Interview Jolan Kroes
Een bijna doodervaring vanuit een ander perspectief
Wanneer Jolan Kroes op een woensdag op haar kleinkinderen gaat passen, laat ze haar zoon Djenell voor een dagje thuis. Twee weken geleden is hij geopereerd en hij is nog niet herstelt. Voor de zekerheid komen een vriendin van Djenell en haar moeder die dag langs om even te kijken hoe het met hem gaat. Jolan had dan ook niet verwacht dat ze later die dag op de IC van het Isala zou zijn. “Djenell kwam ’s avonds naar me toe en zei: ‘mam, ik kan niet meer’.”
Djenell zijn eerste operatie was volgens de dokters goed verlopen, er was een kleine complicatie opgetreden, maar die was zo goed als verholpen. “Toen ik binnenkwam in de kliniek en hem voor het eerst na zijn operatie zag, was hij heel erg ziek.” vertelt Jolan, terwijl ze met een glas water in een tuinstoel is gaan zitten. “Ik dacht dat er iets niet helemaal goed ging. Hij had heel veel pijn, was weinig aanspreekbaar door de narcose. Op een gegeven moment was het bezoekuur voorbij, toen zijn we naar ons hotel gegaan.”
“Toen we in het hotel waren zijn we over de telefoon en met appjes op de hoogte gehouden.” Een manier die bij Jolan niet helemaal lekker zat. “Djenell was echt wel ziek, dat zat me niet lekker.” De volgende dag mocht Djenell ondanks de aanhoudende pijn naar huis. Jolan merkte dat ze bij die beslissing al wat twijfels had. “Het zijn medisch geschoolde mensen, dus dan ga je naar huis als dat mag. Daarnaast vond ik wel dat hij er iets beter uitzag dan de dag ervoor en zijn pijn was wat afgenomen.”
Thuis ging Djenell meteen op bed liggen. “Hij leefde die twee weken een beetje van medicijn tot medicijn. Hij had geen honger of dorst, we moesten hem echt dwingen om te eten en drinken.” Toch was er voor Jolan nog niet echt een reden tot actie. “Tussendoor had de arts nog even gebeld en die zei dat Djenell vooral rust moest houden.” Na twee weken moest Jolan een dag op haar kleinkinderen passen, voor de zekerheid vroeg ze haar moeder om een oogje op Djenell te houden. “Die avond kwam ik thuis en mijn moeder zei; ‘Ik weet het niet hoor, hij is wel heel erg ziek’. Zijn buik was helemaal opgezwollen en zijn braaksel was zwart. Ik kreeg heel erg mijn twijfels. En toen zei hij: ‘Mam ik kan niet meer, ik ga kapot’.”
Dat was het moment dat Jolan besloot om naar het ziekenhuis te bellen. “Als er iets ergs gebeurd om me heen, handel ik. Dat gaat automatisch. We zijn daarna meteen in de auto gestapt.” Een uurtje later kwamen ze aan bij het Isala in Zwolle. “De dokter wierp één blik op Djenell en besloot meteen zijn bloed af te nemen.” Het duurde niet lang voordat de arts terug was met de resultaten. “Het voelde als een paar seconden. Hij moest volgens de dokter meteen opgenomen worden, niet veel later lag hij aan alle slangen van het Isala.”
Een hectisch moment die een beetje aan Jolan voorbij ging. “Het drong nog niet echt bij me door hoe ziek Djenell écht was. Het ging sowieso allemaal zo vlug, ik wist niet dat alles in een ziekenhuis zo snel geregeld kon worden. Ik hoorde een zuster een telefoon wegdrukken en zeggen; ‘Sommige mensen hebben echt hulp nodig op deze afdeling’.” De ernst van de situatie drong later pas écht tot Jolan door. “Na een tijdje kwam een arts naar ons toe en vertelde dat we geen seconde later hadden moeten komen. Anders was Djenell er nu niet meer geweest.”
Nadat Djenell door de artsen in veiligheid was gebracht, werd er weer vooruitgekeken. “Het probleem zelf was nog steeds niet opgelost, daar moest hij nog steeds een operatie voor.” Het duurde een paar dagen voordat een arts het aandurfde om te opereren. “We werden constant op de hoogte gehouden. Wat ze in het ziekenhuis precies aan het doen waren, dat was heel fijn. Maar op dat moment was het gewoon afwachten, totdat Djenell stabiel genoeg was om weer geopereerd te worden. Dan is het gewoon heel lang wachten.”
Uiteindelijk werd het wachten beloond, Jolan werd een paar dagen later gebeld dat de operatie geslaagd was. “Dan stap je natuurlijk meteen in de auto. In het ziekenhuis rem je natuurlijk een beetje af, ik dacht nog steeds dat hij heel ziek was.” Die twijfel werd bij binnenkomst meteen door Djenell weggenomen. “Het eerste wat hij aan ons vroeg is of we wat te eten hadden. Hij had natuurlijk een paar dagen niks gegeten.”
Het duurde een tijdje voordat Jolan weer een beetje kon ontspannen. “Na een paar dagen voelde ik die last pas van mijn schouders vallen. Toen hij weer mee naar huis mocht en het gevoel had dat de hechtingen zouden blijven zitten. Ik was vooral blij dat hij thuis was. Toen ging het heel snel.”
Naast dat Djenell fysiek sterker werd, merkte Jolan ook een verandering in haar zoon op emotioneel vlak. “Vroeger kon hij om het kleinste heel boos worden. Dat is wel echt veranderd, hij heeft veel meer rust. Kijkt veel meer naar zijn omgeving en de kleine dingen. Hij is veel zelfstandiger geworden, doet nu alleen maar dingen die hij leuk vindt. Dat is iets wat ik heel belangrijk vind in het leven.”
Neem contact met ons op
-
Bereikbaarheid
Op werkdagen tussen 09.00 en 17.00 uur