Vorig jaar startte de nieuwe opleiding Oefentherapie op de Calo. Na een goed eerste jaar, is het balletje gaan rollen en startten er dit jaar bijna honderd studenten aan de opleiding. Een fantastische start van het nieuwe studiejaar! Waar komt dit succes vandaan? We spraken met docent en curriculum-ontwikkelaar Berber Nauta en tweedejaars studente Leyla Hogeboom over de kracht van Oefentherapie.
“Wij kijken naar de volledige mens. Iemand komt binnen met een fysieke klacht. Laten we zeggen dat hij last van zijn rug heeft,” begint Berber, “vanaf daar kijken we breder dan de fysieke klacht maar naar het totaalplaatje: het bewegen van de cliënt in eigen context.” Onder de context valt bijvoorbeeld het werk dat iemand alle dagen doet, maar ook de thuis- of sportomgeving. Hierin analyseren we het beweeggedrag: het hoe en waarom. Neem bijvoorbeeld tillen: hoe tilt iemand, wat is de kwaliteit van het bewegen en het waarom doet iemand het zo? Wat er in het hoofd speelt van de cliënt is ook van groot belang: hoe ga jij met de omgeving om en de omgeving met jou?
“De ideale oefentherapeut is daarom empathisch en luistert goed naar de patiënt. Vroeger werd vaak alleen naar de houding van een patiënt gekeken. Tegenwoordig bestaat daar geen goed of fout meer in, maar willen wij vooral variaties van bewegen aanleren. Het verschilt per cliënt hoe een probleem wordt aangevlogen: mensen kijken ook vanuit hun eigen perspectief en nemen hun eigen ervaringen mee,” vertelt Berber, “daardoor zijn meerdere manieren waarop iemand geholpen kan worden.”
Het uitgangspunt van de opleiding is de praktijk: hoe ga je als oefentherapeut aan de slag en benader je een casus? “Het liefst gaan we met de opleiding naar de casus toe. Als dat niet kan, spelen we de casus na om zo dichtbij mogelijk bij de echte situatie te komen,” vertelt Leyla. Dat de praktijk belangrijk is, blijkt wel uit de opbouw van de studie: direct in het eerste jaar gaan de studenten al meerdere keren op stage om te proeven wat een oefentherapeut zijn inhoudt. “De opleiding vraagt veel van je eigen zelfstandigheid,” aldus Leyla. “We hebben geen toetsmomenten, maar bouwen een portfolio op met bewijsmateriaal en opdrachten. Deze bewijsmaterialen en opdrachten komen voort uit de praktische lessen en stage, maar ook vanuit de theorielessen.” Berber knikt: “Wat je ziet met toetsen, is dat studenten heel hard leren voor dat ene moment en het vervolgens weer vergeten. Wij gaan uit van een totaalbeeld dat ontstaat door het portfolio: zo zien we of ze voldoen aan de standaarden.”
Tijdens de opbouw van dat portfolio krijgen studenten geregeld een terugkoppeling: “Wij geven feedback. Daaropvolgend mag de student het nog een keer proberen. Dit kan zowel op video als met een docent op locatie erbij. Het belangrijkste is dat we zien dat de student de feedback heeft opgepakt en verwerkt waardoor vaardigheden beter gaan.”
Het eerste jaar is mooi afgesloten: meerdere studenten hebben hun propedeuse in het eerste jaar behaald en het eerste jaar van de opleiding was een succes! “Tijdens de afsluiting van dit jaar was ik zo trots: we hebben dit eerste jaar echt met z’n allen gedaan. Zowel de docenten als de studenten hebben keihard gewerkt,” vertelt Berber. Leyla knikt enthousiast: “Ik ben het daar helemaal mee eens. Dat samen voel ik ook echt op de opleiding: we worden actief gevraagd naar onze input en vervolgens wordt onze feedback ook verwerkt. We zijn als studenten gelijkwaardig aan onze docenten en dat is heel erg fijn.” Het is heel mooi maar stiekem ook een beetje spannend dat oefentherapie nu al hogere inschrijving heeft dan verwacht!
Als Berber gevraagd wordt waar dat aan ligt, is de verklaring duidelijk: “Er was tot nu toe nog geen opleiding Oefentherapie in het noordoosten van het land. Daarbij blijven de meeste oefentherapeuten in de randstad terwijl er ook grote vraag in het noordoosten van het land is. Maar het meest unieke punt is hoe wij de opleiding hebben ingericht: waar andere opleidingen oefentherapie binnen het domein Gezondheid en Welzijn zitten, ligt onze opleiding binnen het domein Bewegen en Educatie. Dat zorgt ervoor dat we op een andere manier naar Oefentherapie kijken.” Dat deze blik een succes is, moge duidelijk zijn. Op naar nog een succes jaar!