Onderwijsongelijkheid blijkt een hardnekkig fenomeen, waaraan verschillende mechanismen ten grondslag liggen. En in die mechanismen spelen weer verschillende factoren en betrokkenen een rol – van leraren tot ouders en intergenerationele overdracht. Een wat minder bekende of onderbelichte oorzaak van kansenongelijkheid is de regio waarin iemand woont. Als het gaat over onderwijsongelijkheid is de aandacht vooral gericht op de (groot)stedelijke omgeving, met name in het westen van Nederland. Over de invloed van het opgroeien in een landelijk gebied op de onderwijskansen van kinderen weten we nog niet zo veel. In dit verkennende onderzoek richten we ons op de regio Oost-Nederland. Met dit verkennende onderzoek geven we door deskresearch en enkele interviews meer inzicht in de onderliggende mechanismen van kansenongelijkheid in het onderwijs en op de vraag of onderwijsprofessionals in Oost-Nederland die mechanismen herkennen en hoe zij daar mee omgaan. We onderscheiden vijf factoren die verschillen tussen stad en platteland en zijn hierover in gesprek gegaan met vier onderwijsprofessionals in Overijssel en Gelderland. Deze working paper vormt een handvat voor verder onderzoek naar en gesprekken over onderwijsongelijkheid in de regio Oost-Nederland.