“Ik word voortdurend verrast door de professionaliteit van mijn collega’s”
Robert Agelink, de graag geziene directeur binnen de Calo, neemt plaats in de stoel. Na dit studiejaar stopt hij als directeur van de Calo. Na elf jaar waarin indrukwekkend veel gebeurd is, komt het in september tot een einde. Terwijl hij zijn jasje anders knoopt, begint hij: “Iedereen die iets met bewegen deed, wist dat wat daar gebeurde, bijzonder was. Ik heb altijd interesse gehad in wat ze op de Calo deden. En toen kwam daar 1 juli 2013 de kans om directeur te worden.” We blikken samen terug op zijn tijd als directeur.
Eigenwijs vertaald naar gepassioneerd
De Calo heeft altijd aantrekkingskracht gehad op Robert: “Wat de Calo echt goed kan, is het agogiseren van bewegen en het integraal kijken naar gezondheid. Hierbij staat inclusie centraal binnen de Calo, dat is bijzonder. Daarnaast is het niet alleen de vingerafdruk die hier werken bijzonder maakt: niets is hier vanzelfsprekend.” Extern, en misschien ook wel binnen Windesheim, staat de Calo bekend als eigenwijs. Dat beaamt Robert, maar dan net even anders dan je misschien verwacht: “Het is inderdaad een eigenwijze club mensen, maar in de meest positieve zin van het woord. Het sluit aan bij inspirerend, gepassioneerd.” Dus toen Robert uiteindelijk startte als directeur van deze gepassioneerde, doch eigenwijze groep mensen, ervoer hij hen van dichtbij. “Op de Calo zijn de mensen goed in wat ze doen, maar ik was verbaasd te merken dat dit vaak binnenshuis bleef: de Calo ontwikkelde zichzelf van binnen naar de buitenwereld toe. De eerste stap die ik daarom voor ogen had, is dit omdraaien. Als we reageren op wat we buiten zien en dat vertalen naar het onderwijs, versterken we elkaar.” Na deze uitspraak is het geen verrassing dat Robert een groot voorstander is van de OOO-driehoek, oftewel Ondernemen, Onderzoek en Onderwijs. “We hebben al deze drie pijlers nodig: ze versterken elkaar. Het is onmogelijk om zonder het werkveld buiten de Calo, oftewel de pijler ‘ondernemen’, onderwijs te maken dat toekomstbestendig is. We dragen bij aan de vragen van het werkveld door onze studenten op te leiden voor de toekomst en doen onderzoek naar welke mogelijkheden tot innoveren er zijn. Onze onderzoekers staan dichtbij het onderwijs en geven ook zelf les. We geven door deze driepoot onze studenten de best mogelijke start in het werkveld. Het is niet voor niets dat vanuit de diverse werkvelden van Sport, Welzijn, Gezondheidszorg tot en met Onderwijs ik vaak hoor: ‘Als ik innovatie wil, klop ik aan bij de Calo’.”
De vraag concreet
Sinds het moment dat Robert de Calo onder zijn hoede krijgt, is het portfolio gegroeid. Verschillende opleidingen met de typische Calo-visie zijn toegevoegd en de band met zowel het werkveld als wetenschap op gebied van bewegen werd verstevigd. “Als je het hebt over de vertaling van externe behoefte naar onderwijs, hebben we daar meerdere voorbeelden van. Kijk bijvoorbeeld naar de minoren: we merkten dat er binnen de beweegopleidingen niet voor alle vragen die vanuit het werkveld kwamen ruimte was. Aan de hand daarvan hebben we een aantal minoren ontwikkeld die aan deze vragen voldoen. Een voorbeeld hiervan is de minor Aangepast Sporten waaruit de Paralympic Experience Day nu een aantal jaar geleden is ontstaan. Minoren zijn een toevoeging op het Calo-portfolio en zorgen ervoor dat we goed aan kunnen sluiten op wat er nodig is.” Wanneer deze minoren uitgevoerd worden, kan soms blijken dat er zoveel ruimte is dat het zich verder ontwikkelt. “Ik ben trots op de ‘spin-offs’. Onder een spin-off valt bijvoorbeeld het Jeugdsport Innovatiecentrum (JIC) en het Ambulatorium. In beide gevallen bleek dat alleen een minor niet genoeg was en dat er potentie en vraag was om verder te kijken. Kijken we naar het JIC, is dat voortgekomen uit een stevige maatschappelijke behoefte om door te ontwikkelen op gebied van jeugdsport. Hierin komt ook de zo belangrijke OOO-drieslag terug: via ondernemen, onderzoek en onderwijs doen we ons uiterste best jeugdsport op een hoger plan te brengen.”
Een nieuwe wind in een huiselijke setting
“Na elf jaar is het tijd voor een nieuwe wind binnen de Calo,” zegt Robert. Al de prachtige ontwikkelingen die de afgelopen jaren zijn geweest, nemen we mee naar de toekomst. De Calo zal echter niet uit Roberts geheugen verdwijnen. Wanneer hij praat over de Calo, is het enthousiasme zichtbaar. Als Robert wordt gevraagd wat hem het meest bij is gebleven, hoeft hij niet lang na te denken: “Ik werd de afgelopen jaren vrijwel dagelijks verrast door de professionaliteit van mijn collega’s: met welke ideeën zij komen en met welke visie zij lesgeven. Het is niet voor niets dat driekwart van de studenten die hier studeert in landelijke evaluaties steeds aangeeft: ‘ik zit op een topopleiding’.” Hij valt even stil, denkt na en verduidelijkt de laatste uitspraak: “Dat cijfer op zichzelf is niet interessant, maar kennelijk doen we met z’n allen iets heel goeds. In de studenten herken ik dezelfde gedrevenheid en het belang om anderen voorop te stellen die ik bij de collega’s zie. Als een student hier gestudeerd heeft, neemt hij die visie mee in het werkveld. Daar maken we het verschil.” Over zijn collega’s is Robert lovend: “Ik heb me altijd heel veilig gevoeld binnen de Calo, ook om fouten te maken. Er hangt een hele familiaire sfeer: mensen zijn positief prikkelend naar elkaar. Een prima basis om innovatief te zijn en te blijven!” Hij besluit met laatste woorden voor de Calo’ers: “Blijf buiten de Calo de inspiratie zoeken en vinden. Dat is altijd goed: nieuwe zaken komen naar voren en zorgen voor ontwikkeling. Zo kun je een topinstituut blijven. Daarnaast wens ik iedereen evenveel plezier, goedmoedigheid en enthousiasme toe voor de toekomst. De Calo is georganiseerd als een uitgevouwen bloem: ik hoop dat die in de toekomst nog verder groeit.”