Naar cookie instellingen Hoofdinhoud Hoofdnavigatie

De overstap van Curaçao naar Nederland heeft veel energie gekost, maar ik had ik het niet willen missen

Alexandra da Silva de Jesus vierdejaars, Social Work
Banner image
Home(opent in nieuw tabblad) / Alexandra da Silva de Jesus

Social Work-student Alexandra da Silva de Jesus doet voor haar afstuderen onderzoek naar het welbevinden van studenten uit het Caribisch gebied. Zelf zette ze in juli 2018 de stap van Curaçao naar Nederland. Ze heeft er veel van geleerd, maar vond het bij vlagen ook zwaar. ‘Ik wil dat studenten die na mij komen het beter krijgen,’ aldus Alexandra. ‘Op dit moment zie ik dat docenten denken: een Caribische student? Aha, dat betekent een taalachterstand. Terwijl er zoveel méér aan de hand is! Als docenten en medestudenten beter zouden begrijpen wat de stap echt betekent, komt er hopelijk meer begrip voor onze situatie én een betere begeleiding. 

Voordat ik naar Nederland kwam, sloot ik een lening af bij Stichting Studiefinanciering Curaçao. Daarnaast had ik ook een lening bij DUO, maar dankzij de lening van de SSC werden er een aantal praktische zaken voor me geregeld toen ik in de zomer van 2018 in Zwolle aankwam. Samen met zo’n tien andere studenten uit het Caribisch gebied kregen we een week lang begeleiding van een mentor. Ik kreeg een kamer toegewezen, leerde hoe ik een bankrekening moest openen en schreef me in bij de gemeente. Op andere dagen doorkruisten we samen de stad om goedkope winkels te leren kennen, zoals de Action, het Kruidvat en de supermarkt. Als je in Nederland bent opgegroeid klinkt dat misschien heel gewoon, maar alles is anders dan op Curaçao, dus ik werd overspoeld door nieuwe indrukken.

Na die week waren we op onszelf aangewezen. Ik kwam gelukkig met een paar andere studenten van Curaçao in één huis terecht, maar dan nog… wij hebben geleerd om onze eigen zaakjes op te knappen en niet over persoonlijke problemen te praten. Red jezelf en vraag pas om hulp als je echt vastloopt; dat idee. We konden onze mentor weliswaar altijd bellen als er iets aan de hand was, maar dat deden we niet zo snel.

Sociaal vangnet

Als het in je eigen land niet goed met je gaat, val je terug op je sociale kring. Je gaat naar je ouders toe, naar familie of vrienden. Hier moet je die sociale kring nog opbouwen, maar dat is lastig als je nog zo overweldigd bent door alle nieuwe indrukken. Nederlandse medestudenten proberen hun eigen draai te vinden en herkennen elkaars problemen gemakkelijker dan die van ons. Dat gemis van een sociaal vangnet is zwaar, vooral in combinatie met de nieuwe taal en de nieuwe omgeving. Docenten en medestudenten zien en horen alleen onze taalachterstand, maar missen inzicht in het hele plaatje. 
Op Curaçao sprak ik Papiaments. Nederlands kregen wij op de havo wel als vak, maar dan alleen zoals leerlingen hier Duits of Frans krijgen. Ik deed ook eindexamen Nederlands, maar op het gebied van spreek- en schrijfvaardigheid stelde dat weinig voor. Vanaf het moment dat ik in Nederland aankwam, ging alles in het Nederlands. Niet alleen bij mijn studie, maar ook in het dagelijks leven. Zo’n verandering van taal is ingrijpend. Ik ben van nature een vrolijke en optimistische meid, maar ik werd hoe langer hoe stiller in het eerste jaar omdat ik mezelf niet kon en durfde uiten in de klas. Dat had een enorme impact. Stel je maar voor hoe je als Nederlandse leerling in Duitsland komt studeren en jezelf ineens volledig moet uiten in het Duits. Mondeling, maar ook schriftelijk, vakinhoudelijk én emotioneel. Dat is echt ingrijpend. Ik deelde die gevoelens wel met mijn ouders en vrienden, maar niet op school. Het was fijner geweest als mijn docenten en medestudenten ook van mijn situatie op de hoogte waren geweest, maar het lukte me in die periode niet om dat zelf aan te kaarten. Na het eerste jaar ging het gelukkig steeds beter. Ik kreeg meer zelfvertrouwen en meer ervaring en zo lukte het me dan toch om mijn doelen te halen. 

Taalachterstand

Bij feedback op verslagen zeggen docenten al snel: je moet je verslag even laten nakijken door iemand, want taalkundig is het nog niet goed genoeg. Maar mijn sociale groep komt óók van Curaçao. Ik heb wel eens iets aan medestudenten gevraagd, maar die kun je natuurlijk niet eindeloos om hulp blijven vragen. Mijn hele sociale leven heb ik achtergelaten op het eiland. Ik heb hier een neef en een nicht wonen, eentje woont in Rotterdam, de ander in Maastricht, dus daar kan ik niet zomaar even op de thee met mijn verslag. Ik heb me een tijdlang echt ontworteld gevoeld en ik had niet de indruk dat mijn docenten of medestudenten dat goed begrepen. Ik heb wel geprobeerd om het uit te leggen, maar dat was lastig omdat het om zoveel dingen tegelijk ging. Een nieuw land, een nieuwe studie, een andere taal, een vreemde cultuur. Waar moest ik beginnen? 

Eenzaamheid

Door mijn afstudeeronderzoek weet ik dat andere Caribische studenten tegen dezelfde problemen aanlopen als ik destijds. Los van alle praktische zaken is er vooral veel eenzaamheid, omdat mensen de sociale groep missen waar ze voorheen op terug konden vallen. Hoewel de overstap van Curaçao naar Nederland veel energie heeft gekost, had ik het toch niet willen missen. Ik ben niet meer de Alexandra die ik vier jaar geleden was. Ik heb geleerd om op eigen benen te staan en als ik problemen tegenkom, pak ik ze op en ga ermee aan de slag. Tegelijkertijd heb ik ook gezien dat andere studenten van Curaçao vastliepen, omdat ze te eenzaam waren, te weinig om hulp durfden vragen of zich te ontheemd voelden. Die ervaringen motiveren me enorm om te onderzoeken hoe deze groep studenten in de toekomst beter kan worden begeleid. Daarbij word ik gecoacht door Melenie Payant, die als decaan graag wil weten hoe wij vanuit Windesheim een netwerk voor deze groep studenten kunnen opzetten. Ik hoop van harte dat Windesheim erin slaagt om deze groep in de toekomst beter te begeleiden en dat ik daar met mijn onderzoek een bijdrage aan kan leveren.