“De Calo is voor mij niet zomaar een plek”
Als Bas Dopheide als komend eerstejaars student op zoek is naar een studie, komt die zoektocht abrupt tot een eind wanneer hij bij de Calo binnenloopt: “Ik voelde me er meteen thuis en wist direct: hier ga ik studeren.” Dat het studeren hier is bevallen moge duidelijk zijn: sinds 15 juni is Bas Hogeschoolhoofddocent van de opleiding Psychomotorische Therapie (PMT). “De Calo is voor mij niet zomaar een plek. Dat ik dit kan doen, is ook omdat ik me hier veilig voel,” vertelt Bas. We zochten hem op en gingen in gesprek over zijn visie op PMT en de toekomst voor deze opleiding.
Psychomotorische therapie: meer dan alleen zorg
Op het moment dat Bas gaat studeren, is het nog een vraagteken waar hij heen gaat. “Ik twijfelde tussen docent lichamelijke opvoeding en psycholoog. De moeder van een vriend wees me op een relatief nieuwe opleiding op de Calo: psychomotorisch therapeut. Dat leek me een mooie combinatie,” begint Bas, “zo gauw ik hier binnenliep wist ik het: hier ga ik studeren.” Zo komt hij vanaf de andere kant van Nederland naar Zwolle. De studie blijkt perfect aan te sluiten. “PMT is voor mij in de basis heel simpel: ‘hoe kan ik een context creëren voor iemand om daarbinnen een betekenisvolle ervaring op te doen?’. Wij helpen mensen te leren (groeien, ontwikkelen) vanuit die betekenisvolle ervaring,” vertelt Bas. Deze opvatting geeft direct een duidelijke kleur aan zijn visie voor PMT. Hoewel PMT voornamelijk met zorg wordt geassocieerd, is dit voor Bas niet noodzakelijk. “PMT kan in veel takken voorkomen. Ik heb in het bedrijfsleven cursussen gegeven waar ik PMT-oefeningen gebruikte om teams meer tot elkaar te laten komen. Vanuit daar heb ik mezelf wel eens afgevraagd of ik wel echt een PMT’er was, juist omdat ik het vak in zo’n andere context plaatste.” Het antwoord daarop laat niet lang op zich wachten: “Het gaat voor mij om de essentie van het vak: mensen helpen zich te ontwikkelen. PMT is voor mij daarmee veel breder dan alleen de zorgsector, al ligt daar natuurlijk wel de nadruk, en dat is goed. PMT zit hem voor mij ook niet alleen in de locatie, maar veel dieper dan dat: ‘wat doen we en waarom doen we dat?’. ik ben ervan overtuigd dat in de juiste setting PMT op elke sector toe te passen is. Dus ja, ik ben zeker een PMT’er.”
Toekomstvisie
Hoe belangrijk het werkveld is, blijkt wel uit Bas’ ideeën voor komend jaar: “Onze opleidingen zijn inhoudelijk heel mooi, maar het is van belang dat we wendbaar blijven: we moeten ons verder blijven ontwikkelen en kijken naar de kansen voor PMT. Het werkveld waarvoor we onze studenten opleiden, moet terug blijven komen in het onderwijs. Onze docenten staan idealiter dan ook met een been in zowel de praktijk als het onderwijs. Zo blijven we beide gebieden met elkaar verbinden.” Docenten hebben niet alleen praktijkervaring, maar ook kennis waar Bas dieper op in wil gaan: “We hebben binnen ons team heel veel specialisten. Ik wil mensen de ruimte geven om hun talenten en specialisme nog meer in te zetten binnen hun werk en het onderwijs.” Al deze onderscheidende waarden halen het echter niet bij wat voor Bas de kern vormt: “We maken samen de Calo. We groeien als opleiding, maar moeten ervoor waken dat we niet zomaar een verzameling beweegopleidingen worden. Onze gezamenlijke visie op mensen en bewegen moeten we doorgeven en dat doen we door te blijven verdiepen en verbinden met elkaar.”
Een warm hart voor de Calo
“De Calo is voor mij niet zomaar een plek: mijn beste vrienden heb ik hier leren kennen. Dat wil ik behouden. Het is belangrijk dat je je goed voelt; iedereen doet ertoe,” begint Bas. Hoe belangrijk dit gevoel is, blijkt wel uit de reden waarom hij de rol van Hogeschoolhoofddocent aanneemt: “Ik zag het eerst helemaal niet zo zitten om Hogeschoolhoofddocent te worden: ik heb niet alleen maar goede ervaringen gehad met leiding geven. Daarnaast past hoe de functie ingevuld werd niet direct bij mij. Toch waren mijn collega’s enthousiast en vroegen ze regelmatig toen bekend werd dat Thomas [vorige hogeschoolhoofddocent PMT, red.] wegging, of het niet een functie voor mij zou zijn. Ik hoorde vanuit het team geluiden dat ik het zou kunnen. Dat vertrouwen maakte dat ik er over na ging denken en is uiteindelijk de reden dat ik de stap naar Hogeschoolhoofddocent heb gezet,” vertelt hij. “De Calo is voor mij een veilige omgeving waar ik ook fouten mag maken. Daarnaast heb ik ook de ruimte om de functie op mijn eigen manier in te richten: ik hoef het niet te doen zoals mijn voorganger dat deed, maar mag het op mijn manier gaan doen. Dat wil ik ook voor onze studenten. Het fundament op de Calo ligt erin dat iedereen het op zijn of haar manier mag doen en er toedoet: dat is de start van de relatie met elkaar. Daar moeten we zuinig op zijn.”