Dit traject opende de deur naar het onderwijs voor ons
Ahmad uit Syrië en Noor uit Irak volgden het traject De stap naar de klas voor statushouders bij hogeschool Windesheim. Ahmad en Noor zijn beiden met hun gezinnen naar Nederland gekomen. Via het traject ontdekten ze hoe het Nederlandse onderwijssysteem werkt en vonden ze hun plek voor de klas.
Een eerste stap in een nieuw land
Ahmad woont met zijn gezin in Apeldoorn en is wiskundedocent. Noor woont in Hoogeveen en haalde in Irak haar bachelor en in Libië haar master in ICT. “Ik geef nu ICT en computervaardigheden lessen op een ISK school (internationale schakelklas).” Beiden kwamen vanuit een duidelijke behoefte bij het traject terecht: "In de reguliere taalcursus leer je een beetje over hoe het hier werkt, maar niet hoe je met leerlingen van verschillende niveaus omgaat, of welke methodes er zijn. Dat leer je bij het traject wel", vertelt Ahmad. Noor vult aan: “Als je hier werk zoekt, is dat lastig. Dit traject opende de deur naar het onderwijs.”
Cultuurverschillen en nieuwe inzichten
Het traject duurde een jaar, waarvan zes maanden taalonderwijs en zes maanden stage. Voor Ahmad en Noor betekende dat een intensieve kennismaking met het Nederlandse onderwijssysteem, met vakdidactiek, pedagogiek, en ook: cultuur. “In onze landen is het onderwijs heel formeel”, legt Noor uit. “Leerlingen zijn daar minder vrij in hoe ze omgaan met docenten. Hier zeggen ze gewoon je naam zonder ‘mevrouw’ of ‘meneer’. Dat was wennen.”
Ook het omgaan met uiteenlopende leerlingachtergronden en klasdynamieken was nieuw. “In Syrië hoor je bijvoorbeeld zelden over ADHD of autisme. Hier wel. En veel leerlingen komen uit gescheiden gezinnen. Dat vraagt iets van jou als docent.”
Uitdagend en leerzaam
Beiden kijken positief terug op de begeleiding vanuit Windesheim. “Het programma was duidelijk gestructureerd en de begeleiders waren er echt voor ons”, vertelt Noor. “Als ik iets vraag aan de begeleiders, krijg ik snel antwoord.” De stage leverde wel uitdagingen op. Ahmad: “Wat is precies je taak als stagiaire? Hoe maak je contact met collega’s? Dat was spannend.”
Noor herinnert zich haar eerste stagedag nog goed: “Heel lastig. Gelukkig konden we tijdens het traject ook al minilessen oefenen, dat hielp.” Lesgeven in het Nederlands kost extra voorbereidingstijd. “Soms duurt het wel twee uur om een les voor te bereiden”, vertelt Ahmad. “En als je dan zes lessen op een dag hebt.” Noor knikt: “Het is dubbel werk voor ons. We moeten de vaktaal ook nog leren.”
Werk vinden en doorstuderen
Na het traject vonden beiden werk. Noor begon als onderwijsassistent en werkt inmiddels als ICT-docent bij OSG Singelland. “Ik heb een verlengd contract. Dit traject heeft mij echt geholpen om werk en stabiliteit te vinden.”
Ahmad liep stage bij het Veluws College en combineerde dat met zijn studie. Momenteel solliciteert hij naar een nieuwe baan en volgt hij, net als Noor, de opleiding tot tweedegraads docent wiskunde. “Sommige dingen zijn nog steeds moeilijk, zoals verslagen schrijven. Maar gelukkig hebben we vrijstellingen voor vakken die we al beheersen.”
Tips voor anderen
Voor anderen die overwegen het traject te volgen, hebben ze duidelijke adviezen. Ahmad: “Als je docent was in je eigen land, is dit een goede eerste stap. Tijdens het traject zie je of het onderwijs echt bij je past.” Noor sluit zich daarbij aan: “Geef het een kans. De begeleiders van Windesheim zijn er om mee te denken. Je hoeft het niet alleen te beslissen.”
Toekomst
Hun toekomstdromen zijn helder. Noor wil haar communicatie- en vaktaal verbeteren en vernieuwende lessen geven die passen bij haar doelgroep. Ahmad hoopt op een vast contract. “Dan kan ik voor mijn gezin zorgen en zeggen: dit is mijn werk, dit is mijn baan.” Op termijn zou hij graag nog een masteropleiding volgen.
Ze vinden het lesgeven allebei leuk. “Maar onderwijs is druk”, zegt Ahmad. “Je denkt: ik geef wat lessen en klaar, maar het is veel meer dan dat. Toetsen maken, ouderavonden, voorbereiden. Het is veel.” Noor herkent dat: “Het voelt soms als een wedstrijd. Je hebt een agenda, moet samenwerken met collega’s, toetsen op dezelfde dag geven. Het is intensief.”