Weten hoe bewegen van belang is voor onze gezondheid?
Bewegen en een positieve lichaamsbeleving zijn van groot belang voor ons welbevinden. Binnen de psychomotorische therapie (PMT) is de laatste paar decennia een belangrijk en ruim aanbod aan bewegings- en lichaamsgerichte interventies ontwikkeld. Ze worden volop ingezet wanneer welzijn en kwaliteit van leven onder druk komen te staan door psychosociale of psychiatrische problematiek. Het onderzoek binnen het lectoraat Bewegen, Gezondheid en Welzijn richt zich op de werkzaamheid, het effect en de mogelijke inzet van deze verschillende bewegings- en lichaamsgerichte interventies.
Wat onderzoeken wij in de praktijk?
Multidisciplinair, laagdrempelig en het liefst samen met de regio. Het is onze opdracht om praktijkgericht onderzoek dichterbij al onze partners en onze stakeholders te brengen. Of dat nu studenten, bedrijven of professionals zijn. Wij hebben veel expertise in het formuleren, het opzetten en het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek én een batterij aan kennis in huis. Hiervoor leunen wij op knowhow van lectoren, promovendi, docenten en studenten en vormen zo één community en (ook jouw) partner voor meer kennisontwikkeling. Zowel in onze regio als op (inter)nationaal niveau. Wil je meer weten over een project? Wij vertellen je er graag meer over en delen onze kennis met je.
-
-
Lichaamsgeoriënteerde behandeling van arousalregulatie bij mensen met traumagerelateerde problematiek
In dit project wordt in samenwerking met cliënten, een behandeling gericht op arousalregulatie ontwikkeld en geëvalueerd.
De onderzoeksvragen zijn:
- Hoe ziet een lichaamsgericht programma eruit voor mensen met traumagerelateerde problematiek, dat als doel heeft het leren adequaat reguleren van het arousalniveau?
- Is er sprake van een verbetering in het signaleren van lichaamsignalen en in arousalregulatie na het volgen van dit programma?
- Leidt dit tevens tot positieve veranderingen in het dagelijks leven, zoals de ervaren regie en contact met het eigen lichaam?
Verbeteren van arousalregulatie
Doel van het project is om via een lichaamsgerichte behandelmethode, die samen met cliënten/ervaringsdeskundigen wordt ontwikkeld, de arousalregulatie te verbeteren.
Met behulp van focusgroepen met zowel therapeuten als cliënten die ervaring hebben met psychomotorische interventies bij trauma, wordt een programma ontwikkeld gericht op arousalregulatie bij trauma. In een consensusgroep wordt het programma definitief vastgesteld. Voor de focusgroepen wordt gestreefd naar een diversiteit in ervaring met verschillende vormen van traumagerelateerde problematiek, vroegkinderlijk trauma, vluchtelingen, beroepsgerelateerd geweld (veteranen, politiemensen, journalisten). Ten eerste wordt op deze manier gewaarborgd dat het programma door een heterogene groep van cliënten en therapeuten wordt gedragen. Ten tweede komt een dergelijke aanpak ook de disseminatie in een later stadium ten goede. Naast de aandacht voor de opzet en inhoud van het behandelprogramma wordt met de focusgroepen ook kritisch gekeken naar de mogelijke uitkomstmaten en de wijze van evalueren. Het is immers van belang dat overeenstemming is vanuit het perspectief van alle betrokkenen over wat een succesvolle behandeling is.
Herstellen van contact met het lichaam
Cliënten met traumagerelateerde problematiek hebben veel last van problemen in de arousalregulatie, die het gevolg zijn van een chronische disregulatie van het stresssysteem. Het arousalniveau kan te hoog zijn, hyperarousal, hetgeen tot uiting komt in een continu gevoel van angst en verhoogde waakzaamheid, maar kan ook in agressief gedrag. Anderzijds kan er sprake zijn van een te lage arousal, hypoarousal. Het contact met het eigen lichaam is dan vaak sterk verminderd, er kan sprake zijn van dissociatie. Problemen in de arousalregulatie worden momenteel beperkt geadresseerd binnen het reguliere behandelaanbod. De problemen hebben echter aanzienlijke invloed op het dagelijks functioneren. Daarom is specifieke aandacht van belang. Dit wordt ook benadrukt door cliënten, die benoemen dat aanvullende lichaamsgerichte behandelingen gericht op het herstellen van contact met het lichaam en op vaardigheden in arousalregulatie noodzakelijk zijn. Er zijn aanwijzingen dat een lichaamsgerichte aanpak geschikt is om arousal te leren reguleren en dat ook andere PTSS-symptomen afnemen na een dergelijk aanbod. Het aanbod is echter nauwelijks gestandaardiseerd terwijl ook weinig zicht is op de resultaten.
In dit onderzoek staat centraal of volgens cliënten gevoelens van regie, empowerment en verbondenheid hierdoor toenemen.
Meer weten? Neem contact op met
Ingrid Nissen, onderzoeker lectoraat Bewegen, Gezondheid en Welzijn
E-mail: ic.nissen@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad)- Status: lopend
- Soort onderzoek: ontwikkeling van het aanbod rond arousalregulatie
- Duur: 31-12- 2021 t/m 31-12-2024
- Onderzoekers: Ingrid Nissen, Mia Scheffers, Jooske van Busschbach en Stefanie Terpstra
- Samenwerking: Heelzorg, Centrum voor Psychotrauma Zwolle en Traumacentrum Transit bij GGz Centraal Ermelo
- Subsidie: ZonMw
-
Doen en Meten
Naslagwerk Doen en Meten
Ben je geïnteresseerd in de mogelijkheden om de indicatiestelling en evaluatie van psychomotorische behandeling te verbeteren? Deze zomer is een publicatie verschenen met een beschrijving van mogelijke uitkomsten en de vragenlijsten die je hiervoor zou kunnen gebruiken. Deze publicatie 'Doen en Meten. Overzicht vragenlijsten psychomotorische therapie' is geschreven door Janet Moeijes, Albertine de Haan, Lieselot van Mierlo en Mia Scheffers. Het naslagwerk is een uitkomst van het tweejarige RAAK-publiek project 'Doen en Meten', waarin is samengewerkt met een groot aantal therapeuten, patiënten, Mind, het platform van cliënten binnen de GGZ en de NVPMT. Het pakket aan vragenlijsten is in een digitaal portal getest door een grote groep zelfstandig werkende PMT-ers en PMT-ers binnen Lentis en het UCP Groningen. De uitkomsten van de vragenlijsten en, waar aanwezig, ook vergelijkingsscores, kunnen ook als een basis dienen voor ‘Shared Decision Making’ het proces waarbij je samen met de patiënt keuzes maakt over het verloop en inhoud van de behandeling.
Het naslagwerk kost € 10,00 en kan besteld worden door een email te sturen naar secretariaat Kenniscentrum Bewegen en Educatie(opent in nieuw tabblad)
Keynote lezing congres ‘Doen en Meten’
Op 21 januari 2021 vond op hogeschool Windesheim het congres ‘Doen en Meten’ plaats in het kader van het RAAK-publiek project ‘Doen en Meten’. Het doel van het project was om valide meetinstrumenten te selecteren voor psychomotorisch therapeuten waarmee ze het beloop van de behandeling kunnen volgen, het behandelresultaat vast kunnen stellen en dit bespreekbaar kunnen maken met de betrokken patiënt. Hierdoor kan ook de samenwerking met de patiënt versterkt worden. De keynote-lezing van het congres werd verzorgd door Prof. dr. Sandra Beurskens, in samenwerking met Albertine de Haan MA.
