Wat verstaan ouderen onder 'gezond leven'?
Wil je ouderen helpen bij een gezonde leefstijl dan is het als professional belangrijk te weten welk beeld zij daar zelf van hebben.
Anne Esther Marcus-Varwijk, als onderzoeker verbonden aan het lectoraat Innoveren in de ouderenzorg van Windesheim, onderzocht de opvattingen van ouderen over de vraag wat een gezonde leefstijl is. Een dergelijk onderzoek is volgens haar belangrijk omdat opvattingen hierover subjectief zijn. ‘Een hulpverlener kan een andere opvatting hebben over gezond leven dan de oudere cliënt die hij ondersteunt. Wil je op innovatieve wijze ouderen stimuleren om gezond te leven dan moet je op zijn minst weten wat zij daar zelf voor ideeën over hebben’, legt Anne Esther uit. Het onderzoeksteam dat onder meer bestond uit vier studenten Verpleegkunde, interviewde zeventien ouderen uit de regio Zwolle en Hoogeveen, in leeftijd variërend van 55 tot 98. Het merendeel van de ondervraagden was vrouw (94%) en van Nederlandse origine (78%).
‘Rust, reinheid en regelmaat’
‘Ik vind het verrassend dat er zoveel overeenstemming bestaat bij ouderen over hoe gezond leven eruit ziet’, vertelt Anne Esther. ‘Samenvattend vinden veel ouderen rust, reinheid en regelmaat belangrijke voorwaarden voor een gezond leven. Ze hechten belang aan routine en van iets doen op gezette tijden. Wat voedsel betreft noemen ze vaak de schijf van vijf en de traditionele Hollandse maaltijd als voorbeelden van hoe je gezond eet.’
Gezondheid als recent thema
Anne Esther vertelt dat ze verrast was toen een hoogbejaarde vrouw vertelde dat haar generatie eigenlijk nooit nadacht over hoe je gezond leefde. ‘Volgens die vrouw is de aandacht voor gezondheid een vrij recent thema en dat was voor mij een eyeopener. Ik merkte ook dat sommige ouderen überhaupt niet graag over hun gezondheid praten. Dat confronteert hen misschien teveel met gezondheidsklachten die ze hebben. Toch is praten over gezondheid belangrijk. Iemand van 85 die moeilijk loopt zal het bespreken van een rollator als hulpmiddel in eerste instantie confronterend vinden en daarin een bevestiging zien van zijn of haar verminderde mobiliteit. Als een hulpverlener zich bewust is van de verschillende fasen in acceptatie die iemand doorloopt, kan de rollator uiteindelijk toch winst betekenen en bijdragen aan een gezonde leefstijl.’
Sociale gezondheid
Uit de interviews blijkt dat gezondheid voor ouderen een breed begrip is. Naast concrete zaken als regelmaat en gezond eten, noemen ouderen ook onderwerpen die betrekking hebben op hun sociale gezondheid. Ze benadrukken het belang van hun zelfstandigheid, van sociaal actief blijven en hun mobiliteit. Zo ontstaat een veel breder beeld van het begrip gezondheid. ‘Ouderen hebben een holistische opvatting over gezondheid, ze kijken naar het totaalbeeld’, vertelt de Windesheimonderzoeker. ‘Een volwaardig en zelfstandig leven leiden, blijkt voor de meeste ouderen een heel belangrijk bestanddeel van een gezond leven. Daar horen hele praktische zaken bij, zoals zelfstandig kunnen douchen, vrienden en familie bezoeken en zo min mogelijk hulp hoeven vragen. Dat is belangrijke informatie voor welzijnswerkers die een goede relatie willen opbouwen met hun oudere cliënten.’
Publicatie
De resultaten van het kwalitatieve onderzoek zijn gepubliceerd in december-januarinummer van het tijdschrift Gerontology & Geriatric Medicine (GGM). Het onderzoek is deel van het promotietraject dat Anne Esther doorloopt. Ze legt uit: ‘Het uiteindelijke doel van mijn promotieonderzoek is om de communicatie tussen professionals en ouderen rondom gezonde leefstijl beter op één lijn te krijgen. Met de onderzoeksresultaten kunnen we hulpverleners, wijkverpleegkundigen en sociaal werkers heel gericht trainen. Het denken vanuit het perspectief van ouderen kan goed bijdragen aan het bekwamen van professionals in gesprekstechnieken, gedeelde besluitvorming en motiverende gespreksvoering. Dat is heel belangrijk in een tijd waarin de zelfstandigheid van ouderen steeds meer nadruk krijgt. Als je als professional een goede klik wilt krijgen met de oudere medemens dan is kennis van zijn perspectief onmisbaar’, besluit Anne Esther.