Lector Ivo nu ook aan het werk bij het Mulier Instituut

Ivo van Hilvoorde is naast lector Bewegen,
School & Sport inmiddels ook werkzaam bij het Mulier Instituut(opent in nieuw tabblad). Hij is per 1 oktober gestopt met zijn werk aan de Vrije Universiteit Amsterdam.(opent in nieuw tabblad) Wat betekent dit voor zijn functie op Windesheim en waarom heeft hij deze keuze gemaakt? Ivo licht het in een paar vragen toe!

Waarom ga je naar het Mulier instituut?

“Het korte antwoord is: omdat ik de kans kreeg en omdat ik stop bij de Vrije Universiteit Amsterdam (Bewegingswetenschappen). Ik denk dat ik mijn werk als lector beter kan combineren met mijn nieuwe rol binnen het Mulier Instituut (MI) en na bijna twintig jaar werken op de VU is het ook verfrissend om in een nieuwe omgeving aan de slag te gaan. Ik ken het MI goed; ik heb er in het verleden ook al eens voor gewerkt binnen diverse projecten, zoals ‘topsport en nationale trots’ en ‘fitness en de problematisering van het lichaam’.”

Wat houdt je nieuwe functie in?

“Ik word senior onderzoeker binnen het cluster ‘leren bewegen’ en zal me bezighouden met diverse projecten op het gebied van (jeugd)sport en bewegingsonderwijs. Daarnaast ga ik aan de slag met thema’s uit andere clusters. In diverse (promotie)onderzoeken blijven we overigens nauw samenwerken met de VU: dat zal niet veranderen.”

Er zijn al verschillende samenwerkingen tussen het Mulier en het lectoraat. Wat verwacht je voor de toekomst hiervan?

“Het lectoraat is al enige tijd betrokken bij diverse projecten van het MI, zoals een project en promotieonderzoek over ‘beweegwijsheid’; een ambitieus landelijk project om alle kinderen goede beweegadviezen te kunnen geven in plaats van een niet zo veelzeggende beoordeling op het rapport. Het is gebaseerd op het concept physical literacy (PL) , waar we al vanaf 2013 over publiceerden, en dat wereldwijd steeds meer aandacht krijgt. Ons lectoraat is ook onderdeel van een internationaal consortium dat zich bezighoudt met de implementatie van PL in landelijk beleid en curricula.

Ook ben ik betrokken bij een verkennend onderzoek naar sport en duurzaamheid, waarover binnenkort een rapport verschijnt. Daarnaast zijn er diverse ideeën over nieuwe thema’s en subsidieaanvragen.”

Hoe kijk je terug op de tijd bij de VU?

“Overwegend positief en met veel trots kijk ik terug! Lesgeven in de sportfilosofie en sportsociologie was vaak een feest. Het is mooi om te zien met wat voor originele ideeën studenten zelf kwamen om over te schrijven! Vanuit mijn rol aan de VU heb ik veel ruimte en kansen gekregen om me te ontwikkelen en om sportfilosofie in Nederland op de kaart te zetten. Ik heb eervolle uitnodigingen gekregen voor het geven van key-notes op grote internationale congressen, zoals voor het Internationaal Paralympisch Comité (IPC) over de rechtvaardigheid van classificaties, voor Play the Game en vorig jaar nog voor de Europese sportsociologen (zie: EASS(opent in nieuw tabblad)) over ethiek en integriteit in de virtuele wereld van gaming en eSport. Ook heb ik mooie opdrachten mogen uitvoeren (zoals over ‘sport en genetica’ in samenwerking met het Rathenau Instituut) en jarenlang deel uitgemaakt van de medisch ethische commissie van de Vereniging voor Sportgeneeskunde. Ik heb me enige tijd ook lekker druk gemaakt in publieke debatten, en zelfs een VU brede mediaprijs gekregen. Een spuuglelijke trofee, maar wel eervol en een mooie geldprijs als bonus. Een keer aanschuiven bij de Avondetappe was wel de kers op de taart!

Wel maak ik me af en toe zorgen over ontwikkelingen binnen de academische wereld en de (beperkte) ruimte die er wordt geboden om kritisch te reflecteren op en te schrijven over maatschappelijke en wetenschappelijke ontwikkelingen. Ik denk dat de wijze waarop studenten en promovendi momenteel worden opgeleid aan de universiteit niet helemaal meer aansluit bij actuele, maatschappelijke vraagstukken. Als ik de huidige opleiding vergelijk met de ruimte die wij kregen om te lezen en verdiepen, bekroop me steeds vaker het idee dat we huidige generatie studenten tekortdoen. Bezuinigingen en het politieke klimaat doen deze ontwikkeling uiteraard geen goed.

Ik hoop dat het sociaalwetenschappelijk onderzoek binnen de Faculteit Bewegingswetenschappen op de VU een stevige plaats behoudt. Dat is belangrijk voor studenten die in hun werkzame leven vaak te maken krijgen met beleidsmatige en maatschappelijke vraagstukken. Gelukkig is er een frisse jonge lichting sportfilosofen en sportsociologen die in staat zijn hun kennis te verbinden met actuele thematiek en dat op heldere wijze kunnen overbrengen op studenten. Een mooie verzameling van goede kandidaten is te vinden in het boek Homo Movens. Filosofie en wetenschap van sport en bewegen.(opent in nieuw tabblad) Daarnaast zijn er ook wetenschappers die het (experimentele) bewegingswetenschappelijke onderzoek weten te verbinden met meer fundamentele en conceptuele vraagstukken. Dit soort wetenschappers kunnen van grote meerwaarde zijn voor de faculteit en de studenten.