De keynote-lezing is nu terug te zien in de video op deze pagina. In de keynote-lezing gaat Sandra Beurskens in op het belang van het gebruik van Patient Reported Outcome Measures (PROMs) als meetinstrument in de zorg. Dit zijn vragenlijsten die door de patiënt zelf ingevuld worden. Ook deelt zij haar kennis over het stellen van doelen in samenspraak met de patiënt. Verder deelt Albertine de Haan, onderzoeker van het project ‘Doen en Meten’, op welke manier de PROMs voor het gebruik in de psychomotorische therapie geselecteerd zijn en welke PROMs uiteindelijk gekozen zijn om te gaan gebruiken bij volwassenen die psychomotorische therapie volgen. Daarna beantwoordt Marlies Rekkers vragen die online door de deelnemers van het congres gesteld worden. Marlies is GZ-psycholoog, psychomotorisch therapeut en onderzoeker en gebruikt al langere tijd PROMs en het samen beslissen in haar praktijk voor psychomotorische therapie.
Bekijk de keynote-lezing Doen en Meten(opent in nieuw tabblad)
-
Seksueel trauma bij mensen met een licht verstandelijke beperking: de inzet van psychomotorische therapie
In dit project werkt het lectoraat met partners aan de onderzoeksvraag: op welke wijze kunnen psychomotorische therapeuten bijdragen aan de diagnostiek en behandeling van problematiek voortvloeiend uit seksueel trauma bij mensen met een licht verstandelijke beperking?
Nieuwe kennis en behandelprotocol
Doelstelling van dit project is het verwerven van nieuwe kennis op het gebied van de psychomotorische diagnostiek en behandeling. Deze kennis kan ingezet worden bij problematiek die veroorzaakt wordt door seksueel trauma bij mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB). Hiermee beoogt het consortium een nieuw behandelprotocol (diagnostisch instrument en psychomotorische interventie) te ontwikkelen.
PMT'ers kunnen deze kennis inzetten in hun werk binnen de instellingen. Via de onderzoekspartners in het project vloeit de kennis bovendien door naar een breder werkveld en naar het onderwijs binnen en buiten de hogescholen.
Lichaams- en bewegingsgerichte interventies
Aanleiding zijn praktijkvragen van PMT'ers uit zorginstellingen. Zij bieden er behandelingen aan bij psychische problemen of gedragsproblematiek met behulp van lichaams- en bewegingsgerichte interventies. Een dergelijke aanpak is passend bij een doelgroep die door beperkte cognitieve vaardigheden minder baat heeft bij verbale therapievormen en sluit aan bij de specifieke gevolgen van seksueel trauma die zich niet alleen sociaal en emotioneel maar ook sterk lichamelijk uiten.
De beroepsgroep geeft aan behoefte te hebben aan een gevalideerd psychomotorisch instrument ter ondersteuning van de diagnostiek en een goed beschreven en onderbouwde psychomotorische interventie ter aanvulling van het huidige bestaande behandelaanbod. Het project richt zich op het onderzoeken, ontwikkelen en evalueren van:
- Een psychomotorisch observatie- en screeningsprotocol gericht op de diagnostiek van seksueel trauma bij LVB
- Een psychomotorische interventie gericht op de behandeling van seksueel trauma bij LVB
Het project wordt uitgevoerd samen met verschillende partners.
- Status: lopend
- Soort onderzoek: ontwerp nieuw behandelprotocol
- Duur van het project: 4 jaar, van 01-12-2017 t/m 01-09-2021
- Partners: Trajectum, Fier, Vitree, Centrum Verstandelijke Beperkingen en Psychiatrie, Radboud Universiteit Nijmegen (Behavioural Science Institute), VU (Faculteit Gedrags- en Bewegingswetenschappen), Landelijk Kenniscentrum LVB en de Nederlandse Vereniging voor Psychomotorische Therapie
- Subsidie: RAAK-PRO
Meer weten? Neem contact op met:
Mia Scheffers, associate lector Bewegen, Gezondheid en Welzijn
E-mail: wj.scheffers@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad) -
Bewegende kinderen: mentaal gezonde en tevreden kinderen
De psychosociale gezondheid van kinderen en hun kwaliteit van leven staan de laatste jaren sterk in de belangstelling. Aangenomen wordt dat voldoende lichamelijke activiteit de psychosociale gezondheid en kwaliteit van leven positief beïnvloedt. Maar klopt deze aanname wel?
