Lerarenopleiding Nederlands in Zwolle (afstandsleren)

Een leraar is deskundig in zijn vakgebied. Daarom werk je hard aan je taalvaardigheid, literaire kennis en communicatievaardigheden. Ook maak je een begin met lesgeven.

Onderwerpen en vakken in het eerste jaar

De studie Nederlands bestaat uit de domeinen:

• Taalbeheersing
• Taalkunde
• Literatuur

In verschillende domeinoverstijgende vakken vergroot je je eigen kennis op het gebied van spelling, grammatica, schrijven, literatuur, maar leer je ook hoe je deze kennis overbrengt aan leerlingen.

Didactische vakken

In de praktijk leer je hoe je voor een klas vol leerlingen staat, terwijl je online de theorie krijgt aangereikt in de vorm van didactische vakken zoals

• Onderwijskunde
• Didactiek
• Drama
• Levensbeschouwelijke vorming.

Tijdens vakdidactiek vertaal je die kennis direct naar de praktijk: je geeft minilesjes, experimenteert met verschillende werkvormen en ontdekt welke docent jij wilt zijn. Je leert hoe je lessen opbouwt, welke leermethoden je kunt inzetten en hoe je omgaat met uitdagingen in de klas.

Doorstroomnorm

In het eerste jaar van de opleiding moet je 50 studiepunten behalen om daarna met jaar 2 te mogen starten. Haal je deze studiepunten niet? Dan hoef je de opleiding niet te verlaten. Je maakt afspraken over hoe je eerst de ontbrekende punten gaat behalen.

Jaar 2

In het tweede jaar duik je dieper de vakinhoud in. Je volgt diverse modules waarin je:

• Teksten leert schrijven voor verschillende doelgroepen en media
• Jezelf traint in argumenteren en debatteren
• Ontdekt hoe tekstanalyse in het voortgezet onderwijs wordt toegepast
• Kennismaakt met media-educatie

Daarnaast volg je domeinoverstijgende vakken. Je leert bijvoorbeeld hoe je Nederlands als tweede taal geeft en welke didactische aanpak daarbij hoort. Ook verdiep je je in de relatie tussen literatuur, media en film. Ondertussen oriënteer je je op je minor en kies je een van de twee afstudeerrichtingen: mavo/havo of beroepsonderwijs.

Stage in het tweede jaar

In het tweede studiejaar loop je 1 à 2 dagen stage per week. Na iedere stage willen we graag zien dat je alle leerdoelen die bij de stage horen ook beheerst. Daarna start je met de volgende stage. Je wordt hier natuurlijk goed bij begeleid.

Jaar 3

In het derde jaar verdiep je je verder in taalkunde, literatuur en taalvaardigheid, waarbij we steeds de samenhang tussen deze vakgebieden verkennen. De theorie over didactiek en de Nederlandse taal breng je direct in praktijk tijdens je leerwerkstage.

We besteden extra aandacht aan je didactische en pedagogische vaardigheden. Want als leraar doe je meer dan lesgeven: je begeleidt leerlingen in hun leerproces, onderhoudt contact met ouders en treedt op als mentor. Je leert helder communiceren, overtuigend presenteren en reflecteren op je eigen handelen, zodat je je als docent kunt blijven ontwikkelen.

Stage in het derde jaar

In het derde studiejaar loop je 2 dagen stage per week.

Minor

Wil je je verdiepen in een specifiek onderdeel van het leraarschap of juist je kennis verbreden? Dan is er de minor: een onderwijspakket van een halfjaar waarin jij zelf de richting bepaalt. Enkele voorbeelden zijn:

• Communicatie
• Cultuureducatie
• Onderwijskundig leiderschap

Je rondt je opleiding af met een stage op school, gecombineerd met een afstudeeronderzoek.

Stage in het vierde jaar

Je staat een aantal dagen in de week zelfstandig voor de klas. Je bent nu écht lid van het schoolteam. Onder begeleiding op afstand neem je een aantal klassen onder je hoede en geef je zelfstandig les. Maar je doet nog veel meer dan dat: ook oudergesprekken en buitenschoolse activiteiten staan op het programma. Je documenteert alles in je eindportfolio en toont zo aan ons aan dat jij voor de klas hoort te staan.

Afstudeeronderzoek

Tijdens jouw stage werk je aan een uitgebreid onderzoek en een eindwerkstuk gericht op het vak Nederlands. Het stagedossier en de onderzoeken vormen de eindwerkstukken van de opleiding. Ze passen binnen een van de twee afstudeerrichtingen: mavo/havo of beroepsonderwijs.

Kennistoets

Aan het eind van het vierde jaar maak je een kennistoets waarvoor je moet slagen. Deze toets gaat over je kennis van het vak en vakdidactiek. Deze landelijke kennistoets wordt door alle lerarenopleidingen in Nederland afgenomen. Heb je alle onderdelen met succes afgerond? Dan mag je jezelf Bachelor of Education noemen!

Je bent wekelijks zo’n 30 tot 40 uur bezig met je bachelor, inclusief je stage. 

Zelfstandig én samen online studeren

Je studeert grotendeels vanuit huis, maar staat er nooit alleen voor. Via onze elektronische leeromgeving heb je altijd contact met docenten en medestudenten. Je werkt zelfstandig aan opdrachten en verdiept je in de theorie, maar volgt ook online modules in groepsverband met begeleiding van je docent. Digitale samenwerking is daarbij een vast onderdeel, met onder andere:

• Online groepsdiscussies
• Het opbouwen van je digitale portfolio
• Gesproken PowerPoint-presentaties
• Andere interactieve e-tivities

Hoeveel tijd je hier wekelijks aan besteedt, hangt af van je ervaring, flexibiliteit en leerstijl.

Studieperiode

Elke studieperiode duurt 9 weken:

• 7 weken werk je intensief met de leerstof uit een module.
• Daarna volgen 2 weken met tentamens en afsluitende opdrachten.

Je sluit elke periode af met een schriftelijk tentamen, een presentatie of met een verslag. De toetslocatie is in Zwolle. De toets vindt meestal overdag op een werkdag plaats.

Contactmomenten op locatie

Een paar keer per jaar in elk studiejaar organiseren we een contactdag. Die vindt dan meestal plaats op onze campus in Zwolle. Ook loop je per week rond de 1 à 2 dagen stage op een school. Tijdens je afstudeerstage 4 keer per week.

Afstandsleren iets voor jou?

We willen dat je met plezier studeert en natuurlijk ook dat je straks je hbo-diploma behaalt. Daarom is het belangrijk dat je je afvraagt of afstandsleren bij je past. Belangrijke competenties en vaardigheden zijn bijvoorbeeld:

• Doorzettingsvermogen, zelfstandigheid en goed kunnen plannen
• Online sociale vaardigheid (netiquette)
• Internet skills en skills (of ondersteuning) om software te installeren en issues met je computer op te lossen
• Goede concentratie voor het zelfstandig bestuderen van literatuur
• Handigheid met de digitale camera en met het uploaden van filmpjes

Je hebt een aantal technische voorzieningen nodig om straks op afstand te leren:

• Moderne, snelle computer
• Snelle internetverbinding
• Digitale videocamera

Studiebegeleiding

Onze docent begeleidt je en jouw studiegroep, stuurt aan op studietempo en helpt je bij de online (groeps)opdrachten via het discussieforum of per e-mail. Als je werkt aan een module, kun je hier ook je vragen stellen aan je medestudenten of aan je docent. Onze docent bezoekt het forum iedere week. Je kunt een module ook buiten het vaste rooster om volgen, maar dan heb je geen standaardbegeleiding.

Startzaterdag

Deze opleiding start altijd begin september met een startdag in Zwolle. Je ontmoet dan jouw medestudenten, jouw e-coach (studiebegeleider) en al een aantal van je docenten. Je krijgt direct een goede indruk van de manier waarop het studeren via afstandsleren verloopt. De startzaterdag is dus een belangrijk moment van de studie, waarbij je geacht wordt te komen.

Lesgeven leer je het beste door het te dóén. Daarom loop je tijdens je opleiding meerdere stages.

Zelf regelen

Je zoekt zelf een stageplek. Bij de start van de studie hoeft die nog niet rond te zijn, maar wacht niet te lang: je eerste stage (WPL2) hoort bij het bindend studieadvies. Dat betekent dat je deze binnen een jaar na de start van je opleiding met een voldoende moet afronden.

Zodra je bent ingeschreven, krijg je toegang tot het aanmeldformulier van het Praktijkbureau Bewegen en Educatie. Zorg dat je dit formulier uiterlijk vier weken voor de start van je stage invult.

Lukt het niet om zelf een plek te vinden? Dan kan het praktijkbureau met je meedenken en helpen bij het zoeken.

Je wordt opgeleid tot tweedegraadsleraar. Je mag dan lesgeven als:

• Leraar Nederlands in de onderbouw van havo/vwo
• Leraar Nederlands in het (v)mbo
• Leraar Nederlands in het volwassenenonderwijs

In het voortgezet onderwijs kun je na een tijdje zeker doorgroeien, bijvoorbeeld naar decaan, mentor of zelfs directeur. Maar de vaardigheden die je ontwikkelt kun je straks ook prima inzetten in een andere functie waarin al jouw vakkennis of communicatieve vaardigheden van pas komen. Denk aan beleidsmedewerker bij een gemeente of auteur bij een educatieve uitgeverij.

Op het hbo word je opgeleid tot tweedegraadsleraar (aan de universiteit tot eerstegraads). Je mag dan lesgeven in:

•     het vmbo
•     de onderbouw van havo en vwo
•     het mbo
•     het volwassenenonderwijs

Binnen het voortgezet onderwijs kun je na een tijdje doorgroeien in diverse functies, zoals decaan, mentor of zelfs directeur van een school. Wil je na verloop van tijd toch iets anders? Jouw vakkennis en communicatieve vaardigheden kun je ook prima inzetten in andere functies.

De smaak te pakken na de Lerarenopleiding Nederlands? Dan kun je je verder ontwikkelen met een masteropleiding of jezelf verdiepen via een korte, gerichte vervolgopleiding. Alvast een voorzetje van ons voor na je hbo-studie:

• Master tot eerstegraadsleraar
• Master Educational Needs
• Master Learning and Innovation
• Master Onderwijskunde
• Master Pedagogiek

Blijf op de hoogte van ons complete aanbod via de nieuwsbrief voor professionals(opent in nieuw tabblad).