Naar cookie instellingen Hoofdinhoud Hoofdnavigatie

Mbo’er heeft minder moeite met overstap naar hbo dan we denken

  • 16 mei 2019
Banner image
Home(opent in nieuw tabblad) / Mbo er heeft minder moeite met overstap naar hbo dan we denken

'Op sommige punten zijn ze juist in het voordeel ten opzichte van havisten en vwo'ers', aldus docent Bas Baremans.
 

Je zal maar op het mbo zitten en nadenken over een vervolgstudie op het hbo. De moed zinkt je in de schoenen als je alle berichten leest over de moeizame overstap en de vele mbo’ers die stoppen met de opleiding... Tegen alle mbo’ers in Nederland die de stap naar het hbo overwegen, zou ik willen zeggen: vrees niet!

Mbo’ers die naar het hbo gaan, scoren namelijk helemaal niet zoveel anders dan havisten of vwo’ers. Ook zij hebben soms moeite met de overstap naar het hoger onderwijs. Ook zij vallen uit. En wat blijkt uit recent onderzoek: mbo’ers zijn op sommige punten zelfs in het voordeel ten opzichte van havisten en vwo’ers. Zo kunnen ze beter reflecteren op hun leerproces (is mijn aanpak handig geweest, wat kan ik anders doen?) en zijn ze goed in plannen en doelen stellen. Hoog tijd dus om de oude denkbeelden over verschillen tussen dé mbo’er en dé havist (beide bestaan niet) in de prullenbak te gooien. 

Tot nu toe dachten we dat de overstap naar het hbo voor mbo’ers lastiger dan voor havisten. Theoretischer onderwijs, minder begeleiding, een hoger tempo. Daar moeten veel eerstejaars aan wennen. Het ministerie van OCW legde de focus op deze doelgroep en maakte de afgelopen jaren miljoenen vrij om mbo’ers te helpen wanneer zij doorgaan naar het hbo. Niet onlogisch: cijfers toonden aan dat mbo’ers het moeilijk hebben in het eerste jaar en vaker stoppen met hun opleiding. De vraag is echter: klopt het verhaal achter de cijfers?

In elk geval wijzen de nieuwste cijfers uit dat de verschillen tussen beide groepen kleiner worden. De hogere uitval van mbo’ers in het eerste jaar op het hbo is bovendien niet op te hangen aan één factor (lees: ze komen van het mbo en die overstap is nu eenmaal moeilijker dan die van de havo naar het hbo). Zo speelt het bijvoorbeeld een belangrijke rol dat een mbo’er al een diploma op zak heeft waarmee hij de arbeidsmark op kan. Stel: je besluit om na het mbo door te studeren, start met je opleiding aan het hbo – met in je achterhoofd de gedachte dat dit wel eens moeilijk kan worden, want dat hoor je van alle kanten – en in de eerste maanden gaat het niet van een leien dakje. Is het dan niet verleidelijk om te stoppen en een baan te zoeken op de arbeidsmarkt (die ook nog eens schreeuwt om mensen zoals jij)? Een havist heeft dit alternatief niet en heeft geen andere keus dan een tandje bijschakelen of switchen naar een andere opleiding.  

Bij veel hogescholen was het de afgelopen jaren een speerpunt: het verbeteren van de doorstroom van mbo’ers naar het hbo. Een van de initiatieven bij hogeschool Windesheim is Skills Coach: een programma om mbo’ers te helpen met de overgang naar het hbo. Huidige studenten met een mbo-achtergrond coachen eerstejaarsstudenten en helpen hen in de eerste maanden met de vragen waar ze tegenaan lopen. 

Bij de evaluatie hiervan hebben we ook gekeken naar verschillen tussen mbo’ers en havisten bij aanvang van hun studie. Wat blijkt: op het gebied van betrokkenheid en zelfregulatie – twee belangrijke pijlers voor studiesucces – zijn er geen significante verschillen tussen beide. Sterker nog, op enkele punten scoren mbo’ers beter dan havisten. Ook havisten zouden dus in hun eerste jaar gebaat zijn bij een studentcoach en daarom willen we dit project voor alle studenten beschikbaar maken.

Mijns inziens doet de sterke focus op de mbo’er in het hbo meer kwaad dan goed: er lijkt sprake van een selffulfilling prophecy. We zien dat veel mbo’ers onzeker worden van alle berichten over de moeilijke overstap en alle (goedbedoelde) initiatieven om deze te vergemakkelijken. Zodra ze in het eerste jaar op weerstand stuiten, denken sommigen: ‘zie je wel, het hbo is niks voor mij’. Zonde! Daarom moeten we af van de stigma’s en etiketten die we overal zo graag opplakken. Natuurlijk zijn er mbo’ers die uitvallen op het hbo omdat zij het niveau niet aan kunnen.  Maar dat geldt net zo goed voor havisten en vwo’ers. Hoogste tijd dus om studenten niet te beoordelen op basis van hun opleidingsachtergrond  - of welke (persoons)kenmerken dan ook -, maar op basis van hun persoonlijke kwaliteiten en tekortkomingen. 

Bas Baremans
docent Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding bij hogeschool Windesheim

Deze tekst verscheen als opiniestuk in Trouw van 16 mei 2019(opent in nieuw tabblad)

Delen via: