Ik zeg de tijd leert, of het tij keert, maar de liefde voor muziek blijft mijn drijfveer.’ (Tijd leert, Opgezwolle) 

In de jaren dat Rico actief is in de muziekwereld, ziet hij dat er een structureel probleem is in de gedachtegang van mensen. “Wat ik heel kortzichtig vind, is dat kunst en cultuur altijd op een laag pitje staat. Mensen zoals de overheid of de gemeenten, denken altijd dat cultuur niet zo belangrijk is. Maar dat is het wel, een culturele broedplaats bepaald gewoon je hele imago als stad en als land.”  

Naast het imago denkt Rico dat de culturele sector voor verbinding zorgt in het dagelijkse leven. “Ik zou nooit gaan bezuinigen op kunst en cultuur, maar wij zijn wel altijd de sjaak. Zo’n broedplaats zorgt ervoor dat je mensen tegenkomt die je anders niet zou ontmoeten. Wij zijn namelijk als rappers niet de enige die in de faculteit oefenen, je hebt hier ook dansers. Dan merk je dat tussen die twee groepen verbinding ontstaat. Zij komen bij ons kijken, wij gaan af en toe naar hen en beiden blijken we veel inspiratie op te doen uit hiphopmuziek.” De verbinding zorgt voor een lach op Rico zijn gezicht. “Het is hier misschien kleinschalig, maar ik zie gewoon om me heen dat cultuur zorgt voor verbinding. En het is ook gewoon gezond, iedereen heeft er baat bij om verbonden te worden.” 

De toekomst van de cultuur in Zwolle ziet Rico rooskleurig in. “Ik heb gehoord over plannen waarbij een kantoor om wordt gebouwd tot een broedplaats waar verschillende kunstvakken beoefend worden. Dus dat zou echt mooi als de overheid er niet tussen gaat zitten.” Op de vraag of hij met de faculteit dan ook naar het omgebouwde kantoor zou gaan, antwoordt Rico enthousiast: “Ik ben dan rond de zestig. Als ik dan nog actief ben, wat ik wel denk, dan zou ik de faculteit daar graag willen hebben.”  

‘Dus het is voor ons als je loftrompetten ziet.’ (Concept of niet, Opgezwolle) 

Neem contact met ons op