Naar cookie instellingen Hoofdinhoud Hoofdnavigatie

Nederlandse Familiebedrijven internationaal steeds succesvoller

  • 16 juli 2019
Banner image
Home(opent in nieuw tabblad) / Nederlandse Familiebedrijven internationaal steeds succesvoller

Nederlandse familiebedrijven opereren steeds vaker met succes buiten de eigen landsgrenzen. Dit blijkt uit onderzoek van adviesbureau Clifton Finance en het Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven van Hogeschool Windesheim.

Bedrijven met een omzet van ruim € 40 miljoen worden beloond met hogere winstmarges van gemiddeld 0,6 procentpunt als ze de stap naar het buitenland durven nemen. 

Cijfers

In het onderzoek zijn de jaarverslagen van 2007-2017 van 228 familiebedrijven met een omzet van minimaal 40 miljoen euro in kaart gebracht. Deze dataset levert verrassende inzichten op. ‘De toename van de mate van internationalisering is opmerkelijk, ook al verschilt het per sector. Waar in het jaar 2007 42,4% van de omzet in het buitenland werd behaald, is dat tien jaar later 50,1%’, zegt Maarten Vijverberg van Clifton Finance. Vooral de sector industrie springt eruit met een omzetpercentage uit het buitenland van 77,6% in 2017. Bedrijven in de dienstverlening zijn meer gericht op de binnenlandse markt en behaalden slechts 18,9% omzet uit het buitenland.

Een voorbeeld van een sterke groeier op het gebied van internationalisering is de Koninklijke Terberg Group, een bedrijf dat dit jaar precies 150 jaar bestaat. Begonnen als dorpssmederij in Benschop en inmiddels actief op alle continenten in de wereld. In de 11 jaar tijd is het percentage omzet uit het buitenland verdubbeld van 36,3% naar 72,7%.

Stapsgewijs internationaliseren

Familiebedrijven zijn van origine terughoudender om te internationaliseren dan beursgenoteerde bedrijven of andere middelgrote bedrijven. Ze investeren vaak met eigen vermogen en nemen minder risico met dit familiekapitaal. Ook zijn ze meer gericht op lange termijn doelen dan op korte termijn winst. ’Bedrijven die internationaliseren doen dat veelal stapsgewijs. Omdat de thuismarkt te krap is voor verdere groei of omwille van de export aan internationale klanten. Dan is het logistiek efficiënter in een ander werelddeel nog een productie-eenheid te vestigen. Nu we zien dat het loont, zullen misschien meer familiebedrijven met internationale ambities volgen', zegt Erik Veldhuizen van het Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven van hogeschool Windesheim. 

Internationale familiebedrijven presteren beter 

De bedrijven die de stap naar het buitenland durven nemen worden beloond met hogere marges. Ze houden onder de streep gemiddeld 0,6 procentpunt meer winst over. Maarten Vijverberg: ‘Een voorbeeld van zo’n sterke performer is Baggerbedrijf De Boer. Zij zijn wereldwijd actief en hebben onder andere bijgedragen aan projecten in de Noordelijke Oostzee en de Nieuwe Maas. Dit - in combinatie met de toename van de zandhandel - resulteerde in een winstmarge van 13,5% in 2017.’ 

Daarbij zijn internationale familiebedrijven ook groter dan familiebedrijven die zich alleen richten op de binnenlandse markt. Ze behalen gemiddeld 1,8 keer zoveel omzet, hebben een balanstotaal dat 2,3 keer zo groot is en hebben gemiddeld 2,4 keer zoveel medewerkers. Hoewel internationale bedrijven een iets lagere omzetgroei hadden, is de winst per medewerker na de crisis juist gegroeid vergeleken met de niet-internationale bedrijven.  

Economische vooruitgang

De hogere winstmarges van internationaal opererende familiebedrijven in de periode 2007-2017 kunnen onder andere worden verklaard door het behalen van schaalvoordelen en door het aantrekken van de wereldeconomie. De internationale familiebedrijven hebben na de economische crisis vrij snel geprofiteerd van de sterkere groei in de omringende landen, zoals Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Maar de resultaten in het buitenland zijn ook meer aan schommelingen onderhevig en fluctueren door de jaren heen. Internationalisatie gaat dus gepaard met meer risico’s, maar levert op langere termijn een hogere winstmarge op.

Nederlandse bedrijven scoren hoog op het gebied van internationalisering. Nederland nam in 2018 dan ook de tweede plaats in op de globalisatie index met de 100 meest geglobaliseerde landen ter wereld, die jaarlijks wordt opgesteld door het Swiss Economic Institute. Nederland is als klein land met een bijbehorende thuismarkt voor expansie vooral afhankelijk van andere landen. Grotere landen laten over het algemeen een lagere internationaliseringsgraad zien.

Clifton Finance 

Clifton Finance adviseert bij fusie- en overnameprocessen. Ook adviseert Clifton Finance familiebedrijven bij bedrijfsopvolging, governance vraagstukken en conflictoplossing. De expertise die in de afgelopen 30 jaar is opgebouwd wordt door Clifton Finance op maat en innovatief ingezet. 
Clifton Finance hanteert als criteria dat het familiebedrijf in handen moet zijn van een tweede of opvolgende generatie. Bij een DGA-bedrijf waarbij de oprichter nog 100% van de aandelen heeft, is een vereiste dat zoon of dochter al een managementfunctie vervult. Bovendien moet het bedrijf volgens de laatst beschikbare jaarrekening een omzet genereren van minimaal 40 miljoen euro.

Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven

Het Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven van Hogeschool Windesheim in Zwolle verricht praktijkgericht onderzoek naar de ondernemende kracht van familiebedrijven. Als onafhankelijke kennispartner neemt het expertisecentrum actuele strategische vraagstukken binnen familiebedrijven als leidraad voor onderzoek. Het onderzoek met Clifton Finance is mede tot stand gekomen door studenten van de opleiding Finance & Control, die op dit onderzoek zijn afgestudeerd.

Delen via: