Op stage zie je waar je het voor doet
“Ik ben Noa, 19 jaar oud en ik kom uit Vroomshoop. Ik zit nu in jaar 2 van de Lerarenopleiding Aardrijkskunde. Het was één van mijn favoriete vakken op de middelbare school en ik ben altijd al nieuwsgierig geweest naar de wereld om mij heen.”
Switchen van Nederlands naar Aardrijkskunde
“Toch was deze opleiding niet mijn eerste keus. In 2023 stapte ik Windesheim binnen met het idee dat ik de komende vier jaar de Lerarenopleiding Nederlands zou doen. Na enkele weken kwam ik erachter dat dit niet was wat ik zocht. Via mijn studiebegeleider ben ik terechtgekomen bij de switchcoördinator die mij verwees naar een meeloopdag bij Aardrijkskunde. Op die meeloopdag in december wist ik dat dit was wat ik wilde doen. Ik heb het schooljaar voor Nederlands afgemaakt, inclusief de stages, zodat ik een voorsprong zou hebben bij de opleiding Aardrijkskunde.”
Afwisselende vakken
“De vakken van het aardrijkskundegedeelte variëren heel erg. De opleiding is zo ingedeeld dat je altijd een fysisch geografisch en een sociaal geografisch vak tegelijkertijd hebt. Bij fysisch geografisch moet je denken aan vakken als endogene processen, landschappen in Nederland, en weer en klimaat. Sociale vakken zijn onder andere Politieke en culturele geografie, nederzettingen en bevolkingsgeografie.
Van de vakken die ik tot nu toe heb gehad, vind ik endogene processen en bevolkingsgeografie het leukst. Landschappen in Nederland hadden ik en mijn klasgenoten wat meer moeite mee, omdat dat veel en erg specifieke stof was.”
Leren lesgeven
“Natuurlijk zit ik niet alleen op deze opleiding omdat ik aardrijkskunde zo geweldig vind. Wat ik er later mee gaan doen, maakt mij ook enthousiast: docent worden. Hiervoor krijgen we docentspecifieke vakken. Deze vakken heb ik niet ervaren als lastig, maar je moet veel reflecteren en een visie vormen op het onderwijs. Alles komt voorbij: hoe je een fijn leerklimaat kan creëren tot kansengelijkheid en het maken van toetsen.
De stages vond ik tot nu toe het leukst, omdat je daar echt ziet waarvoor je het doet. Het is spannend om je eerste klassen les te geven, maar het gaf me wel energie!”
Een mix van theorie en praktijk
“Het aardrijkskundige gedeelte varieert eveneens. Bij sommige vakken maak je een dossier, bij andere ga je in debat of creëer je een lessenserie.
Een concrete opdracht waar ik hard aan heb gewerkt, was het dossier voor endogene processen. Bij dit vak leerden we over aardbevingen, vulkanisme en gesteentesoorten. Het leuke aan dit dossier vond ik dat we er ook echt op uit moesten om bijvoorbeeld foto’s te maken van stenen en deze te determineren.”
Groeien tijdens stages
“Ook mijn stages heb ik met veel plezier gelopen. In mijn eerste stage hoefde ik niet direct voor de klas te staan en mocht ik achterin observeren. Pas op mijn tweede stage kreeg ik een eigen klas toegewezen.
Ik zag mezelf groeien van een relatief onzekere en chaotische docent-in-opleiding tot een docent-in-opleiding die kalm kon vertellen en creatieve werkvormen kon verzinnen. Dit is mij mede gelukt door de fijne begeleiding vanuit Windesheim en mijn stagebegeleiders.”
Weekindeling
“In de stages en aardrijkskundige vakken zit veel tijd. Mijn week is als volgt ingedeeld: één dag stage, één dag voor de docentgerichte, theoretische vakken en twee dagen voor aardrijkskunde. Een stagedag is lang, maar de schooldagen bestaan vaak uit enkele uren. Tot nu toe ben ik iedere week minimaal één dag vrij geweest.
Dat betekent helaas niet dat ik zeeën van tijd heb. Ieder college moet voorbereid worden en dossiers maak je in je eigen tijd. Ik heb geleerd goed te plannen, waardoor ik wel tijd heb voor werk en hobby.”
Excursies
“Het leukste onderdeel van de opleiding zijn de excursies. In het eerste jaar naar Berlijn, in jaar 2 nar de Harz en in het derde jaar naar Gambia. Zo heb ik in Berlijn een wijk in kaart moeten brengen, een fietstocht gedaan en een theater bezocht.”
Waarom deze opleiding bij mij past
“Inhoudelijk vind ik de vakken lekker afwisselend en ik zie dat de docenten hun best doen om de lesstof betekenisvol te maken. Wat ik verder prettig vind, is dat de opleiding relatief klein is. Daardoor bouw je ook met de docenten een goede band op.”
Vooroordelen en praktijk
“Een vooroordeel over het vak aardrijkskunde is dat het vooral gaat om topografie. In de praktijk is topografie slechts een klein onderdeel. Ook hoef je geen aardrijkskundegekkie te zijn als je aan de opleiding begint. In het eerste jaar is er genoeg ruimte om de kennis gelijk te trekken én er zijn best wat studenten die hier vooral zitten omdat ze graag docent willen worden.”
Medestudenten
“In het eerste jaar begonnen we met 40 studenten. In het tweede jaar zijn we met ongeveer 30 man over. Over het algemeen zijn er meer jongens dan meisjes, maar in mijn klas is het redelijk gelijk verdeeld.
Het contact met medestudenten ervaar ik als erg goed. Ik zit in een leuke vriendengroep waarmee ik regelmatig buiten school afspreek. Ook is het handig bij het maken van opdrachten.”
Na de opleiding
“Hierna wil ik graag een master doen. Omdat dit een tweedegraadsopleiding is, kan ik nog geen havo en vwo bovenbouw lesgeven. Met een master is dat wel mogelijk. Het lijkt me leuk om over het hele schoolspectrum inzetbaar te zijn, zodat er wat te kiezen valt. Daarnaast kan ik mij dan nog meer verdiepen in aardrijkskunde.”
Neem contact met ons op
-
Bereikbaarheid
Op werkdagen tussen 09.00 en 17.00 uur