Er is een fijne sfeer bij Windesheim Almere

Amy (19) is eerstejaarsstudent van de Lerarenopleiding Basisonderwijs (Pabo) in Almere. “Ik heb altijd iets met leren aan kinderen gehad. Vroeger gaf ik bijles aan kinderen die moeite hadden met de Nederlandse taal. Dat vond ik heel leuk om te doen. Mijn moeder is ook juf, dus daar haalde ik mijn inspiratie vandaan.”

Fijn dat je meteen stage loopt

“Ik vind het fijn dat je in het eerste jaar meteen stage loopt. Zo zie je gelijk hoe het in de praktijk is. Je loopt 1 dag in de week stage in de middenbouw, dus groep 3 tot en met 6. Eerst liep ik stage in groep 4, nu in groep 6. Ik vind het leuk dat je ook direct zelf lessen geeft.  Klassikaal en in een groepje. Je doet daardoor meteen ervaring op.’’

‘’De eerste keer lesgeven vond ik wel spannend. Als je bijles geeft, luistert een kind goed naar je. Maar voor een hele klas staan is anders. Dan wordt er gepraat of gerommeld. In groep 4 merkte ik dat vooral. Je moet meteen streng zijn. Voor mij gaat het best makkelijk.”

Veel steun vanuit de opleiding

“De begeleiding van de docenten is goed. We hebben PPO-lessen, dat staat voor persoonlijke en professionele ontwikkeling. Daarin wordt veel uitgelegd, bijvoorbeeld over toetsen. Je kunt ook altijd met docenten in gesprek als je hulp nodig hebt. Er zijn ook SB’ers en andere begeleiders, maar daar ben ik zelf nog nooit geweest. Ik vind dat er genoeg hulp is vanuit de opleiding.”

Nederlands en pedagogiek zijn favoriet

“Stage lopen vind ik het leukst. En op dit moment vind ik Nederlands heel interessant, omdat het over taalontwikkeling bij kinderen gaat. Pedagogiek is ook mijn favoriete vak. Ik vind vooral de psychologie van kinderen interessant.”

Tips als je wil beginnen aan pabo

“Ik zou vooral kijken naar hoe je het vindt in de praktijk. Als je denkt: ik heb zin om les te geven, dan is de studie denk ik iets voor jou. Maar als je denkt: ik zie op tegen de stage, dan is het misschien toch niks voor jou.”

Studeren in Almere

“Ik studeer en woon in Almere. Ik heb ook bij de Hogeschool van Amsterdam gekeken, maar die vond ik te groot. Windesheim vond ik gewoon het leukst. De kleinschaligheid spreekt mij aan. Je kent elke docent en elke docent kent jou. En de bushalte stopt recht voor de deur. Ook vind ik het fijn dat de school in een stad zit, dan kun je tijdens een tussenuur even de stad in. Ik ga vaak shoppen of lunchen met studiegenoten, bijna elke dag. Mijn favoriete plekken zijn Toast Table en Bagels & Beans.”

“En de inrichting is sfeervol. Er is een fijne sfeer. Op elke verdieping zijn plekken om te zitten of koffie te halen. De kantine vind ik ook fijn. Niet te groot, precies goed. We zitten daar vaak, of op de bankjes op de derde verdieping.”

De eerste weken en de matchingsdag

“In het begin vond ik het spannend. Ik kende helemaal niemand. Op de matchingdag zag ik wel een meisje waarmee ik dacht bevriend te kunnen worden, maar we zaten niet in dezelfde klas. Toen heb ik gevraagd of ik mocht wisselen van klas, en dat mocht gelukkig. Nu zijn we een vriendengroepje van vier.”

“De eerste week hadden we veel activiteiten, waardoor je elkaar beter leert kennen. Je had bijvoorbeeld een toneelspel met docenten en een spelletjesmiddag in het park. Niet alles vond ik even leuk, maar je moest veel samenwerken en praten, dus dat helpt wel. De sfeer was goed en je begon rustig, niet meteen met veel opdrachten. Dat vond ik prettig.”

“Tijdens de matchingsdag deed ik een introductiespelletje en een opdracht die gericht is op de pabo. Dat moest ik in een groepje doen. Je zat toen nog niet bij je klas, maar ik heb wel veel mensen gezien die nu ook eerstejaars zijn. Het gaf niet meteen volledige zekerheid over de opleiding, maar je proefde wel de sfeer. Je kreeg informatie die je op een open dag niet krijgt, het is net wat gerichter. Ik zou het anderen zeker aanraden.”

Tip aankomende studenten

“Ga er open in. Niet te veel denken: wat als niemand me aardig vindt? Wat als je geen klik hebt met iemand? Die gedachten had ik, maar uiteindelijk viel het echt heel erg mee. Ik had me helemaal niet zo druk hoeven maken.”