Empirisch onderzoek
De veronderstelling dat psychosociale gezondheid en tevredenheid met het bestaan groter zijn bij kinderen die voldoende bewegen wordt nog maar in beperkte mate door empirisch onderzoek ondersteund. In dit project wordt onderzocht hoe lichamelijke activiteit van kinderen van 10 tot 12 jaar gerelateerd kan worden aan hun psychosociale gezondheid en hun levenskwaliteit. De Nederlandse norm voor gezond bewegen wordt als richtlijn genomen bij de vaststelling of kinderen op fysiek vlak voldoende actief zijn. Daarnaast wordt gekeken naar de samenhang met sociaaleconomische situaties, persoonsgebonden factoren en de omgeving.
Resultaten
De onderzoeksresultaten kunnen gebruikt worden ter onderbouwing van de ontwikkeling van bewegingsprogramma's voor kinderen met klachten op een of meer dimensies van psychosociale gezondheid. Ook kunnen de resultaten dienen ter onderbouwing van de veronderstelling dat bewegen bijdraagt aan een grotere kwaliteit van leven. Daarnaast kunnen ze gebruikt worden als materiaal voor opleidingsprogramma's van bijvoorbeeld docenten lichamelijke opvoeding en psychomotorisch therapeuten. Ten slotte kunnen beleidsmakers de onderzoeksresultaten benutten om de fysieke leefomgeving van kinderen zodanig aan te passen dat zij in de toekomst worden uitgedaagd meer te bewegen.
- Status: lopend
- Soort onderzoek: promotieonderzoek, kwantitatief observationeel onderzoek bij kinderen van 10 - 12 jaar
- Omvang: 500 kinderen in een longitudinale en 1.500 kinderen in cross-sectionele meting
- Partners: Vrije Universiteit Amsterdam, faculteit Health Sciences
-
Psychomotorische therapie bij chronische pijn
De behandeling van mensen met chronische aspecifieke pijn is en blijft een gecompliceerd geheel, aangezien deze diagnose vaak complex is. Lichaamsbewustzijn kan hier een rol spelen, maar er zijn nog geen onderzoeksdata die aantonen dat dit ook daadwerkelijk effect heeft.
Onderzoeksvragen
Welke rol speelt het lichaamsbewustzijn bij patiënten met chronische aspecifieke pijn? En wat is het effect van het Pijn Revalidatie Programma van Reade (centrum voor revalidatie en reumatologie te Amsterdam) en in het bijzonder: wat is specifiek de meerwaarde van psychomotorische therapie?
Evidence-based interventies
Door dit onderzoek onder 185 revalidanten kan een begin gemaakt worden met het evidence-based maken van (PMT-)interventies die onder meer gericht zijn op lichaamsbewustzijn. Door het effect van psychomotorische therapie aan te tonen, kan de waardering ervoor in het revalidatiewerkveld vergroot worden. Zo ontstaan er voor bewegingsagogen en psychomotorisch therapeuten in dit werkveld meer mogelijkheden om hun vak uit te oefenen.
- Status: afgerond
- Soort onderzoek: kwantitatief en kwalitatief
- Partners: Reade, centrum voor revalidatie en reumatologie, Adelante zorggroep volwassenenrevalidatie Hoensbroek, Universiteit van Maastricht, Faculteit Experimental Health Psychology, Clinical Psychology Science, Vrije Universiteit Amsterdam, Faculteit der Bewegingswetenschappen
-
Ons lectoraat in beeld
Hoe zet je psychomotorische therapie in bij een eetstoornis? Het lectoraat Bewegen, Gezondheid en Welzijn van Windesheim doet hier praktijkgericht onderzoek naar. Onze onderzoeker Marlies Rekkers schreef daar het boek Protocol Positieve Lichaamsbeleving over. Lector Jooske van Busschbach geeft leiding aan effectstudies over de inzet van psychomotorische therapie bij de behandeling van trauma’s of eetstoornissen. Zij kijkt mee in de praktijk van Inge van Driel, psychomotorisch therapeut in Apeldoorn die het protocol positieve lichaamsbeleving bij een cliënt inzet.
Meer weten?
Wat kunnen onze onderzoekers voor jou betekenen? Onderzoek dit samen met ons! Neem contact op met Jooske van Busschbach.